Liever lang een vol gevoel, of juist snel en doeltreffend bouwstenen naar de plaats van bestemming? De textuur van je eiwitdrank kan daar een grote rol in spelen, blijkt uit onderzoek van promovendus Julia Roelofs. Zij bestudeerde hoe snel verschillende porties erwteneiwit door de maag en darmen worden verwerkt.
‘Met deze studie wilden wij achterhalen wat de invloed is van verhitting en textuur op de verteringssnelheid en opname van de erwteneiwitten’, licht promovendus Julia Roelofs (Humane Voeding & Gezondheid) toe. ‘Omdat we vanwege de eiwittransitie meer plantaardige eiwitten moeten consumeren – en die vaak van mindere kwaliteit zijn dan dierlijke eiwitten – is het belangrijk om te weten hoe je deze zo efficiënt mogelijk kunt verteren.’
Vloeibaar of gel
Roelofs serveerde de twaalf studiedeelnemers drie keer dezelfde portie erwteneiwit, die steeds op een net andere manier was bereid. ‘Ze kregen twee keer hetzelfde drankje van erwteneiwit opgelost in water, maar één keer hadden we het drankje vooraf nog verhit. Het derde drankje had de structuur van een gel. We gebruikten daarbij dezelfde hoeveelheid erwteneiwit als bij de vloeibare drankjes, maar minder water. Naast de gel kregen proefpersonen ook een glas water te drinken, zodat ze in alle drie de experimenten precies dezelfde ingrediënten en hoeveelheden binnenkregen.’
Na het drinken van de drank of gel gingen de proefpersonen anderhalf uur in de MRI-scanner. ‘Om te bestuderen wat er precies in de maag gebeurt en hoe snel de substantie de maag weer verlaat. Daarna bleven ze nog ruim drie uur voor bloedafnames, zodat we kon zien of en wanneer de aminozuren uit de drankjes vanuit de maag, via de darmen, in het bloed terechtkwamen.’
Trager door textuur
‘De snelheid waarmee de porties door de maag verwerkt werden, was niet anders wanneer deelnemers het verhitte drankje hadden gedronken.’ Ook de opname van de eiwit was dan niet anders. ‘We zagen op vergelijkbare momenten dezelfde aminozuren, in dezelfde concentraties, terug in het bloed.’
De andere textuur leverde wel verschillen op in verteringssnelheid en opname. ‘Het water dat proefpersonen dronken naast de gel ging heel snel de maag weer uit, maar de gel zelf werd langzamer verteerd. Ook in het bloed zagen we de aminozuren later terug.’ Dat is logisch,’ vertelt Roelofs, ‘want de aminozuren in de gel blijven langer in de maag en komen dan ook later in de darmen en nog later in het bloed.’
Aan het einde van het experiment was de totale opname voor alle drankjes wel gelijk. ‘Uiteindelijk zaten er vergelijkbare concentraties aminozuren in het bloed.’
Manipuleren
‘We weten nu dat we kunnen beïnvloeden hoe snel eiwitten worden opgenomen, door de textuur van een product te veranderen’, aldus Roelofs. ‘Dat is bijvoorbeeld handig voor mensen die veel eiwitten moeten innemen. Voor ouderen die überhaupt moeite hebben om genoeg te eten en dus ook om genoeg eiwitten binnen te krijgen, of voor topsporters bijvoorbeeld. Die kun je dus beter een drankje geven dan een gel, want dan hebben ze sneller aminozuren beschikbaar als bouwstenen.’