Ze is aan een opmars bezig. WUR-student Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning Sofie Dokter (21) gaat deze zomer naar de Olympische Spelen in Parijs en doet mee aan de meerkamp.
Honderd meter hordelopen, hoogspringen, kogelstoten, tweehonderd meter sprinten, verspringen, speerwerpen en achthonderd meter rennen. Zeven onderdelen verspreid over twee wedstrijddagen. Alles zo snel, hoog en ver als mogelijk. Sofie Dokter kan het.
Meerkamp
‘Sinds een week of twee weet ik dat ik naar de Olympische Spelen mag’, vertelt Dokter. ‘Ik heb me gekwalificeerd via de wereldranglijst. Daar sta ik in de top 24. Aan het begin van dit seizoen stond ik er al goed voor, maar ik wilde er toen niet te veel van uitgaan. Er kan nog van alles gebeuren en andere goede atleten waren ook nog punten aan het scoren voor de ranglijst.’
‘Mijn ouders deden vroeger aan atletiek, dus dat wilde ik als meisje ook proberen. Jonge kinderen die op atletiek zitten, doen eigenlijk altijd aan meerkamp: ze verkennen de onderdelen waaruit de atletieksport bestaat. Ik bleek al snel relatief goed. Ik won wat kleine wedstrijdjes en raakte daardoor gemotiveerd om nog meer mijn best te doen. Ik bleek ook prima mee te komen op de verschillende onderdelen, maar tegelijkertijd blonk ik nergens in uit; er was niet één onderdeel waarin ik mij wilde specialiseren en dus bleef ik meerkamp doen.’
Als kind had Dokter nog geen olympische droom. ‘Dat kwam pas toen ik steeds serieuzer begon te trainen en merkte dat ik het misschien ook wel zou kunnen, dat was bij de junioren denk ik. Toen ik voor het eerst Nederlands kampioen werd bij de onder 18 categorie durfde ik er voor het eerst echt van te dromen.’
Papendal en WUR
‘In mijn examenjaar kreeg ik een uitnodiging om naar Papendal te komen en daar te wonen en trainen. Ik woonde toen bij mijn ouders in Groningen en had daar ook al een studie uitgekozen: Spatial Planning and Design. Het leek me wel relaxed om het eerste jaar thuis te blijven wonen. Maar die kans van Papendal wilde ik natuurlijk niet laten gaan. Ik besloot in de buurt een studie te gaan doen. Het werd Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning bij WUR. Dat is qua onderwerp bijna hetzelfde als mijn oorspronkelijke keuze, maar dit is creatiever en dat vind ik achteraf gezien zelfs leuker.’
‘Mijn studie staat nu op een lager pitje, zeker in dit olympische jaar. Ik ben voornamelijk topsporter en probeer daarnaast te studeren. Ik train vijf dagen per week. Vaak trainen we twee keer per dag. Op de dagen dat we maar één training doen, is het een langere. Elke training staat in het teken van een andere discipline. Zo kan ik aandacht besteden aan alle onderdelen van de meerkamp. Toch vind ik het ook lekker om te kunnen studeren tussendoor; even iets anders dan sporten. Per periode bespreek ik met een studieadviseur wat de mogelijkheden zijn. In het eerste en tweede jaar heb ik wat meer vakken gedaan, dit jaar wat minder omdat het een olympisch jaar is. Ik heb nu bijna alle eerstejaarsvakken van mijn opleiding gehaald en ook al een paar tweedejaarsvakken.’
Parijs
‘Eind juli vertrekken we met het atletiekteam naar het noorden van Frankrijk. Daar doen we een zogenoemd pre-camp. We trekken onszelf terug in een bubbel om goed voorbereid aan de start van ons toernooi te verschijnen. Mijn wedstrijden zijn op donderdag 8 en vrijdag 9 augustus. Drie dagen van tevoren reizen we naar Parijs. We overnachten daar in het olympisch dorp.’
‘Ik probeer de zenuwen de baas te blijven door niet te veel na te denken over wat er gaat komen. Mijn teamgenoten Emma Oosterwegel – die ook bij WUR studeerde – en Anouk Vetter zijn allebei al vaker bij de spelen geweest en hebben allebei al een olympische medaille op zak. Zij hebben mij voorbereid op de drukte die me te wachten staat. In Parijs wil ik laten zien wat ik dit jaar heb geleerd tijdens mijn trainingen. Als dat lukt, kan ik mijn beste meerkampresultaat verbeteren. Over de plek op de uitslagenlijst denk ik niet na. Voor nu is deelnemen op zichzelf al een droom die uitkomt.’
Naast Dokter zal ook biologiestudent en baanwielrenner Steffie van der Peet haar olympisch debuut maken in Parijs. Van der Peet doet daar mee aan de onderdelen teamsprint (maandag 5 augustus), keirin (woensdag 7 en donderdag 8 augustus) en sprint (vrijdag 9 en zaterdag 10 augustus).