Na ongeveer twee maanden in Italië te zijn geweest voor veldonderzoek, ben ik weer in Wageningen. Meteen bekruipt me die nieuwsgierigheid: is hier nog wat veranderd? Heb ik iets gemist? Maar behalve het nieuwe, en bij eerste aanblik kolossale, studentencomplex van DUWO aan de Marijkeweg, is alles nog hetzelfde.
Ik ben blij om weer in Wageningen te zijn. En hoewel er genoeg op ‘ons’ kleine stadje is aan te merken, bijvoorbeeld ‘is het wel een stad?’, ben ik eigenlijk heel tevreden hier. Wageningen is m’n thuis geworden in de bijna vijf jaar dat ik hier nu studeer. Onlangs vroeg ik me af: wat maakt dat ik me hier thuis voel? In gedachten volgde een soort recept, beginnend met m’n vrienden en studiegenoten die ik bijna elke dag zie. Voeg daar de vertrouwde en bekende omgeving van Wageningen aan toe: de campus, het centrum, het Binnenveld waar ik af en toe wandel. En de Jumbo rond vijf uur ’s middags waar de rijen van de kassa tot aan de broodafdeling staan. Als laatste, en misschien wel het belangrijkste, m’n eigen kamer. Een vaste plek die je je eigen kan maken. Alle herinneringen, spullen en prullaria die in die kamer zijn verzameld, maken dat je je thuis voelt en een zekere rust hebt.
‘Flexibel’ is een soort toverwoord dat alles lijkt te kunnen oplossen: files, tekorten op de arbeidsmarkt, wachtrijen in de zorg
Daarom snap ik ook de commotie en frustratie die is ontstaan over de flexibele werkplekken. ‘Flexibel’ is de laatste jaren een soort toverwoord dat staat voor modern, efficiënt en gemak. Iets wat alles lijkt te kunnen oplossen: files, tekorten op de arbeidsmarkt, wachtrijen in de zorg. Maar in de praktijk wordt het vaak ingezet om bezuinigingen of tekorten te maskeren. Zo ook bij WUR waar door de sterke groei van personeel een tekort aan werkplekken is ontstaan (zie Resource).
Natuurlijk hoef je het kind niet met het badwater weg te gooien, want flexibel werken heeft ook vele voordelen, maar ik snap de ontstane onvrede. Een zekere vastigheid lijkt me belangrijk, zeker in een tijd waarin we altijd maar ‘aan’ staan en allerlei nieuws en informatie als een continue stroom binnenkomt. Straks moeten medewerkers in die drukte ook nog elke dag op zoek naar een plaatsje op een kille, steriele flexwerkplek. Ik vraag me af of de nieuwe rector magnificus straks ook elke dag op zoek moet naar een geschikt bureautje? Misschien dat ik overdrijf, maar voor een universiteit is goed wetenschappelijk personeel, dat prettig kan werken wel een vereiste. Mijn advies voor het nieuwe jaar, dat ik als bescheiden masterstudent zal geven, luidt dan ook: doe minder flexibel, meer vast. Of beter gezegd: meer zoals thuis!
Resource-studentredacteur Maurice Schoo (24) is tweedejaars masterstudent Development & Rural Innovation. Hij houdt van koken en als de tijd het toelaat schildert hij graag.