Twee vogelgriepvaccins zijn in de praktijk effectief tegen infectie met het virus. Dat blijkt uit een veldproef door Wageningen Bioveterinary Research in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Het ministerie spreekt van een belangrijke stap richting grootschalige vaccinatie van pluimvee.
Uit eerder onderzoek in het laboratorium bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) was al gebleken dat twee vectorvaccins tegen hoogpathogene vogelgriep effectief zijn tegen verspreiding van het virus. Omdat de effectiviteit van een vaccin in een pluimveestal anders kan zijn dan in een laboratorium, worden deze twee vaccins vervolgens getest op twee legbedrijven. Dit onderzoek wordt gedaan door Wageningen University & Research (WBVR), Royal GD (Gezondheidsdienst voor Dieren) en de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
Transmissieproeven
Voor de veldproef zijn afgelopen september 1.800 eendagskuikens gevaccineerd tegen vogelgriep. Vervolgens worden op verschillende momenten transmissieproeven gedaan. Daarbij wordt een aantal kippen uit de stal gehaald en blootgesteld aan het vogelgriepvirus. Uit de eerste transmissieproef, acht weken na vaccinatie, is gebleken dat de vaccins infectie voorkomen. De komende anderhalf jaar worden nog meer transmissieproeven uitgevoerd om de effectiviteit van de vaccins gedurende de volledige legperiode te onderzoeken. Dat de vaccins in de praktijk bescherming bieden, is een belangrijke stap richting grootschalige vaccinatie.
Vervolgpilot
De volgende stap is een pilot waarbij pluimvee op meerdere legbedrijven wordt gevaccineerd met een vaccin dat is goedgekeurd voor de Europese markt. WBVR is vooralsnog niet betrokken bij die pilot, die vooral gericht is op andere vaccinatie-aspecten, zoals ervaring opdoen met de toediening van vaccins en de mogelijke negatieve effecten op de handel in pluimveeproducten.