Katoen groeit niet in Nederland. Daar is het hier, ondanks de klimaatverandering, te koud voor. Dus is de kledingindustrie aangewezen op landen als India, China, Australië en de VS. Maar kan katoen misschien groeien in een kas? Ja, laat WUR-onderzoeker Filip van Noort zien. Door samenwerking met kledingproducent G-Star is de eerste blauwe kaskatoenen broek een feit.
Translation in progress
G-Star promoot het duurzame kaskatoen als Home Grown Denim. Nederkatoen zou ook hebben gekund, beaamt Van Noort, die eerder al naam maakte met nedervanille. ‘Maar G-Star denkt meer aan de internationale markt, vermoed ik.’ Op die markt staat home grown katoen overigens voor katoen van eigen bodem.
Pesticidevrij
De katoen van Van Noort is wezenlijk anders dan die uit het buitenland. Niet alleen van eigen bodem, maar vooral geteeld in de kas onder strikt gereguleerde omstandigheden, pesticidevrij en met maximaal hergebruik van het gebruikte (regen)water. Zelfs het woord bodem dekt niet de hele lading. Een deel van de honderd gebruikte planten in de WUR-kas in Bleiswijk groeide op substraat en een ander deel op steenwol.
Om kaskatoen rendabel te maken zal de productie omhoog moeten en/of de kosten omlaag
Filip van Noort, gewasspecialist Wageningen Plant Research
De voordelen van kassenteelt zijn aanzienlijk. Katoenplanten in de kas worden groter (tot wel vier keer), produceren meer katoen (5 tot 23 keer meer) en gebruiken (door hergebruik) zo’n 95 procent minder water. De planten van Van Noort gebruikten bijna uitsluitend de zon als warmtebron en konden toe met biologische bestrijding om ziekten goeddeels buiten de deur te houden. Door de lokale productie wordt bovendien fors bespaard op transportkosten.
Dat klinkt allemaal te mooi om waar te zijn, vindt ook Van Noort. De feiten kloppen uiteraard, maar kaskatoen kent ook nadelen. De kosten springen meteen in het oog. ‘Kasteelt is altijd duurder dan teelt buiten’, zegt hij. Om kaskatoen rendabel te maken zal de productie omhoog moeten en/of de kosten omlaag. En grote planten zijn weliswaar goed voor de opbrengst, maar een nadeel voor het oogsten.’
De paar katoenen broeken die G-Star van de eerste opbrengst (in Nederland) heeft gemaakt, zijn dan ook onbetaalbaar. ‘Maar ik ben blij met hoe ver we nu zijn’, zegt Van Noort. Een vervolg is al in de maak. ‘We zijn bezig met een nieuwe proef die moet aantonen of er in de nabij toekomst een verdienmodel in kaskatoen zit.’
Niche
Katoenteelt buiten zal niet zomaar worden vervangen door kaskatoen. Van Noort denkt meer aan een nichemarkt voor duurzame producten. ‘Voor mij zit de waarde van dit project vooral in de disruptieve manier van denken. Dit is een totaal andere manier van kweken. Mogelijk kunnen we hier lessen uit trekken voor de teelt buiten. Dat geldt niet alleen voor katoen, maar voor alle buitenteelten waar veel water en voeding nodig is.’