Tekst Ning Fan
Promovendi lichten hun meest prikkelende stelling toe. Dit keer is de beurt aan Alejandro Berlinches de Gea, die op 10 januari promoveerde. Zijn onderzoek ging over het effect van de diversiteit aan bodemmicroben op planten onder veranderende mondiale omstandigheden.
‘Toen ik met mijn promotie begon, deed ik mee aan een workshop over mentale gezondheid. Ik hoopte er iets van te leren, maar de hele dag ging het alleen maar over hoe ellendig en stressvol het promotietraject was. Toen ik daar zat, begon ik me af te vragen of ik misschien iets verkeerd deed omdat ik geen last van stress had. Zou ik meer moeten worstelen? Ik voelde me leeggezogen en ontmoedigd en dat gevoel bleef mijn hele promotietraject hangen.
‘Het probleem is niet het erkennen van de worsteling met mentale gezondheid – die worsteling is echt en heel significant – maar het feit dat we ons zo vaak richten op problemen dat we de goede dingen vergeten. De euforie na een geslaagd experiment, de vriendschappen die we aangaan, de kans te werken met briljante wetenschappers… over dit soort momenten wordt onderling nauwelijks gepraat door promovendi. De gesprekken tijdens zo’n workshop over mentale gezondheid kunnen je echt het gevoel geven dat je iets verkeerd doet als je níet lijdt.
‘Ik denk dat universiteiten, in plaats van oeverloos praten over mentale problemen, een meer evenwichtige benadering zouden moeten kiezen. Een die positieve denkbeelden aanmoedigt, kleine successen viert en promovendi weerbaarder maakt. Een promotietraject is zwaar en dat is precies de reden dat we vorderingen moeten erkennen in plaats van ons alleen maar op stress richten.’