© Didi de Vries
Met een permanente lach op haar gezicht loopt ze door het gebouw. ‘Het leukste vind ik de sfeer hier. Mijn collega’s zijn allemaal enthousiast en de sportdocenten springen vol energie door de gangen. Als je dat in een kantoor doet, denk je ‘die spoort niet’. Hier is het normaal’, zegt Renée. Ook de sporters hebben het meestal naar hun zin, want wie komt sporten, komt vrijwillig. ‘Ik zie nooit zure gezichten van mensen die iets verplicht komen doen, zoals in collegebanken zitten.’
Blessure
Renée is van jongs af aan met sport bezig. Voor ze Voeding en Gezondheid kwam studeren in Wageningen voetbalde ze graag, maar na een blessure stopte ze. ‘Ik kom uit het kleine dorpje Lierop waar je niet zoveel mogelijkheden voor sport hebt. Toen kwam ik hier en kon ik ineens van alles uitproberen. Dat heb ik dus ook gedaan. Behalve dansen, dat is niks voor mij.’
Knotsbal, spinnen, triatlon, hardlopen, fitness, power dumbell, maar uiteindelijk zijn wielrennen en mountainbiken de sporten die Renée het liefst doet. ‘Als het mooi weer is kan ik niet wachten om naar buiten te gaan, Wageningen heeft een mooie omgeving om te fietsen. Maar als het regent, kan ik inmiddels ook genieten van thuis een kopje koffie drinken en de krant lezen. In mijn studententijd kon ik niet zo goed relaxen als nu.’
In mijn studententijd kon ik niet zo goed relaxen als nu.
Nog een paar weken is het rustig bij het sportcentrum en heeft Renée alle tijd om met ‘de vaste sporters’ een praatje te maken. Eind augustus komt een nieuwe stroom studenten die ze te woord moet staan. ‘Ze willen allemaal weten wat ze met hun sportrechten kunnen, dus dan moet ik vooral veel vragen beantwoorden’, zegt ze. ‘Veel tijd voor persoonlijk contact is er dan niet meer, dat is wel jammer.’