Boerenprotesten: ‘Bestaanszekerheid is de grote gemene deler’

Han Wiskerke, leerstoelhouder Rurale Sociologie, geeft duiding.
Illustratie met een boer met een hooivork en een koe. ‘De heftigheid van de huidige protesten wordt vooral verklaard door gebrek aan perspectief.’ Illustratie Valerie Geelen

Van de A50 bij Beekbergen tot Brussel, Berlijn en Parijs: boerenprotesten zijn er de laatste tijd door heel Europa. Wat is er aan de hand, wat heeft het internationale boerenoproer gemeen met dat in Nederland en hoe komt de sector ooit weer tot bedaren? Han Wiskerke, leerstoelhouder Rurale Sociologie, geeft duiding. ‘Het gebrek aan toekomstvisie is fnuikend.’

Felle boerenprotesten zijn in Nederland inmiddels een kleine drie jaar gaande, met als directe aanleiding de dreigende krimp van de veestapel vanwege de stikstofcrisis. Recent volgden ook boerenprotesten in bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk, België, Italië, Roemenië en Spanje. De leerstoelgroep Rurale Sociologie volgt die ontwikkelingen met bovengemiddelde interesse; de groep heeft de dynamiek van landbouw en regionale plattelandsontwikkeling als werkveld. Aan leerstoelhouder Han Wiskerke daarom de vraag de actuele Nederlandse en ook de Europese boerenprotesten te duiden.

Bij de Duitse boeren ging het om diesel, in Frankrijk om bestrijdingsmiddelen, in Spanje om water en in Nederland om stikstof. Tegelijkertijd gaan ze over hetzelfde?
‘De gemene deler van boerenprotesten, zowel geografisch als in de tijd, is eigenlijk altijd bestaanszekerheid. Boeren roeren zich vanwege dat fundamentele vraagstuk, in eerste instantie in het hier en nu: lukt het nog om brood op de plank te krijgen met mijn bedrijf? Bestaanszekerheid op de langere termijn krijgt boeren eveneens de barricaden op: kan ik nog boer blijven, kunnen mijn kinderen straks het bedrijf overnemen? En wat ook meespeelt, maar in mindere mate, is het gevoel van aantasting van het vrije ondernemerschap.’

In hoeverre hebben boeren een punt met hun zorgen?
‘Er is ze de laatste jaren een grote hoeveelheid gedetailleerde interventies opgelegd op het gebied van milieu en natuur. De huidige regeldruk is enorm en heeft soms idiote trekjes, met maatregelen waarvan amper duidelijk valt te maken waartoe ze dienen.’

De huidige regeldruk is enorm en heeft soms idiote trekjes

‘Neem dat idee van kalenderlandbouw. Als boeren niet voor 1 oktober hun aardappelen oogsten, mogen ze het jaar erop minder mest uitrijden. Dat geldt ook in een jaar waarin dat heel slecht uitpakt, zoals vorig jaar: met een heel nat voorjaar, droge zomer en een kleddernat najaar. Dat zorgt voor onbegrip. Boeren hebben het gevoel bekneld en geknecht te worden door een onbetrouwbare overheid.’

Is dat waarom het er bij protesten steeds harder aan toegaat?
‘Deels, al denk ik dat de heftigheid van de huidige protesten vooral wordt verklaard door gebrek aan perspectief. Boerenprotesten waren er afgelopen decennia ook, maar toen bestond tenminste een soort gedeelde opvatting over waar het naartoe moest met de landbouw.’

‘Nederland exportland’, dat was het frame waarmee veel milieuwetgeving jarenlang vakkundig buiten de deur is gehouden

‘Zeker in de jaren ‘60 en ‘70 was de richting duidelijk: de landbouw moest groeien, ‘Nederland exportland’. Dat was ook het frame waarmee veel milieuwetgeving jarenlang vakkundig buiten de deur is gehouden of afgezwakt, ook door het ministerie zelf – vanuit het idee dat er in de toekomst wel technische oplossingen voor zouden komen. Dat bleek een misrekening. Daardoor dreigen nu alsnog stevige maatregelen, terwijl de agrarische inkomens toch al onder druk staan en een helder perspectief ontbreekt. Het gebrek aan toekomstvisie is fnuikend.’

Maar veel Nederlandse boeren zijn, op papier althans, miljonair. Zo slecht is het toch niet gesteld met de agrarische inkomens?
‘Dat verschilt enorm. We hebben daar in 2020 vrij uitgebreid onderzoek naar gedaan. Toen al bleek dat nog maar 25 procent van de boeren het inkomen puur uit landbouw haalt. De overgrote meerderheid verdient een belangrijk deel van het inkomen met andere activiteiten binnen het bedrijf, zoals horeca of recreatie, of zelfs een baan buiten bedrijf. En terwijl alle ondervraagden ontevreden waren over de opbrengsten van de landbouw, waren bijna alle boeren met aanvullende inkomsten wel tevreden over het gezinsinkomen. Sommige boeren hebben puur om economische redenen hun bedrijf verbreed. Daar zit pijn. Voor hen is dit nooit de bedoeling geweest van het boer-zijn.’

