De maand van de geschiedenis draaide afgelopen jaar om het thema Eureka! Dat eureka-moment mag van alles zijn. Museum De Casteelse Poort koos ervoor de ontdekkingen van de landbouwwetenschap voor het voetlicht te brengen. In dertien panelen wordt een beeld geschetst van de ontwikkeling van de landbouw en de rol van WUR daarin.
Maar wie op zoek is naar Wageningse eureka-momenten komt bedrogen uit. ‘Het is een moeilijk begrip’, zegt Jan Schakel, een van de vier makers van de expositie. ‘En mijn conclusie is dat je daar de geschiedenis van de wetenschap niet mee kunt ontsluiten. Wetenschap gaat meestal niet om plotseling inzicht, maar om een lang proces van ideeën ontwikkelen en weerleggen.’
Newton
Eureka (Grieks voor ‘ik heb het gevonden’) wordt toegedicht aan Archimedes, die zittend in bad plotseling inzicht kreeg in een lastig probleem. Of dat verhaal waar is, valt niet te achterhalen. Newton ontwikkelde zijn ideeën over zwaartekracht, zittend onder een boom, toen er een appel op zijn hoofd viel. Leuk bedacht, maar niet waar, weten we inmiddels.
Wetenschap gaat meestal niet om plotseling inzicht
Jan Schakel, voormalig wur-docent, nu vrijwilliger bij De Casteelse Poort
Wetenschap is vooral hard werken. De expositie behandelt uiteraard usual suspects. Denk aan Kees de Wit, de grondlegger van de hoogproductieve landbouw. Of Luitje Broekema, begin vorige eeuw de ontwikkelaar van succesvolle nieuwe tarwerassen. En recenter Marcel Dicke, die ontdekte dat planten met chemische stoffen de vijanden van plaaginsecten aantrekken.
Mest
‘Landbouwkunde is een praktische wetenschap’, zegt Schakel, ‘waarbij kleine verbeteringen een enorme impact kunnen hebben. Kleine innovaties waardoor boeren bijvoorbeeld veel minder hoeven te spuiten.’ Die ‘kleine’ wetenschap bracht de landbouw gouden bergen. Maar ook schaduwkanten als mestproblematiek. Wageningse wetenschappers waarschuwden al in de jaren ’70 voor het naderende mestprobleem.
Naast gewichtige onderwerpen is er ook ruimte voor lichtere kost. Wageningse wetenschap won nog nooit een Nobelprijs. Maar de Ig Nobelprijs – een parodie op de Nobelprijs – kreeg WUR al twee keer. In 2006 ontvingen Bart Knols en Ruurd de Jong er eentje voor hun ontdekking dat malariamuggen van Limburgse kaas houden. En in 2013 kreeg Bert Tolkamp hem voor de constatering dat ‘hoe langer een koe ligt, hoe groter de kans is dat ze snel weer op staat’.
De expositie is in Impulse te zien tot eind februari.