WUR-voedingskennis helpt sporters sneller herstellen van blessures

‘Topsport wacht meestal niet tot de wetenschap iets heeft bewezen.’
Een jumpers knee komt veel voor bij sprongsporten zoals basketbal en volleybal, maar ook veel hardlopers hebben er last van. Foto Shutterstock

De Olympische Spelen komen eraan. Op verschillende plekken binnen WUR zijn onderzoekers bezig met aan bewegen of sport gerelateerd onderzoek. Een van hen is universitair docent Marco Mensink. Mensink praat ons bij over lopend sport- en beweegonderzoek binnen de afdeling Humane Voeding en Gezondheid.

Bij de leerstoelgroep Nutritional Biology vindt veel voedingsonderzoek plaats, ook gerelateerd aan sport, vertelt Mensink. ‘Maar ik doe echt niet fulltime onderzoek naar voeding en sport’, haast hij zich erbij te zeggen. ‘Dat beeld hebben mensen soms. Studenten kennen me namelijk vooral als docent van het keuzevak Voeding en Sport en ik stond aan de wieg van de populaire MOOC Nutrition Exercise and Sports. Dus het is ook wel logisch, want voeding en gezondheid is altijd nauw verbonden aan sport en bewegen.’

‘Op het gebied van voeding en sport ontdekken we niet dagelijks nieuwe dingen, maar het is wel regelmatig in het nieuws’, aldus Mensink. ‘Voeding heeft eigenlijk op drie manieren invloed op sport en prestaties. In eerste instantie op gezondheid in het algemeen, ten tweede als bouwstoffen om trainingsadaptatie te ondersteunen en ten slotte het directe effect van voeding of supplementen  om prestaties te verbeteren, zoals bijvoorbeeld koolhydraten tijdens inspanning. Mijn directe collega Pol Grootswagers was deze week nog in het 8-uurjournaal om de goede prestaties van de wielrenners tijdens de Tour de France te duiden.’

Peesblessures

Mensink onderzoekt op dit moment, in samenwerking met de afdeling Sportgeneeskunde van Ziekenhuis Gelderse Vallei, het effect van voeding in relatie tot peesblessures. ‘Blessures zijn helaas onvermijdelijk in de sport. Peesblessures zijn veelvoorkomend – ze zijn zelfs vaker de oorzaak dat mensen stoppen met sport dan spierklachten – en vragen vaak een langdurige behandeling.’

Topsport loopt vaak vooruit op de wetenschap. Als iets aannemelijk klinkt en er is voordeel uit te halen, gaan sporters niet nog jaren wachten tot de wetenschap het heeft bewezen.

Marco Mensink, universitair docent Humane Voeding en Gezondheid

Mensink: ‘Een groot deel van onze pezen, de weefsels waarmee je spieren vastzitten aan je botten, bestaat uit het eiwit collageen. Dat is opgebouwd uit niet-essentiële aminozuren, de bouwstenen die ons lijf zelf kan maken. Je lichaam kan dus zelf peesweefsel maken. Maar door eerder onderzoek in het lab en bij dieren weten we dat collageensuppletie (het aanvullen van collageen, red.) de collageensynthese kan versterken. Vitamine C speelt daar ook een rol bij.’

Lopend onderzoek

Om deze vermoedens te testen in de praktijk, doen Mensink en zijn collega’s een grootschalige gerandomiseerde gecontroleerde trial (RCT). ‘We volgen mensen die voor langere tijd pijnklachten hebben aan hun kniepees, net onder de knieschijf. De deelnemers verdelen we in twee groepen die allemaal een vergelijkbaar trainingsschema krijgen en dagelijks een supplement. Bij de ene groep is dat supplement een placebo zonder werkzame stoffen, de andere groep krijgt collageen en vitamine C. Uiteindelijk willen we weten of pijnklachten sneller verdwijnen als je het actieve supplement krijgt. En we bekijken of collageen wellicht ook een beschermende werking heeft op scheurtjes in het peesweefsel.’

Vooral sporters die aan sprongsporten doen, kunnen baat hebben bij de kennis uit het onderzoek. ‘Peesklachten zijn veel voorkomend, maar pijn aan de kniepees is wel sportspecifiek. Ze noemen dat ook wel een jumpers knee. Het komt vaker voor bij volleyballers en basketballers, maar ook veel bij hardlopers. We hopen dat we sporters hiermee weer sneller kunnen laten meedoen.’

Maatschappelijk relevant

Over een jaar hoopt Mensink alle resultaten uit deze studie te hebben verzameld. ‘Maar ik sluit niet uit dat sporters op het hoogste niveau nu al collageen innemen. Topsport loopt vaak vooruit op de wetenschap. Als iets aannemelijk klinkt en er is voordeel uit te halen, gaan sporters niet nog jaren wachten tot de wetenschap het heeft bewezen.’

‘Daarnaast proberen we kennis uit de top- en breedtesport nu ook toe te passen op andere doelgroepen, zoals allerlei patiëntengroepen en ouderen. Zo maken we het meer maatschappelijk relevant.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.