Het is als een puzzel zonder de voorbeeld-afbeelding: het vraagstuk hoe we moeten zorgen voor een duurzame voedseltoekomst voor mens en planeet. Die puzzel probeert hoogleraar Karin Schroën (Food Process Engineering) te leggen tijdens het Science Café van aanstaande woensdag.
Aan het einde van de avond heb je geen definitief antwoord, verklapt Schroën alvast. ‘Ik ga veel argumenten delen, wil bezoekers aan het denken zetten en met ze in discussie gaan. Maar ook met de andere spreker en in zekere zin ook met mezelf omdat sommige argumenten elkaar tegenspreken.’
Naast Schroën staat ook WUR-docent Guido Sala (Levenmiddelenfysica) op het podium. Hij werkte de afgelopen jaren in zijn vrije tijd aan promotieonderzoek waarin hij de Romeinse voedselgeschiedenis bestudeerde en promoveerde een jaar geleden voor de tweede keer in zijn loopbaan. ‘Het idee dat we onze planeet kunnen redden door over te schakelen op een plantaardig dieet is een misvatting’, aldus Sala in de twaalfde en laatste stelling van zijn verdediging.
Niet inwisselbaar
Schroën: ‘Ik hoor weleens dat mensen denken dat je een dierlijk eiwit zomaar kunt inwisselen voor een plantaardige bij het maken van voeding. Dat is helemaal niet zo. De functionaliteit is erg anders. De stof lost bijvoorbeeld heel anders op of lost soms zelfs helemaal niet op, waardoor je een ander eindproduct zou krijgen als je hetzelfde recept volgt.’
Als we écht impact willen maken op de planeet moeten we verder kijken dan alleen plantaardige eiwitten
Professor Karin Schroën, Food Process Engineering
‘Daarnaast is de aminozuursamenstelling van plantaardige eiwitten anders dan van dierlijke. Wat dat betreft past de samenstelling van dierlijke eiwitten beter bij wat het menselijk lichaam aan bouwstenen nodig heeft. Collega’s van de afdeling Humane Voeding en Gezondheid doen onderzoek naar de effecten van plantaardige of dierlijke eiwitten op onze gezondheid. Sommige leeftijdscategorieën of doelgroepen hebben – vanwege veranderingen in hun lichaam, bijvoorbeeld als ze heel jong zijn of door veroudering of ziekte – meer baat bij een plantaardig of juist een dierlijk eetpatroon.’
Cellulaire landbouw
Voor de planeet is dat juist weer anders. ‘De impact van de productie van plantaardige eiwitten is veel kleiner omdat we minder energie en water nodig hebben. Maar als we écht impact willen maken op de planeet moeten we verder kijken dan alleen plantaardige eiwitten’, denkt Schroën. ‘Ik zie toekomst in de technologie van cellulaire landbouw, waarbij we dierlijke eiwitten maken zonder tussenkomst van dieren. Kweekvlees of kweekvis, en diervrije zuivel, bijvoorbeeld. Bij zulke productieprocessen hebben we veel minder water nodig om tot een eindproduct met dierlijke eiwitten te komen, omdat die soms toch nodig zijn.’
Maar ook daarmee zijn we er niet helemaal, aldus Schroën, alle voors en tegens zorgen dat het maken van een duurzame voedseltoekomst een lastige puzzel is. ‘De vraag is wat je kiest als uitgangspositie: de gezondheid van de mens, hoeveel impact de productie heeft op de planeet, of misschien wat we ons kunnen permitteren aan impact. En: wat gaan consumenten accepteren als nieuwe voedingsbron?’