Niet schaven, maar snoeien

Wat betekenen de bezuinigingen voor onderwijs, onderzoek en werkdruk?
Illustratie Valerie Geelen

Tekst Marieke Enter, Dominique Vrouwenvelder, Luuk Zegers en Roelof Kleis

Pas volgende week – Prinsjesdag – onthult het kabinet meer over de plannen voor het hoger onderwijs. Maar de sector moet zich schrap zetten voor enorme bezuinigingen, zo veel is wel duidelijk. WUR liet weten erop voor te sorteren met een bezuiniging van in eerste instantie 80 miljoen euro. Dat bericht leidde tot zorgen, merkte Resource. Wat betekenen de bezuinigingen voor Wagenings onderwijs, werkgelegenheid en werkdruk?

Vlak voor het zomerreces maakte WUR bekend ‘vanwege de veranderende financiële context’ te moeten bezuinigen. In eerste instantie gaat het om 80 miljoen euro, te bezuinigen door ‘scherp te kijken naar de uitgaven dit jaar’, en door ‘de kaders voor uitgaven in 2025 overall met 5 procent naar beneden bij te stellen’, verduidelijkte bestuurslid Rens Buchwaldt een en ander in een bericht op intranet.
Tegelijkertijd kondigden ook andere universiteiten bezuinigingen aan, soms al met concrete maatregelen. Universiteit Twente liet bijvoorbeeld weten te stoppen met de inzet van studentassistenten. De optelsom van berichten leidde tot bezorgde reacties. Welke impact krijgen de bezuinigingen op het onderwijs (op onderzoek komt Resource later terug), de werkgelegenheid en werkdruk in Wageningen

Bescheiden opdracht

De aangekondigde bezuiniging treft het onderwijs naar verwachting slechts marginaal, zegt onderwijsdecaan Arnold Bregt. ‘De raad van bestuur heeft gevraagd of er een miljoen bezuinigd kan worden op het geven van onze cursussen. Dat betreft de begroting 2025-2026. Die van dit studiejaar ligt al vast.’
Die bezuinigingsopdracht is volgens Bregt bescheiden. Het gaat om 1 miljoen euro op het budget voor het geven van de vakken, wat neerkomt op een bezuiniging van 1,6 procent. Dat is aanzienlijk minder dan de algehele bezuinigingsopdracht van 5 procent die de raad van bestuur heeft afgekondigd.
Dat de bezuinigingsopdracht voor het onderwijs nu al concreet is gemaakt, heeft volgens Bregt te maken met de begrotingssystematiek voor onderwijs. ‘De begroting voor 2025-2026 moet in april volgend jaar al klaar zijn. De uitkering van die gelden vindt pas in 2027 plaats. Als je nu niet ingrijpt, ben je te laat. De opleidingsdirecteuren zijn al op de hoogte gebracht. Zij kijken nu hoe ze het gaan invullen.’

Niet alle opleidingen worden door de bezuinigingen getroffen. Bregt: ‘We hanteren niet de kaasschaaf. Opleidingen die er in de vorige begrotingsronde geld bij hebben gekregen omdat ze versterkt moesten worden, gaan nu vrijuit. Het zou raar zijn om eerst geld te geven en vervolgens meteen weer te korten. De overige leveren, naar rato van de grootte van de opleiding, 1,6 procent in.’

Niet hetzelfde voor minder

Marjolijn Coppens, opleidingsdirecteur bij Biologie, vindt ook dat die 1,6 procent bezuiniging op onderwijs relatief meevalt. ‘Ik denk dat we daar samen met leerstoelgroepen wel uitkomen. Maar met dit kabinet verwacht ik in de toekomst meer bezuinigingen. Dan zullen we met de opleidingscommissie goed moeten kijken naar wat essentieel is en wat niet, en of we mogelijkheden zien om bijvoorbeeld vakken samen te voegen. We moeten opletten dat we ook echt met bepaalde dingen stoppen als we bezuinigen, en niet hetzelfde voor minder geld gaan doen.’

We gebruiken de bezuinigingen om groot onderhoud te plegen

Bregt ziet de bezuinigingsopdracht eveneens als een goede gelegenheid om nog eens kritisch naar de bestaande vakken te kijken. ‘We gebruiken het als aanleiding om groot onderhoud te plegen. Sommige vakken zijn erg duur geworden. We hebben het er met de opleidingsdirecteuren over gehad en ik heb weinig klachten gehoord. Dit wordt breed geaccepteerd. De laatste jaren is er voortdurend geld bijgezet om cursussen op peil te houden.’ De bezuinigingsopdracht wordt volgens Bregt niet gebruikt om minder renderende opleidingen op te doeken. ‘In het nieuwe Strategisch Plan wordt wel een analyse aangekondigd van het opleidingenportfolio, maar dat staat los van deze bezuiniging. We gaan het aanbod tegen het licht houden. Als de medezeggenschap tenminste akkoord gaat met het Strategisch Plan.’

Geen spek op de botten

Edith Feskens, hoogleraar Global Nutrition bij de Agrotechnology & Food Sciences Group (AFSG) en beheerder van de financiën van de clustergroep, vreest dat WUR er niet aan ontkomt om universiteitsbreed vervelende maatregelen te nemen. ‘Tachtig miljoen is zo’n tien tot vijftien procent van de totale WUR-begroting. Dat is niet irreëel, maar tegelijkertijd een hele hoop geld. En het is niet zo dat we veel spek op de botten hebben. Dat heeft geen enkele leerstoelgroep.’
De bezuiniging is overigens niet alleen de schuld van de politiek, nuanceert ze. ‘Door onze cao’s betalen we nu gemiddeld twaalf procent meer loonkosten dan twee jaar terug. Als de financieringsstromen dan niet meegroeien, moet je wel snijden in de overheadkosten.’

