Column Willy – In vier jaar promoveren

Er zijn omstandigheden die de promotietermijn van vier jaar kunnen beïnvloeden.

Vorige week nam ik deel aan een workshop die als doel had te achterhalen wat er goed en minder goed gaat met de wijze waarop het PhD-programma aan onze universiteit is vormgegeven.

Aanleiding voor de workshop was de WUR-promovendimonitor uit 2023 waaruit bleek dat 43 procent van de promovendi drie tot negen maanden uitloopt bij het promotietraject. Verder  kwam uit de monitor naar voren dat bijna de helft van de promovendi een te hoge werkdruk ervaart. En tot slot rapporteerde een kwart van de promovendi ongewenst gedrag van begeleiders of andere collega’s.

De ervaringen met het PhD-programma waren uiteenlopend, maar één vraag leverde een interessant en gezamenlijk debat op: zou elk promotietraject vier jaar moeten duren? Veel deelnemers vonden vier jaar een redelijke termijn, maar anderen twijfelden daaraan en wezen naar andere landen waar het traject drie of vijf jaar duurt.

Die omstandigheden zijn onder meer de salarissen en het verschil in betaling tussen beurspromovendi en aangestelde promovendi

Ik stelde vervolgens aan de orde dat er omstandigheden zijn die van invloed kunnen zijn op het halen van de termijn van vier jaar. Het gaat dan onder meer over de salarissen en het verschil in betaling tussen beurspromovendi en aangestelde promovendi, maar ook over de bekendheid van de promovendus met het onderwerp, de kwaliteit van de groep en die van de begeleiders. Door oneerlijke machtsverhoudingen zijn de verwachtingen van de begeleider mogelijk hoger dan de eisen die het programma aan de promovendus stelt.

Een aanzienlijk deel van de academische ontwikkeling van elke hoger onderwijsinstelling is te danken aan promovendi. Om die reden zou een workshop waarin nadenken over het PhD-programma centraal staat, verplicht moeten zijn aan elke universiteit.

Het inventariseren van knelpunten is de eerste stap om te begrijpen wat er verbeterd moet worden aan de omstandigheden van onderzoekers, studenten en medewerkers. We moeten eerst bespreken wat er goed en fout gaat en daarna kunnen academici en managers gerichte acties ondernemen om ervoor te zorgen dat wat goed gaat standhoudt en wat fout gaat blijvend verandert.

Willy Contreras-Avilés (34) is tweedejaars promovendus Tuinbouw en Biochemie van medicinale cannabis uit Panama. Hij houdt van dansen (perreo), Italiaans koken en zwemmen.

Meer columns:

Tags:
#Column

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.