Voor natuurliefhebbers is het een soort heilige graal: een nieuwe soort ontdekken. Student Bram van den Bergh valt voor het tweede jaar op rij met de neus in de boter. Op speurtocht voor de Bioblitz op de campus ontdekte hij een voor Nederland nieuwe soort bladluis. Het gaat om de Brachycaudus lateralis, een soort die voorkomt op Jacobskruiskruid en distels.
Vrijdag twee weken terug liep de bachelor Bos- en Natuurbeheer samen met Ruben Koiter in de natuurtuin van Lumen. Op zoek naar orchideeën, waar ze beiden liefhebber van zijn. ‘Net buiten de tuin zagen we langs het pad Jacobskruiskruid staan, waarvan de onderkant van de stengel helemaal bedekt was met aarde’, vertelt Van den Bergh. Zijn nieuwsgierigheid was gewekt. Zeker toen hij zag dat er mieren rondliepen.
Symbiose
‘Ik weet dat sommige mieren kolonies bladluizen onderhouden in aarde. In ruil voor die bescherming krijgen ze honingdauw die de luizen afscheiden. Een mooie vorm van symbiose’, legt Van den Bergh uit. ‘Ik krabde wat aarde weg, waarna een hele hoop bladluizen tevoorschijn kwamen. Ik heb een paar foto’s genomen, zodat ik ze later kon determineren.’ Dat bleek niet zo moeilijk.
Na raadpleging van wat determinatie-sites op internet bleek het om de Brachycaudus lateralis te gaan. ‘Maar toen ik ‘m wilde invoeren op waarneming.nl ging dat niet, omdat-ie niet in de soortenlijst voorkwam. Ik dacht: verrek, dit is een voor Nederland nieuwe soort! Superleuk natuurlijk.’ Nader onderzoek van een gevangen exemplaar onder de microscoop bevestigde de identiteit.
Klimaatverandering
Het opmerkelijke is dat Van den Bergh tijdens de Bioblitz een jaar geleden ook al een nieuwe bladluis ontdekte, de Aphis loti, die voornamelijk op rolklaver zit. Dat het nu weer raak is, is volgens Van den Bergh overigens minder uitzonderlijk dan het lijkt. ‘Er zijn maar weinig mensen die naar bladluizen zoeken. Daarnaast trekken door klimaatverandering veel soorten vanuit het zuiden naar het noorden.’
Mieren hebben hier een soort tent gebouwd van aarde; de bladluizen voelen zich daar veilig
Bram van den Bergh, student Bos- en Natuurbeheer
In de kolonie zie je verschillende verschijningsvormen van de bladluis, legt Van den Bergh uit. ‘Bladluizen verschijnen als apteren en alaten. De apteren zijn de groene jonkies. Naarmate ze ouder worden, kleuren ze zwart. De alaten met vleugels zijn zwart. Verder zijn er ook nog lichtbruine individuen; dat zijn de geparasiteerde bladluizen. Daar heeft een sluipwesp eitjes in gelegd. De luis is vervolgen van binnenuit opgegeten. Wat overblijft is een bruin exoskelet.’
Kolonie
Typerend voor de Brachycaudus lateralis is volgens Van den Bergh dat ze kolonies vormen die met aarde bedekt zijn. ‘Normaal doen ze dat onder de grond rond de wortelhals van de plant. Hier hebben mieren een soort tent gebouwd van aarde. De bladluizen voelen zich daar veilig. Dat is waarom ze hier ook op de stengel boven de grond zitten.’