Een mislukte proef, een afgewezen artikel: in de wetenschap wordt het al gauw bestempeld als falen. En erover praten? Dacht het niet. In deze rubriek doen collega’s dat wel. Want falen is nuttig. Dit keer Hendrik du Toit, promovendus Experimentele Zoölogie.
‘Voor mijn promotieonderzoek bestudeer ik onder meer de zwemprestaties van platvissen zoals tong en schol. Daarvoor bestaat standaardapparatuur: een zogeheten zwemtunnel. De vis gaat in een soort kooitje waar water doorheen stroomt. Hoe sterker de stroming, hoe harder hij moet zwemmen. Tijdens mijn masterthesis had ik al met zo’n apparaat gewerkt, dus ik had er alle vertrouwen in.
‘Ik vulde de tunnel met water van tien graden Celsius (net als de Noordzee), liet de vis voorzichtig in het water zakken, bevestigde het deksel en camera en schakelde de stroming in. In plaats van te zwemmen, zakte het beestje passief naar de bodem, liet zich met de stroom meevoeren, klapte om en eindigde met zijn rug tegen het rooster van het kooitje.
Inmiddels zit ik in het derde jaar van mijn onderzoek en heb ik eindelijk een werkende variant
Vreemd, dacht ik. Toen ik het herhaalde met andere platvissen, gebeurde precies hetzelfde. Heel frustrerend. Ik dacht: waarom zwemmen mijn vissen niet? Achteraf gezien had ik het kunnen weten: in de natuur graven platvissen zich in het zand op de bodem in en blijven ze het liefst stilliggen. Ze zwemmen alleen als het moet.
‘Het mooie aan de groep Experimentele Zoölogieis dat veel collega’s een technische achtergrond hebben en barsten van de creatieve ideeën over apparatuur en methodes. Dat gaf mij het duwtje om niet vast te houden aan één ontwerp. Ik dook de literatuur in en bouwde zelf nog zeker vijf aanpassingen aan de vissentunnel die de vissen ervan moesten weerhouden naar de bodem te zakken. Inmiddels zit ik in het derde jaar van mijn onderzoek en heb ik eindelijk een werkende variant: een met een hellend vlak met een speciaal raster dat turbulentie voorkomt en zorgt voor een opwaartse stroming die vissen stimuleert om te zwemmen. Binnenkort analyseer ik de resultaten.’