Een van de zeven spijspotten bij bestuursgebouw Atlas is gekraakt. Kamernood dwingt eerstejaars Pieter tot die actie.
Overdag valt het nauwelijks op. De spijspot die Pieter heeft uitgezocht voor overnachting ziet er uit als de andere zes, die min of meer willekeurig op het grasveld bij Atlas zijn neergezet. ‘Dans van de Spijspotten’ heet het werk van beeldend kunstenaar Bas Maters. De holle vaten slijten hun dagen in rust. En juist die rust viel Pieter op.
‘Tijdens de AID heb ik ze eens goed bekeken en viel het me op hoe stil en ruim ze van binnen zijn’, vertelt Pieter, wiens volledige naam bij de redactie bekend is. ‘Ik heb nog geen kamer en dus dacht ik: verrek daar kun je prima in slapen. En dat doe ik dus nu al sinds de colleges zijn begonnen. Elke avond rol ik mijn matje en slaapzak uit, en overdag loop ik college. In het weekeinde ben ik bij mijn ouders thuis.’
Als die tenten op de brug worden getolereerd, dan moet dit toch ook kunnen
Volgens Pieter, student Landschapsarchitectuur, is hij wel gedwongen tot deze stap. ‘Ik woon in Friesland, net een paar kilometer te dichtbij Wageningen om voorrang te krijgen voor een woning van Idealis. Maar dagelijks met het openbaar vervoer op en neer naar Friesland is geen optie. Dan ben ik een halve dag aan het reizen en dat gaat ten koste van mijn studie.’
Dat zijn tijdelijke onderkomen eigenlijk kunst is, is nieuw voor Pieter. ‘Dat wist ik niet. Bij ons in Friesland noemen we dit soort dingen heel anders.’ Tot nu toe is de kraakactie van Pieter onopgemerkt gebleven. ‘Maar dat zal nu wel anders worden, denk ik. Lezen veel mensen Resource? Aan de andere kant: als die tenten op de brug worden getolereerd, dan moet dit toch ook kunnen.’
Om op alles voorbereid te zijn, heeft Pieter een spandoek gemaakt met daarop de tekst: Kamernood Opgepot! ‘Als het nodig is rol ik dat uit. Mijn verblijf is dan officieel een kraakactie. Dan zullen ze me wel met rust laten, schat ik in.’ Voor de zekerheid doet Pieter toch een oproep. ‘Er staan nog zes potten leeg. En het is ’s nachts wel een beetje eenzaam hier. Dus wie wil, is welkom.’