Een mislukte proef, een afgewezen artikel: in de wetenschap wordt het al gauw bestempeld als falen. En erover praten? Dacht het niet. In deze rubriek doen collega’s dat wel. Want falen is nuttig. Dit keer Margaréta Banas, masterstudent Resilient Farming and Food Systems.
‘Twee maanden geleden startte ik met mijn masterthesis, een onderzoek naar welke factoren de voedselproductie van boeren beïnvloeden en hoe we die in kaart kunnen brengen. Mijn begeleider en samenwerkingspartners hadden veel vertrouwen in het project en in mij. Met een 9,5 gemiddeld voor mijn bachelor in Slowakije was ik een van de beste van mijn jaar, maar in Wageningen ligt het tempo veel hoger. Om dat bij te houden, moet ik harder werken en heb ik minder tijd voor ontspanning zoals sport. Hoewel ik er nog steeds goed voor sta, kost de studie me meer energie.
‘Dat begon te knagen aan mijn zelfvertrouwen, ook wat betreft mijn thesis. Onderzoekers om me heen zeggen: ‘Dit is jouw thesis, jij moet het sturen.’ Maar er zijn meerdere onderzoekers bij mijn thesis betrokken die me allemaal – goed bedoelde – adviezen en instructies geven. Het is alsof ik in een doolhof sta en iedereen me een andere richting opstuurt. Hoe kan ik dan mijn eigen weg vinden?’
Het is alsof ik in een doolhof sta en iedereen me een andere richting opstuurt
‘Het dieptepunt kwam tijdens een overleg met een projectpartner. Ze vuurde in rap tempo vragen op me af waarop ik geen antwoord had. Ik voelde me kleiner worden en raakte verlamd van stress. Ze vroeg me toen waarom ik dit onderzoek deed als ik er zo weinig van afwist. Dat was pijnlijk, alsof ik niet slim genoeg ben voor dit onderzoek. Ik overwoog om ermee te stoppen.
‘Ik ben nu bezig met opstaan. Ik weet dat ik dit onderzoek aankan, maar ik wil niet bezwijken aan onzekerheid en stress. Daarom ga ik nu naar de studentenpsycholoog en een hulpgroep om te werken aan mijn mentale gezondheid. Verder overweeg ik om extra vakantie te nemen om op te laden. Altijd maar doorgaan – zoals ik voorheen deed – is niet de oplossing.’