Ik wist altijd al dat ik een scriptieonderwerp zou kiezen dat te maken zou hebben met de stad waar ik vandaan kom in Zuid-India. Sinds een paar weken ben ik daar om aan mijn scriptie te werken. Het is wonderlijk hoe plaatsen een deel van je worden; ik denk hier vaak aan Wageningen. Een van de eerste dingen die me dan te binnen schieten, is de rust. Die kan ik soms echt missen. Vooral in de zomer als de meeste mensen uit Wageningen vertrokken zijn en de lucht zwaar is van de warmte en de stilte.
Toen ik net in Wageningen was, moest ik daaraan wennen omdat de stad waar ik vandaan kom en waar ik nu ben, onophoudelijk lawaai maakt. Zelfs op een rustige ochtend hoor ik in deze woonwijk een stortvloed aan geluiden: vogels, minstens één persoon die de stoep veegt, luid pratende mensen, groenteverkopers, klokken en verkeer in de verte. Hier ben je niet alleen omringd door geluiden, het is alsof de ruimte om je heen leeft en een eigen persoonlijkheid heeft.
De temperaturen liggen hier nu al rond de dertig graden, maar de zomer begint pas echt met Ugadi, het Zuid-Indiase nieuwjaar. Dit jaar is dat op 30 maart. Traditioneel wordt er een bevu bella, een soort chutney, bereid. Aan dat brouwsel worden een paar bittere neembladeren toegevoegd en ook zoete jaggery, palmsuiker. Dit symboliseert de acceptatie van wat komt en gaat – vreugde, bitterheid en alles daar tussenin.
Die paar minuten van ingehouden leven voelden als een echo van een zomermiddag in Wageningen
Zolang ik me kan herinneren, komt er altijd een moment dat we verblijd worden met een zomerse regenbui. Rond zo’n regenbui die de atmosfeer lijkt te veranderen: de hitte van de lente die zich opstapelt tot een punt waarop je denkt dat je het gewoon niet meer uithoudt. De zwaarte van de lucht in afwachting van de regen. De donkere wolken die zich geruisloos samenpakken, de vogels die onrustig heen en weer vliegen en mensen die zich haasten om de was op tijd binnen te halen. Als kind rende ik zo’n moment naar buiten, me verheugend op de plassen.
Dit jaar viel me voor het eerst iets op: vlak voordat de druppels vallen, is er een moment van onwerkelijke stilte. Alsof iemand de wereld op pauze heeft gezet. Die paar minuten van ingehouden leven voelden als een echo van een zomermiddag in Wageningen. Zo’n middag waarop het buiten zo stil is, dat je je gedachten bijna kunt horen.
Het raakte me dat de twee plaatsen waar ik van houd, dit met elkaar gemeen hebben. En vrijwel meteen besefte ik dat dit alles is wat ik straks nog van Wageningen heb, deze vluchtige momenten. Vensters naar een leven dat ik ooit geleefd heb. Een bitterzoet besef.
Ananya Doraswamy is masterstudent Communication, Health and Life Sciences uit India. Ze houdt van rustige dagen met veel tijd om naar de wolken te kijken en bomen te bewonderen. Ze geniet van drukke, multiculturele keukens waar veel te eten is en waar de verhalen voor het oprapen liggen.