Den Haag – Geert Wilders (PVV), Dilan Yesilgoz (VVD), Caroline van der Plas (BBB) en Pieter Omtzigt (NSC) tijdens de presentatie van het hoofdlijnenakkoord. ANP Koen van Weel ‘Laten we de toekomstige generatie studenten maar gewoon helemaal opgeven.
Dat is de boodschap van de formerende partijen in het hoofdlijnenakkoord dat ze onlangs hebben gepresenteerd. Dit is een desastreuze ontwikkeling op alle gebieden voor actieve studenten.
Studenten zijn eenzamer, ervaren meer stress (vooral door prestatiedruk) en maken zich meer zorgen over hun financiële situatie dan ooit te voren. Voorgedragen oplossingen hiervoor zijn het normaliseren van verdedigbare studievertraging (zodat er een cultuur gecreëerd kan worden waarin je fouten mag maken), een basisbeurs met daarin een toereikend bedrag voor de huidige economie (zodat studenten zich in ieder geval geen zorgen hoeven te maken of dat ze rond kunnen komen zonder naast een voltijds studie nog 20 uur per week te moeten werken) of het faciliteren van verenigingen voor en vooral ook door studenten om eenzaamheid tegen te gaan.
Waar ieder van ons gehoopt had dat het hoofdlijnenakkoord oplossingen zou bieden voor deze en andere problemen, is helaas het tegenovergestelde waar. Het nieuwe kabinet is namelijk voornemens om een langstudeerboete in te voeren. Dit betekent dat je collegegeld met 3.000 euro wordt verhoogd op het moment dat jij meer dan één jaar studievertraging hebt. Het gevolg hiervan zal onvermijdelijk zijn dat de druk op tentamens hoger wordt en de interesse voor bestuursjaren en commissies gaat dalen. Met als gevolg dat het studentenleven – dat zeker in Wageningen voor een groot deel gedragen wordt door verenigingen – op de tocht komt te staan.
Wanneer commissies of bestuursjaren doen riskanter wordt omdat studievertraging zoveel duurder wordt, vrezen wij dat veel studenten de keuze zullen maken om op veilig te spelen en die commissie of dat bestuursjaar toch maar niet meer te doen. Dit terwijl het doen van zulke activiteiten het niveau van onze studenten juist enorm verhoogt.
Naast deze ingrijpende maatregel is er ook het voorgenomen besluit om de basisbeurs met 35 procent te verlagen. Dit heeft tot gevolg dat de financiële druk op onze studenten verder toeneemt. Als gevolg hiervan zullen studenten meer moeten gaan werken om rond te komen, waardoor ze minder tijd hebben om tot rust te komen of iets leuks te gaan doen. Of ze moeten meer geld gaan lenen tegen een rentepercentage dat afgelopen jaar vijf keer over de kop is gegaan, waardoor de problemen later alleen maar groter worden.
Als partij voor actieve studenten kijkt VeSte samen met de raad van bestuur van de universiteit hoe we de impact van deze maatregelen zo klein mogelijk kunnen maken. Dit doen wij om gezamenlijk te zorgen dat WUR een universiteit blijft waar je af en toe een fout mag maken en waar je óók buiten je studie om genoeg ontwikkelingsmogelijkheden hebt.’
Tekst Steg Snelders
