Waterlinzen (eendenkroos) bevatten veel eiwit, kunnen gemakkelijk in maaltijden verwerkt worden en de productie ervan is duurzaam. Toch zie je waterlinzen vooral op vijvers maar niet in de supermarkt. Het is een novel food en daarom is consumptie (nog) niet toegestaan. ‘Het is alleen nog wachten op een handtekening van Ursula von der Leyen.’
‘Het is echt een heel leuk plantje’, zegt onderzoeker Ingrid van der Meer (Bioscience, Wageningen Plant Research) zeker vijf keer tijdens een gesprek van ongeveer drie kwartier. Het probleem van de relatief onbekende waterlinzen is alleen dat de groente – die qua bereiding en smaak lijkt op spinazie – nog niet op grote schaal in Europa werd gegeten voor 1997. Dat maakt het een zogenoemd novel food en daarom moeten producenten een aanvraagprocedure doorlopen bij de European Food Safety Authority (EFSA).
Van der Meer – die vanuit Bioscience veel toegepast onderzoek doet – heeft die procedure doorlopen.
Zo’n veertien jaar geleden maakte ze voor het eerst kennis met waterlinzen. ‘Ik zag hoe klein het plantje was, hoe snel het groeit en zich splitst en vermeerdert. Het plantje heeft alleen licht, wat water en de juiste nutriënten nodig. Toch kan het exponentieel groeien.’ Bovendien bevatten waterlinzen veel eiwit. ‘Op drooggewicht ongeveer veertig procent; dat is net zo veel als in sojabonen.’ In het kader van de eiwittransitie zag Van der Meer dit als een prima bron van duurzame, plantaardige eiwitten. Ze besloot ermee aan de slag te gaan.
Terugverdienen
Dat er geen bedrijven bij betrokken waren, werkt nu in haar voordeel, legt ze uit. In mei 2020 diende Van der Meer namens Wageningen Plant Research een aanvraag in bij EFSA. ‘Omdat bedrijvendenken geld te kunnen verdienen met het nieuwe product houden ze onderdelen vertrouwelijk. Nu wij het zelf doen, is alles openbaar en kan iedereen er vervolgens mee verder.’
Bedrijven wisten niet of waterlinzen de goedkeuringsprocedure zouden doorstaan
Financiers stonden op dat moment niet te springen om aan Van der Meers onderzoek mee te betalen. ‘Bedrijven wisten niet of waterlinzen de goedkeuringsprocedure zouden doorstaan én – als dat allemaal goed zou gaan – of consumenten het zouden willen eten. Ze vonden het risico dat ze de investering niet zouden terugverdienen te groot.’ Van der Meer hield vol, benaderde binnen- en buitenlandse goede doelen, praatte als Brugman en haalde daarmee een startfinanciering van vier ton binnen van het Londense Wellcome Trust. Die liefdadigheidsorganisatie legde later nogmaals geld in en ook Stichting Goeie Grutten investeerde.
In vijfvoud
Die novel food-procedure had flink wat voeten in aarde. Van der Meer en haar team staken, samen met collega’s van Wageningen Food & Biobased Research, veel werk in het ‘bouwen’ van een dossier. ‘Allereerst moesten we laten zien dat we waterlinzen op grote schaal konden telen.’ Ze gebruikten bij een teler in een leegstaande kas zestien bakken van honderd vierkante meter. ‘Met buizen op de grond die dienstdeden als afscheiding en landbouwplastic er overheen creëerden we onze bassins. Daarin ging water, wat nutriënten en daarna de waterlinzen. In deze opstelling konden we elke week uit elk bassin vijfhonderd kilo waterlinzen oogsten.’
Die oogst konden ze vervolgens onderzoeken. Van der meer: ‘Allerlei metingen moesten aan vijf verschillende batches gedaan worden. Gelukkig groeit het plantje heel snel en hadden we binnen een paar weken alle batches verzameld.’ De EFSA vroeg onder meer naar details over toxiciteit en allergenen, maar ook naar simpele dingen als de samenstelling: hoeveel eiwitten, zetmeel en mineralen het plantje bevat, bijvoorbeeld. ‘En daarna natuurlijk hoe de mens het verteert.’
