WUR-onderzoeker Marta Sopel werkte mee aan een pilot-onderzoek van het RIVM naar de aanwezigheid van mycotoxines – giftige stoffen geproduceerd door schimmels – in bloed en urine van vrouwen tijdens hun zwangerschap. Doel was te achterhalen of deze methode – humane biomonitoring genoemd – geschikt is voor risicoanalyses.
Mycotoxines zijn overal. Ze zitten in de lucht om ons heen, maar we krijgen ze vooral binnen via ons eten en drinken. ‘Alle mycotoxines zijn afkomstig van schimmels, maar niet alle schimmels produceren mycotoxines. Bovendien zijn niet alle stoffen die schimmels maken toxisch: penicilline gebruiken we bijvoorbeeld als antibioticum’, licht onderzoeker Marta Sopel (Wageningen Food Safety Research) toe. ‘Sommige mycotoxines veroorzaken abnormale weefselgroei, waardoor je er tumoren van kan krijgen. Sommige kunnen de groei van een het ongeboren kind beïnvloeden.’
Lichaamsstoffen
Sopel analyseerde in opdracht van het RIVM bloed- en urinemonsters van 36 vrouwen in het eerste trimester van hun zwangerschap op verschillende mycotoxines. ‘In die eerste drie maanden start de aanleg van de organen van de foetus, dat is een kritische periode voor de ontwikkeling van een baby. Door aanwezige concentraties in onze lichaamsvloeistoffen te meten, kunnen we achterhalen wat de blootstelling is geweest.’
Na de analyse van Sopel bekeken de RIVM-collega’s of de concentraties van die mycotoxines tot een mogelijk gezondheidseffect kunnen leiden. ‘Over het algemeen waren er geen noemenswaardige gezondheidsrisico’s.’ Bij één vrouw konden de onderzoekers de risico’s niet uitsluiten. Zij had hogere hoeveelheden van het mycotoxine Ochratoxine A in haar bloedserum dan de rest van de vrouwen. Sopel: ‘Die Ochratoxine A zit bijvoorbeeld in koffie. Het zou kunnen – maar we beschikken niet over die informatie – dat ze in de periode daarvoor veel koffie heeft gedronken, alhoewel cafeïneconsumptie wordt afgeraden voor zwangere vrouwen. De deelneemster zou er ook aan blootgesteld kunnen zijn op haar werk. Maar we weten het dus niet. In de toekomst kan het zinvol zijn om humane biomonitoring, zoals het meten van chemische stoffen in lichaamsmateriaal genoemd wordt, te combineren met metingen van mycotoxines in onze voeding en vragenlijsten.’
Black box
Toch zegt dat niet alles. ‘Het menselijk lichaam blijft deels een black box wat mycotoxines betreft’, aldus Sopel. ‘We weten niet precies hoe deze toxische stoffen zich door het menselijk lichaam bewegen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat ze via de ontlasting ons lichaam weer verlaten, in plaats van via urine. Of dat ze al in andere, onbekende stoffen zijn uiteengevallen of omgezet. Dan hebben we het in deze studie gemist. Onze huidige toxicologische kennis komt veelal van dierproeven, waarbij we de dieren doelbewust aan de stoffen blootstellen. Dat kunnen we met mensen natuurlijk niet op een zelfde manier doen.’
‘Voor nu is dit een prima meetmethode om blootstelling in mensen te meten’, zegt Sopel. ‘Maar het zou mooi zijn als we deze analyses in de toekomst kunnen combineren met voedingsdagboeken en informatie over de aanwezigheid van mycotoxines in ons eten.’