Muggen steken de ene mens vaker dan de andere. Dat heeft mogelijk te maken met hun voortplanting. Die van de mug, welteverstaan.
Marieke de Swart is zo’n mens. Muggen vinden haar lekker. Tot een decennium terug was ze daarom nogal panisch voor muggen. ‘Ik had vroeger een strikt deurbeleid als iemand ’s avonds in mijn kamer wilde komen. Licht uit, deur open, snel naar binnen, deur weer dicht, licht aan. Zelfs het sleutelgat plakte ik af.’ Die afkeer is veranderd in fascinatie voor het ‘dodelijkste dier op aarde’. De Swart: ‘Dat zo’n klein beestje zo’n groot effect heeft.’
Dat de ene mens vaker wordt geprikt dan de andere is geen fabeltje. ‘Onlangs nog werd in een studie in Nature de 80/20-regel bevestigd’, zegt entomoloog De Swart. ‘Tachtig procent van de prikken gaat naar twintig procent van de mensen. Waarom is dat zo? Welk evolutionair voordeel heeft de mug bij een aantrekkelijke gastheer? ‘De simpelste aanname is dat het te maken heeft met voorplanting’, zegt De Swart. ‘Het bloed van een aantrekkelijke gastheer levert meer eitjes op.’
Hongerig
In het proefschrift The smell of success doet De Swart verslag van haar onderzoek. Zij zocht en vond 49 mannelijke studenten, PhD’ers en medewerkers bereid zich meerdere keren ‘lek’ te laten prikken door Anopheles coluzzii, de mug die malaria overdraagt. Vrouwen deden niet mee; hun hormonale schommelingen verstoren mogelijk de uitkomsten. De proefpersonen stonden bloed af en legden hun onderarm een kwartier lang op een emmertje met twintig hongerige vrouwtjesmuggen. Die sessie werd vier keer herhaald, met tussenpozen van vijf weken.
De Swart zette elke mug na de maaltijd op de foto om te meten hoeveel bloed was genuttigd. De weken erna hield ze bij hoeveel eitjes werden gelegd. Die productie van een voeding op de arm van de proefpersoon werd afgezet tegen die van een voeding op afgenomen bloed. ‘Om te zien of de huid en de daarop aanwezige bacteriën een rol spelen in de aantrekkelijkheid.’ In een windtunnel vol muggen werd de aantrekkingskracht gemeten van de zweetgeur van elke proefpersoon.
Raadselachtig
Zo’n geurtest luistert nauw. Gebruikte crèmes en geurtjes verstoren de natuurlijke mensengeur. De Swart: ‘Twee dagen voor de test mochten de proefpersonen zich daarom alleen nog maar met neutrale zeep douchen. Een dag van tevoren mochten ze helemaal niet meer douchen en ook geen bananen eten, knoflook, chili of citrusvruchten. Van bananen is bekend dat het de aantrekkelijkheid voor muggen vergroot.’ Tegenover alle kommer en kwel stond overigens honderd euro beloning.
En wat leverde het op? Niet het harde bewijs dat De Swart zocht. Het aantal gelegde eitjes, als maat voor succesvolle voortplanting, verschilt aanzienlijk tussen muggen: van 60 tot iets meer dan 100. ‘Maar het verschil is nét niet significant’, erkent ze. ‘Toch lijkt het er wel op dat er een verband is. Misschien ligt het aan de vrij kleine groep proefpersonen, die bovendien niet representatief is. Ik heb vrouwen uitgesloten. De test vond bovendien in het lab plaats en niet in het veld. Er kunnen zoveel factoren een rol spelen.’
De Swart toonde wel andere significante verbanden aan. Zo is een meer diverse gemeenschap van huidbacteriën minder aantrekkelijk voor muggen. Het bacteriegeslacht Sphingomonas correleert met meer eitjes. Raadselachtig daarentegen is dat meer Sphingomonas op de huid de proefpersoon juist minder aantrekkelijk maakt. Al heeft De Swart daar wel een mogelijke verklaring voor. ‘Sphingomonas omvat meerdere soorten bacteriën. Het zou kunnen dat een specifieke bacterie uit die groep voor meer eitjes zorgt en een andere voor minder aantrekking.’
Bloedgroep
De Swart onderzocht naast de rol van geur ook die van de samenstelling van het bloed. Doet de bloedgroep er bijvoorbeeld toe? De Swart: ‘Nee, blijkt uit een literatuurstudie die ik heb gedaan. Een aantal studies zegt dat bloedgroep B aantrekkelijk is, andere onderzoeken noemen juist bloedgroep O of vinden helemaal geen verschil. In mijn onderzoek zie ik ook geen verschil. Daarbij moet gezegd worden dat mijn populatie proefpersonen heel scheef was wat bloedgroep betreft.’
Tachtig procent van de prikken gaat naar twintig procent van de mensen. Waarom?
De onderzoeker vond daarentegen wel opmerkelijke verschillen in de respons van het bloed van proefpersonen op blootstelling aan pathogenen. Het bloed van aantrekkelijke gastheren levert aanzienlijk meer cytokines, signaalstoffen geproduceerd door witte bloedcellen als onderdeel van de immuunrespons van het lichaam. De Swart: ‘Vooral IL-22 (interleukine-22), dat geassocieerd wordt met een respons tegen schimmels. Dat is een aanwijzing dat aantrekkelijkheid voor muggen verband kan houden met de immuunrespons tegen schimmels. Muggen zouden dan gastheren uitzoeken die sterker op schimmels reageren.’
De Swart heeft ook kort gekeken naar de mogelijke rol van ras als verklarende factor voor aantrekkelijkheid. ‘Ik zag geen verschil, maar de groep proefpersonen was ook merendeels Europees’, zegt de onderzoeker daarover. ‘Genetica zal zeker een rol spelen, maar ik denk dat nurture – de cultuur en omgeving waarin je opgroeit – en dieet veel belangrijker zijn.
‘Het eten van bananen vergroot de aantrekkelijkheid voor muggen. En ik denk dat er veel meer van dit soort verbanden met voeding zijn. Iets dergelijks kan ook gelden voor het immuunsysteem. Er is veel individueel verschil in hoe het immuunsysteem is ‘opgevoed’. Die verscheidenheid is denk ik veel belangrijker om de verschillen in aantrekkelijkheid voor muggen te verklaren dan bijvoorbeeld ras.’