Een mislukte proef, een afgewezen artikel: in de wetenschap wordt het al gauw bestempeld als falen. En erover praten? Dacht het niet. In deze rubriek doen collega’s dat wel. Want falen is nuttig. Dit keer is de beurt aan Roel Dijksma, docent Hydrologie en Omgevingshydraulica.
‘In 2019 vroeg de Universiteit van Nederland mij een praatje te houden over IJsland en geisers, op een podium in Amsterdam, met live publiek en camera’s. De redactie wilde dat ik daarbij een experiment uitvoerde. Samen kozen we een proef die een geiseruitbarsting nabootst. Dat was tot dan toe een theoretische proef, dus ging ik naar het lab en verzamelde ik spullen om een mini-geiser te bouwen. Het resultaat was een opstelling bestaande uit twee waterreservoirs boven elkaar, verbonden met een slangetje. Verwarm je het onderste, afgesloten reservoir, dan bouwt de druk op – net als in een snelkookpan. Bij voldoende druk schiet de waterdamp via het slangetje naar het tweede reservoir en spuit dan samen met dat water omhoog. In het lab werkte het perfect.
‘Voor de opnames kreeg ik een strak script: direct na mijn uitleg over hoe geisers werken, moest mijn experimentele opzet ‘uitbarsten’ om de theorie te illustreren. Ik bouwde mijn praatje op naar het moment suprême en toen gebeurde er… helemaal niets. Het water kookte, maar niet hard genoeg. Vijftig paar ogen en een aantal camera’s waren op me gericht. Ik dacht: wat nu? Ik keek de zaal rond en zei: Tja, nu zitten we met z’n allen te kijken hoe water kookt. Daar moest iedereen wel om lachen. Bij mislukkingen blijf ik kalm, dat zit in mijn aard. Bovendien heb ik ervaring met onderwijs, waar ook niet alles vlekkeloos verloopt. Zolang je de theorie beheerst, kun je makkelijk improviseren als er iets misgaat, bijvoorbeeld door te interacteren met je publiek of – zoals hier – een grapje te maken.
‘En de opname? De cameraploeg filmde een close-up van luchtbellen in de opstelling. Dat werd alsnog mooi op tv. Het voedde het optimisme dat ik van nature heb. Dat je zelfs na een mislukte proef voor de camera niet afgaat, bewijst dat alles uiteindelijk goed komt.’