Tijdens de protesten van Wageningen for Palestine op de campus vorige week (waarbij activisten de toegang tot de campus blokkeerden met spandoeken en badkuipen in de hoop de raad van bestuur te bewegen tot een debat over het boycotten van Israëlische instituten) dacht ik na over de machtsverhouding waarmee wij, demonstranten, onderzoekers, promovendi, studenten en medewerkers, te maken krijgen als we het tegen WUR willen opnemen.
Dat Wageningen for Palestine protesteert is belangrijk, want niemand zou op welke wijze dan ook genocide moeten steunen. Maar het blokkade-protest zorgde ook voor spanningen, omdat mensen die dat wél wilden, niet naar hun werk konden. Het tentenkamp van de demonstranten staat nog steeds op de campus en het protest is daarmee nog steeds actueel. Er is blijkbaar geen oplossing in zicht. Ik vraag me daarom af of de universiteit, als instituut, iets geeft om dit protest, en zo ja, wat ze daarmee doen?
Telkens loopt zo’n dialoog van WUR op dezelfde manier dood
Zonder het protest over WUR en de situatie in Palestina te willen vergelijken met andere geschillen op de campus, zijn er meer zaken die hebben geleid tot onenigheid tussen partijen bij WUR. Bijvoorbeeld de loonkloof tussen beurspromovendi en de promovendi die bij WUR op de loonlijst staan. En het huisvestingsprobleem met flexwerken als gevolg. En de dubieuze samenwerkingen met niet-zo-duurzame partijen. Bij al deze kwesties hebben we met hetzelfde verschijnsel te maken: een instituut dat het oneens is met ons (met een groep studenten en/of medewerkers) maar dat veel meer macht heeft dan wij. Vooralsnog.
Mij is een duidelijk patroon opgevallen in de wijze waarop WUR op protest reageert: de organisatie moedigt aan en zegt bereid te zijn om in dialoog te gaan. En soms gebeurt dat ook echt. Maar telkens loopt zo’n dialoog op dezelfde manier dood, in mijn woorden: ’We nemen je mening in overweging; we moeten beter communiceren; maar we blijven bij ons besluit om het zo te doen.’
WUR heeft de macht beslissingen te nemen en een koers te bepalen. Of dat nu het dichten van de loonkloof tussen promovendi is; het beschikbaar maken van voldoende werkplekken en faciliteiten voor medewerkers; of het weigeren samen te werken met partijen die niet passen bij de ‘meest duurzame universiteit’. WUR heeft zelfs de macht een standpunt in te nemen over een staakt-het-vuren in Palestina.
Met deze macht komt een flinke verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid om de macht aan te wenden in ieders voordeel.
Willy Contreras-Avilés (34) is tweedejaars promovendus Tuinbouw en Biochemie van medicinale cannabis uit Panama. Hij houdt van dansen (perreo), Italiaans koken en zwemmen.