De commissie die in juli werd aangesteld naar aanleiding van de discussie over samenwerkingen tussen WUR en fossiele bedrijven, heeft vandaag een advies uitgebracht aan de raad van bestuur. Het advies behelst een kader met drie criteria waarop potentiële partners getoetst kunnen worden. ‘Geen ultieme oplossing; wel meer bewustwording.’
Afgelopen jaar stonden ook in Wageningen de banden van de universiteit met bedrijven uit de fossiele industrie ter discussie. In de zomer was Forum het decor van een bezetting en eisten actievoerders onder meer dat de WUR de banden met de fossiele industrie zou verbreken. Met een voorleesmarathon van het zesde IPCC-rapport in Atlas, uitten docenten in het voorjaar hun ongenoegen over de fossiele samenwerkingen. WUR organiseerde ook drie ‘Let’s explore’-sessies, om in gesprek te gaan over de dillema’s die bij het wel of niet samenwerken komen kijken.
Partner checken
In juli besloot de raad van bestuur een adviesraad in het leven te roepen om criteria op te stellen voor het aangaan van nieuwe samenwerkingen, in eerste instantie met fossiele bedrijven. Nu toetst WUR nog alleen het projectvoorstel aan de bestaande samenwerkingsprincipes. De nieuwe criteria gaan ook expliciet over de partner met wie wordt samengewerkt.
Het advies bestaat uit een beslissingskader met drie stappen. De eerste is een algemeen oordeel of het project strookt met de WUR-missie. De tweede stap is de beoordeling van de samenwerkingspartner: bijvoorbeeld de check of het wel gaat om een bedrijf uit de fossiele industrie. Ook wordt gekeken of het bedrijf zich verbonden heeft aan het Akkoord van Parijs en daarmee actief bezig is met het uitfaseren van fossiele activiteiten, om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Verder wordt gecheckt of het bedrijf beleid gericht tegen klimaatverandering niet actief tegenwerkt. Tot slot moet WUR zelf verantwoordelijk zijn voor de onderzoeksdoelen (niet de partner) en de financiële bijdrage van de partner mag niet meer zijn dan 30 procent van het projectbudget.
‘Geen pasklaar antwoord’
Een derde stap volgt wanneer bij stap een en twee bezwaren en twijfels rijzen. Dan zal degene die de acquisitie doet een ‘reflectief’ rapport moeten opstellen ‘waarin wordt aangetoond waarom de samenwerking tóch van strategisch belang is voor WUR’, aldus het advies. Een nieuw op te richten adviesraad zal dan over de samenwerking oordelen. Het beslissingskader geeft dus geen pasklaar antwoord op alle kwesties rond samenwerken met de fossiele industrie. Commissievoorzitter en hoogleraar Milieutechnologie Carolien Kroeze: ‘Ik geef onmiddellijk toe: dit kader is geen ultieme oplossing. Er zullen altijd wicked dilemma’s blijven bestaan. Wat we wel zien – al in de afgelopen maanden – is dat dit proces leidt tot meer bewustwording. Collega’s vragen zich af: past dit project nog wel? Dat soort vragen is precies waar dit beslissingskader bij kan helpen.’
De uiteindelijke beslissing om een project al dan niet door te laten gaan, ligt bij de directeur van de betreffende kenniseenheid. De raad van bestuur kan ingrijpen, mocht daar aanleiding toe zijn. De adviezen, die niet bindend zijn, zullen openbaar worden gemaakt in een jaarlijkse rapport.
‘Scherpere keuzes’
De raad van bestuur neemt in het nieuwe jaar een beslissing over het advies. Bestuurslid Rens Buchwaldt: ‘Een eenvoudig, eendimensionaal antwoord is niet voorhanden en we vinden het belangrijk dat we de scherpere keuzes rond partners kunnen maken op een onderbouwde, herhaalbare manier. We gaan we met dit advies aan de slag, en zullen zo snel als mogelijk laten weten hoe we hierop besluitvorming kunnen baseren.’