Zorg dat jongeren een opleiding kunnen kiezen op basis van hun eigen interesses en ambities, adviseert de Onderwijsraad aan het kabinet. En stuur dus niet te veel op de arbeidsmarkt.
Het aantal studenten gaat dalen, zeker als het kabinet de instroom van buitenlandse studenten afremt. Kleine opleidingen in het mbo, hbo en wo dreigen te verdwijnen. En dan is er ook nog eens een historisch krappe arbeidsmarkt, met tekorten in de zorg, het onderwijs en de techniek. Hoe moet je daarmee omgaan, wilde minister Eppo Bruins van de Onderwijsraad weten. In een beknopte brief helpt de raad de gedachten te scherpen. Het meest tegendraadse advies: let vooral niet te veel op de arbeidsmarkt.
Bezuinigingen
Natuurlijk schetst de Onderwijsraad ook de gevolgen van de bezuinigingen, die het onderwijsinstellingen moeilijker maken om hun aanbod overeind te houden. Voor een goed aanbod van opleidingen moeten er genoeg middelen op de OCW-begroting blijven, onderstreept de raad, juist in tijden van krimp.
Misschien is er soms ‘maatwerk’ nodig voor specifieke opleidingen of instellingen, oftewel een beetje extra geld. Onderwijsinstellingen moeten zelf afwegingen maken of ze opleidingen sluiten, maar ze moeten ook overleggen met naburige instellingen. Uiteindelijk moet het ministerie van Onderwijs – sterker dan nu – het landelijke aanbod in het oog houden om te zorgen dat bepaalde opleidingen niet helemaal verdwijnen. In gesprekken en debatten hierover speelt de arbeidsmarkt een steeds grotere rol, ziet de Onderwijsraad. Misschien moeten we studenten verleiden of zelfs dwingen voor bepaalde sectoren te kiezen, overwegen sommigen.
‘Onwenselijk’
Pas daarmee op, waarschuwt de raad. Sterke sturing met het oog op de arbeidsmarkt is ‘onwenselijk, ineffectief en weinig zinvol’, staat in de brief. Stimulerende maatregelen als verlaging van het collegegeld, een baangarantie en een diplomabonus hebben maar weinig invloed op de studiekeuze van jongeren. Bovendien valt de arbeidsmarkt moeilijk te voorspellen: je weet niet precies welke tekorten er in de toekomst zijn. En afgestudeerden kunnen ook nog eens overstappen naar een andere sector.
De vrije studiekeuze is een ‘kernelement’ van het Nederlandse onderwijsstelsel, onderstreept de raad. Die moet je dus niet ondergeschikt maken aan de wensen van de arbeidsmarkt. Wat minister Bruins met het advies gaat doen is afwachten. In principe moet hij binnen drie maanden een beleidsreactie geven.