Mensonderzoek
Nadat alle metingen aan het plantje zelf waren gedaan, moesten de aanvragers laten zien wat het in het menselijk lichaam doet. ‘In plaats van eerst dierproeven te doen, kozen we direct voor studies met mensen’, zegt Van der Meer. ‘Dat kon omdat waterlinzen in Azië wel structureel worden gegeten. Met dat argument overtuigden we de medisch-ethische commissie die goedkeuring moet geven voor humaan onderzoek.’
De vrijwilligers die meededen aan het onderzoek, kwamen met een lege maag naar Helix en moesten daar een grote berg gekookte waterlinzen wegwerken. ‘In hun bloed konden we zien wanneer de aminozuren – de eiwitbouwstenen – werden opgenomen. We keken daarnaast naar gezondheidsmarkers, zoals hartslag en bloeddruk maar ook naar pieken in het bloedsuikerhormoon insuline. Door dit onderzoek wisten we dat mensen in staat zijn om waterlinzen te verteren en dat er qua gezondheid niks geks gebeurt na het eten van deze groente.’
Omdat Van der Meer verwachtte dat de EFSA meer data zou willen, deed ze meteen een tweede interventiestudie. De helft van de vrijwilligers kreeg twee weken lang een warme maaltijd met waterlinzen die waren verwerkt in stamppot, quiche of soep. De andere helft kreeg dezelfde maaltijd, maar dan met spinazie als groente. De onderzoekers vroegen de deelnemers onder meer of hun darmen verstopt raakten na het eten van zoveel waterlinzen. Ook vroegen ze hoe lekker deelnemers de maaltijd vonden. Van der Meer: ‘Ze vonden waterlinzen over het algemeen net zo lekker als spinazie of zelfs lekkerder. Ook hielden we een vragenlijstonderzoek om te achterhalen of consumenten het überhaupt wel zouden willen eten, want anders hadden we het project net zo goed kunnen stoppen.’
Tikkende klok
Het proces heeft alles bij elkaar ongeveer tien jaar geduurd: het bouwen van het dossier zeker zes jaar, en na indienen nog vier jaar voordat een commissie van wijzen het oordeel klaar had. Voor het doorlopen van een novel food-aanvraag staat officieel zeventien maanden. ‘Maar elke keer als de beoordelingscommissie aanvullende vragen opstuurt, zetten ze de klok stil. Wanneer je de antwoorden daarop bij de EFSA aanlevert, gaat de tijd weer lopen. In het begin kregen we wel twintig vragen terug. Niet alle vragen vond ik terecht en zinvol. Ik vermoed dat de commissie niet alleen maar uit plantexperts bestond. Het heeft ons veel tijd en geld gekost.’
Ik vermoed dat de commissie niet alleen maar uit plantexperts bestond. Het heeft ons veel tijd en geld gekost
Twee jaar geleden leek de aanvraag alsnog stuk te lopen op de hoeveelheid mangaan in het plantje. ‘Belachelijk, want het bevat net zo veel mangaan als veel andere plantaardige producten en minder dan boerenkool. Bovendien hebben planten het mineraal mangaan nodig voor fotosynthese, om te kunnen groeien.’ Het kostte Van der Meer flink wat frustratie, en meer tijd en geld, maar inmiddels is de EFSA overtuigd dat het mangaangehalte veilig is en kan er eigenlijk niks meer misgaan.
Restaurants
‘Als de inkt van de handtekening droog is, heb ik mijn contacten in de voedingsmiddelenindustrie al warm gemaakt om vervolgprojecten te doen’, zegt Van der Meer met een lach. Ze heeft haar waterlinzen zelf al aan meerdere productontwikkelingstests onderworpen. Desondanks verwacht ze waterlinzen nog niet op korte termijn in de supermarkten te zien. Eerder in luxe restaurants. ‘Als consumenten gewend raken aan het product wordt het op den duur breder beschikbaar. Dat geeft telers ook de tijd om hun productie op te schalen.’