Foto WUR Universiteiten en hogescholen mogen geen goedkope sportfaciliteiten meer aanbieden. Anders verstoren ze de markt, zegt onderwijsminister Eppo Bruins.
Onderwijsinstellingen mogen publieke financiering niet zomaar gebruiken voor private activiteiten. Sportvoorzieningen zijn volgens de minister zo’n private activiteit. Datzelfde geldt overigens ook voor kantines en culturele voorzieningen. Universiteiten mogen daar wel in investeren, maar dan moet de prijs die studenten en medewerkers betalen wel marktconform zijn. Dat is nu meestal niet.
Staatssteun
Sinds jaar en dag hebben universiteiten en hogescholen eigen sportfaciliteiten, waar studenten en personeel goedkoop kunnen sporten. Tot nu toe werd dat toegestaan, omdat sporten bijdraagt aan het mentaal en fysiek welzijn van studenten en personeel. Bruins wil daar met ingang van volgend jaar paal en perk aan stellen. Goedkoop sporten wordt dan gezien als ongeoorloofde staatssteun.
Universiteitenvereniging UNL verzet zich namens de universiteiten tegen de nieuwe interpretatie van de regels. Volgens UNL kan een sportkaart voor studenten wel 700 euro gaan kosten. Zo’n sportkaart kost nu bij WUR nog 120 euro per jaar.
