Meestal zijn ze met meerderen, soms alleen. Ze reizen af en toe met bus 303 of 103 mee naar de campus, maar vaker blijven ze bij de bushalte achter. Uitgerust met een kladblokje en een pen of potlood en het gele hesje om de schouders met achterop ‘service & preventie’. Wie zijn zij en wat doen ze? Resource zocht het voor je uit.
‘De gele hesjes zijn onderdeel van het project Valleilijn van werkontwikkelbedrijf Werkkracht’, vertelt Sandra Babukhan, coördinator en werkbegeleider van dit project. ‘Wij voeren namens de gemeente Ede de participatiewet uit. Dat betekent dat we mensen met een uitkering, die niet zelfstandig een volgende stap kunnen zetten, ondersteunen met hun re-integratie naar werk.’
Deur
‘We bieden bijvoorbeeld ‘instapbegeleiding’; dan wijzen we reizigers erop dat de deur achterin de bus ook open is, om maar wat te noemen. En onze aanwezigheid op de perrons leidt ertoe dat mensen braver inchecken, vertellen de buschauffeurs ons’, zegt Babukhan.
‘Doordat ze hier werken, krijgen onze kandidaten meer ritme in hun leven en bereiden we ze voor op de volgende stap: werk als dat haalbaar is of dagbesteding als dat beter past. De meeste kandidaten doen dit werk voor een periode van tussen de vijf weken en vijf maanden. Dan hebben ze veel geleerd, ook over henzelf.’
Werkkracht werkt samen met vervoersbedrijf Valleilijn, dat sinds een tijdje RRReis heet. Babukhan: ‘Initieel werden onze kandidaten klaargestoomd voor een baan in de beveiliging. Ze leerden onder meer ‘observeren, signaleren, rapporteren’ – vaardigheden die je in die branche goed kunt gebruiken. Inmiddels stroomt lang niet iedereen meer uit naar een baan als beveiliger, maar de vaardigheden die ze hier ontwikkelen, zijn toepasbaar in elke werkomgeving.’
Extra ogen en oren
De mensen in de gele hesjes beantwoorden daarnaast vragen van reizigers op en rondom het station, houden druktes in de gaten en geven informatie door aan de gemeente, handhaving en de vervoersbedrijven. Babukhan: ‘Bijvoorbeeld van kapotte schermen in de bus of trein, grote hoeveelheden afval rondom stations en het aantal auto’s of scooters dat geparkeerd staan bij een bepaalde plek.’
‘We zijn een set extra ogen en oren van en voor de gemeente, handhaving en vervoersbedrijven’, legt Babukhan uit. ‘Op basis van onze informatie wordt bijvoorbeeld schoonmaakbedrijf Asito ingeschakeld en neemt de gemeente beslissingen over meer of minder parkeerruimte. Onze tellingen van fietsen hebben geholpen bij het bepalen van het aantal fietsparkeerplekken in de bewaakte fietsenstalling en op dit moment doen we tellingen voor de nieuwe P+R-voorziening die de gemeente wil bouwen.’