Door onze cao’s betalen we nu gemiddeld twaalf procent meer loonkosten dan twee jaar terug

Feskens hoopt wel dat WUR daarbij de balans tussen nice to have en need to have scherp in het oog houdt. ‘Het besturingsmodel van WUR is nou eenmaal zo dat leerstoelgroepen geld moeten verdienen door onderwijs te geven, via de promotiebonussen van aio’s en door projecten met goede tarieven uit te voeren. Als je daarop gaat bezuinigen, heb je ook minder inkomsten. En ik hoop niet dat we de maatregelen tegen hoge werkdruk teniet doen.’  

Laaghangend fruit

Hoofd Practicumondersteuning bij het Facilitair Bedrijf Nicole Jacobs, bij wie onderwijsbezuinigingen die de practica betreffen terechtkomen, ziet nog wel ruimte om te besparen. ‘Als practicumondersteuners proberen we uit duurzaamheidsoverwegingen al een aantal jaar of we kunnen besparen op materialen of apparatuur. Daarmee hebben we eigenlijk al een voorschot genomen op de bezuinigingen.’ Ze erkent dat besparen op materialen en apparatuur niet eindeloos mogelijk is. ‘Op den duur moet ik onze ondersteuning onder de loep nemen. We willen docenten zo veel mogelijk ontzorgen, maar dat staat wel op de tocht als wij het met minder moeten doen. Dan komen sommige taken weer terug op het bordje van de docenten, ook al hebben die al zo’n hoge werkdruk.‘

Een terrein waar bezuinigen vrijwel niet mogelijk is, hoort Resource uit verschillende hoeken, zijn excursies en veldpractica. Zeker omdat de hoeveelheid tijd voor veldwerk de afgelopen jaren al sterk is afgenomen. Jeroen Schoorl, universitair hoofddocent Geomorphology and Landscape Evolution Modelling, meldt bijvoorbeeld dat een van zijn buitenlandexcursies in twintig jaar terugging van 24 naar 13 effectieve excursiedagen en dat een veldpracticum werd ingedikt van 6 weken tot effectief 27 dagen. Hij waarschuwt: ‘Als de coronatijd ons iets heeft geleerd, dan is het dat de huidige generatie studenten in de coronatijd enorme schade heeft opgelopen op het gebied van veldkennis en -vaardigheden. Alle aard- en omgevingswetenschappelijke opleidingen in Nederland hebben dat geconstateerd. De rek is er wel uit.’

Bij excursies is de rek eruit

Docent Hydrologie Roel Dijksma, net terug uit IJsland, deelt zijn zorgen. ‘Door de jaren heen zijn we al met de stofkam door de veldvakken gegaan. Er is er geen laaghangend fruit meer om op te bezuinigen; elke keuze doet pijn. Nog korter het veld in is geen optie. Dat betekent automatisch onderdelen schrappen en dat gaat ten koste van de leerdoelen.’

Hij gaat verder: ‘We proberen nog een wormgat te vinden waardoor we kunnen bezuinigen op de uitgaven zonder dat het invloed heeft op de kwaliteit. Maar vooralsnog lijkt dat er niet te zijn. Bij de IJsland-excursie hebben we bijvoorbeeld alleen nog de optie om het aantal studenten te verminderen, tot een maximumaantal; een soort ‘eigen volk eerst’-procedure. Gevolg is wel dat mensen van buiten de eerste uienring pas na het verstrijken van de deadline weten of er plek voor ze is. Ik geef het je te doen om zo je masterpakket te moeten samenstellen.’

Geen uni-brede vacaturestop

Omdat 70 procent van de WUR-kosten bestaat uit personeelskosten, zullen keuzes ook daar consequenties gaan hebben, meldde Buchwaldt op intranet. Vooralsnog heeft dat geen gevolgen voor de werving, vertelt manager recruitment Johan Kanis desgevraagd. ‘Recruitment gaat niet over het openstellen van vacatures of verlenging van tijdelijke contracten. Dat is het werk van de directies. Vanuit de raad van bestuur is ook geen vacaturestop afgekondigd. Elk onderdeel van de organisatie kiest zijn eigen aanpak om de gestelde bezuiniging te realiseren.’

Op dit moment staan nog steeds tachtig vacatures open

‘Wel wordt meer dan voorheen gewogen of een vacature wordt opengesteld. Het aantal vacatures loopt al een tijdje terug; iedereen is voorzichtig met het budget dat-ie heeft. De afgelopen jaren hebben we heel veel mensen aangenomen. Die aantallen gaan we niet meer halen. Maar op dit moment staan nog steeds tachtig vacatures open. Werk zal er altijd zijn; we zijn een grote organisatie en de arbeidsmarkt is nog steeds moeilijk. Niet voor niks werven we ook in het buitenland.’


Tips welkom
Resource blijft de bezuinigingsoperatie de komende tijd volgen – en dan uiteraard ook bij Wageningen Research, dat in dit eerste artikel over de bezuinigingen nog even buiten beschouwing bleef. De redactie hoort graag voorbeelden of situaties die het verdienen om journalistiek tegen het licht gehouden te worden.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.