In het huis van bibliotheekmedewerker Dannie de Kleijn woonde de Joodse student Bernhard van Gelder. Hij werd vermoord in Auschwitz. Voor het huis komt een herinneringssteen.
In de stoep voor Gravinnestraat 2 in Wageningen ligt een afwijkende tegel. Op de tegel staat: Boas Roffesa 1900 – 1943 instrumentmaker. Hij woonde met zijn vrouw Anna in de oorlog op dit adres. Maar de Roffesa’s woonden er niet alleen. Van november 1940 tot voorjaar 1943 leefde hier ook Bernhard van Gelder, student aan de Landbouwhogeschool. Verder dan zijn propedeuse kwam hij niet; hij stierf in Auschwitz.
Dannie de Kleijn, teamleider Front Office van de Forum Library, woont al een jaar of vijf in de Gravinnestraat als er een brief op de mat ploft. Er wordt een steen voor Boas Roffesa geplaatst, als herinnering aan wat er in de oorlog met hem is gebeurd. Het is dan 2012. Die geschiedenis gaat pas echt leven als De Kleijn door de Open Joodse Huizen-route wordt benaderd. ‘Of we mee wilden doen door het verhaal te vertellen over de vroegere Joodse bewoners van ons huis. Zo is het begonnen.’ Het is dan 2019, net voor corona uitbreekt. Na corona gaat ze op onderzoek uit. Twee keer heeft ze inmiddels ‘open huis’ gehouden en het verhaal verteld van – vooral – Boas en Anna. Dit jaar richt ze zich ook op Bernhard. Voor zover er een verhaal is, want de informatie is schaars.
Clandestien
Bernhard van Gelder wordt op 23 februari 1916 in Den Haag geboren als de jongste zoon van rabbijn Izak van Gelder en zijn vrouw Lea Coster. Het gezin telt acht kinderen. Bernhard vertrekt oktober 1936, hij is dan 20 jaar, naar Groningen om daar te gaan studeren aan de Middelbare Landbouwschool. Daar ontmoet hij ook zijn latere vrouw Martha, dochter van de in Groningen bekende fotograaf Joël de Lange. Net als hij, is zij van Joodse komaf. Wanneer het jonge stel is zij getrouwd, is niet duidelijk.
Bernhard besluit een vervolgopleiding in Wageningen te gaan doen. Hij schrijft zich voor het studiejaar ‘39-‘40 in voor de studie Nederlandse Landbouw. Hij woont een half jaar bij een Joodse hospita in Renkum, verkast dan voor zeven maanden naar Veenendaal, om uiteindelijk eind november in Wageningen neer te strijken in de Gravinnestraat. De oorlog is dan al een half jaar aan de gang. Wat Bernhard precies deed in de oorlog is niet bekend.
Als Bernard hoort dat zijn ouders zijn opgepakt, vertrekt hij naar zijn ouderlijk huis
In de jaarboeken van de Landbouwhogeschool staat hij niet meer ingeschreven. Desondanks vermeldt het jaarverslag over 1942 dat hij op 21 april zijn propedeutisch examen heeft gehaald. Clandestien, want Joodse studenten werden geweerd uit het hoger onderwijs.
Auschwitz
In februari 1943 worden de ouders van Bernhard opgepakt en afgevoerd naar kamp Westerbork. Op 10 maart gaan ze op transport naar Sobibor, waar ze op 13 maart direct na aankomst worden vermoord. Als Bernard hoort dat zijn ouders zijn opgepakt, vertrekt hij naar het ouderlijk huis. ‘Iemand,’ zegt De Kleijn, ‘we weten niet wie, stuurt Bernhard bericht dat als hij zich aangeeft, zijn ouders zullen worden vrijgelaten. Hij gaat, ondanks waarschuwingen uit zijn omgeving die toezegging niet te geloven.’
Die waarschuwing blijkt zeer terecht. Bernhard en Martha worden in Den Haag opgepakt en op 2 april 1943 in kamp Vught ondergebracht. Zijn ouders zijn dan al anderhalve maand dood. Uit de stukken van het Arolsen Archief (slachtoffers van het Nazi-regiem) blijkt dat Bernhard en Martha op 2 juli arriveren in kamp Westerbork. Daar verblijven ze nog tweeënhalve maand, voor dat ze op 21 september op transport worden gezet naar Auschwitz. Bernhard wordt twee dagen later direct na aankomst vermoord. Martha overleeft het kamp, hertrouwt na de oorlog en emigreert naar Toronto in Canada. Daar overlijdt ze in april 2008.
Vaag portret
Dit zijn de kille feiten. Maar wie was Bernhard van Gelder? Wat waren zijn plannen? Waar droomde hij van? En vooral: hoe zag hij eruit? Wat dat laatste betreft beschikt De Kleijn over een antwoord. Contact met een ver familielid heeft een familiefoto opgeleverd, waarop Bernhard en Martha te zien zijn. Klein weliswaar en vaag, maar het vult een gat. Bestudering van de weinige archiefstukken licht nog een paar tipjes van de sluier op. De administratie van Westerbork vermeldt dat Bernhard leraar is in landbouw en Hebreeuws. Hij wordt bovendien ‘geacht zelfstandig te kunnen optreden en kan goed met publiek omgaan’. En over zijn fysieke toestand: ‘mank, verder gezond’.
De stukken van de Joodsche Raad vertellen bovendien nog een verhaal. Bernhard en Martha zijn in 1943 druk bezig naar Palestina te emigreren. De Kleijn denkt zelfs dat de studie in Wageningen bedoeld was om een leven in Palestina op te kunnen bouwen. Op 31 augustus, drie weken voor het vertrek naar Auschwitz, lijken de papieren in orde. Op 27 september schrijft de afdeling emigratie met ambtelijke precisie: verdere stappen hebben geen doel. 23/9. Die dag is Bernhard van Gelder vergast.
De Open Joodse Huizen-route vindt plaats op zondag 28 april. Informatie op de website van Wageningen 45.