Het raakt hun identiteit als voedselproducent, bedoel je? ‘No farmers, no food’?
‘Niet op die manier. De identiteit van de boer als voedselproducent en het idee van ‘geen boeren, geen voedsel’ is naar mijn mening vooral nogal dik aangezet door big agro – omdat het ze goed uitkomt. Boeren hoor ik eigenlijk weinig over ‘voedsel produceren’, terwijl ik toch ben opgegroeid in een familie van echte akkerbouwers en als wetenschapper heel wat boeren heb geïnterviewd. Boeren gaat het vooral om hun gewas of hun dieren, en om het vakmanschap dat ervoor nodig is om mooie producten en een goede opbrengst te krijgen. Ze identificeren zich vooral met vrij ondernemerschap, met buiten zijn en met werken met de natuurlijke elementen.’

Is het begrip ‘boer’ toe aan een herijking?
Deels is dat al gaande: er wordt steeds vaker gesproken over hoe boeren waardevolle blauwgroene diensten kunnen leveren, waarvoor ze ook fatsoenlijk betaald zouden moeten worden, al wordt in gesprekken daarover nog wel vaak geschermd met kreten zoals ‘subsidiekraan’ en ‘belastinggeld’. Onterecht, vind ik – die geluiden hoor je nooit als het om pakweg wegenbouwers gaat, terwijl het in de kern om hetzelfde gaat: ondernemers die tegen betaling een dienst leveren die waarde heeft voor de maatschappij. In beide gevallen is het belangrijk dat de overheid zich een betrouwbare partner toont. Wat laatst gebeurde in Gelderland, dat de provincie een 30-jarige regeling voor natuurinclusieve landbouw al na een jaar weer dreigde terug te trekken, kan natuurlijk echt niet. Er zijn maar een paar van dat soort voorbeelden nodig en het vertrouwen is voorgoed weg.’

Duurt de onzekerheid niet al veel te lang – de streep door de PAS-stikstofaanpak staat er al sinds mei 2019 – en gaan boeren daar niet aan onderdoor?
‘Wij hebben daar niet specifiek onderzoek naar gedaan. Maar ik denk inderdaad dat houvast een belangrijk issue is en dat de mentale gesteldheid van boeren en boerengezinnen ontzettend wordt onderschat. Het aantal suïcides onder boeren is al jarenlang relatief hoog in vergelijking met andere beroepsgroepen. De druk verantwoordelijk te zijn voor een boerenbedrijf dat vaak door voorgaande generaties is opgebouwd, is heel hoog.’

De druk verantwoordelijk te zijn voor een boerenbedrijf dat vaak door voorgaande generaties is opgebouwd, is heel hoog

‘Jij wilt niet degene zijn bij wie het stopt. Als geen van de kinderen het bedrijf wil overnemen, is dat al heel verdrietig, maar dan heb je tenminste een verhaal naar de buitenwereld. Dat is iets anders dan wanneer jíj het niet redt. Voor een boer voelt dat als falen, alsof je de erfenis van je ouders en grootouders en eerdere generaties hebt verkwanseld. Dat brengt een enorme druk met zich mee waar nog altijd nauwelijks over wordt gesproken.’

Hoe gaat het nu verder, denk je?
‘Ik vind het lastig om daar iets over te zeggen, mede omdat de ‘hakken in het zand-mentaliteit’ in feite al heel lang het landbouwbeleid bepaalt – dat gebeurt nu opnieuw: de Europese Green Deal is ongelooflijk afgezwakt, Nederland draalt nog steeds met stikstofmaatregelen. Het is politiek opportunisme dat nu ademruimte lijkt te bieden, maar dat in werkelijkheid uitstel van executie is. Noch de politiek noch de agrarische sector heeft zichzelf hiermee een dienst bewezen, want het vergroot alleen maar de noodzaak om op termijn alsnog hard in te grijpen. En er is totaal geen eenduidige visie over waar het naartoe moet, ook binnen de agrarische sector niet, waardoor er ogenschijnlijk relatief goed geluisterd wordt naar degenen die het hardst schreeuwen, ten koste van de zwijgende meerderheid. In dat opzicht was ik wel blij dat er in de aanloop naar het Landbouwakkoord ook serieus werd gepraat met organisaties zoals Caring Farmers en Toekomstboeren en hun Groenboerenplan. Dat zijn clubs met een visie, die hebben begrepen dat het anders moet.’

Energie
Energieproductie is momenteel de snelst groeiende bron van inkomsten voor agrariërs. Zonne-akkers op landbouwgrond zijn sinds begin dit jaar vrijwel niet meer toegestaan, maar staldaken vol zonnepanelen of verhuur van grond voor windturbines zorgen nog steeds voor ‘zeer rendabele vierkante meters’, in de woorden van Wiskerke.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.