De WE-pod is in de race voor een flinke subsidie uit de Interreg-pot van Europa, een subsidie voor interregionale samenwerking en kennisuitwisseling. De provincie Gelderland heeft samen met de aanpalende Duitse deelstaat Noordrijn Westfalen en een consortium van bedrijven en instituten een aanvraag ingediend voor de verdere ontwikkeling van de WE-pod. In Duitsland is vliegveld Weeze in beeld voor zelfrijdend vervoer van passagiers tussen de parkeerplaats en de vertrekhal.
Plan B
Het experiment met de WE-pod loopt formeel deze maand af. Van meet af aan was het de bedoeling dat het project daarna op eigen benen verder zou kunnen. Maar dat blijft dus tot op het laatste moment onduidelijk. Pas eind deze maand of begin 2017 is er uitsluitsel. Maar ook als Interreg niet doorgaat ligt het project volgens Petra Borsboom, woordvoerder van gedeputeerde Conny Bieze, niet op zijn gat. ‘Er is een plan B en C, maar dat is pas in beeld als de subsidie er niet komt.’
Tijdens de afsluitende manifestatie vanmiddag in Ede werd de toekomst van de WE-pod nauwelijks aangeroerd. Die bijeenkomst bij ROC A12 vond toepasselijk in een circustent plaats. De WE-pod is vanaf het begin een balanceer-act geweest, waarvan nooit zeker was of en hoe de eindstreep werd gehaald. Duidelijk is, volgens hoogleraar Vision based robotics Pieter Jonger (TU Delft)
dat het project WE-pod technisch gezien veel moeilijker is gebleken dan vantevoren was ingeschat.
Marieke Kassenberg, projectleider WE-pod
De WE-pods kunnen net de eerste pasjes maken
‘De WE-pods kunnen net de eerste pasjes maken’, vergeleek projectleider Marieke Kassenberg het project met de ontwikkeling van een kind. Zelfs dat is nog optimistisch. De WE-pods rijden op de campus weliswaar voorzichtig rondjes, maar de voertuigen staan regelmatig stil of de techniek hapert. Pendelen tussen de campus en station Ede Wageningen, waar zelfs een aparte parkeerplaats is gemaakt, is er al helemaal niet bij.
Inhalen
In de tweede fase van de ontwikkeling zullen de voertuigen volgens hoogleraar Jonker met name beter moeten leren rijden. ‘De voertuigen moeten verkeersscenarios leren doorzien. Inhalen bijvoorbeeld is lastig. Als ze in zo’n situatie verzeilt raken, gaan ze nu stilstaan omdat ze het niet meer weten.’ In fase twee wordt, samen met een Arnhems bedrijf, ook een derde voertuig gekocht en uitgerust.