Wie: Kristina Smieskova (23)
Wat: Lid van de Adviesraad voor Samenwerking
Waarom: Ik houd van communitybuilding en het promoten van een duurzame en rechtvaardige toekomst
Loon: een tegemoetkoming per vergadering
De schoorsteen moet roken. Lenen bij Ome Duo kunnen we allemaal, maar er zijn ook studenten die hun geld verdienen met een bijzondere bijbaan, zoals Kristina Smieskova (23), masterstudent Environmental Sciences uit Slowakije. Zij werkt mee aan het vaststellen van een kader voor toekomstige samenwerkingen van WUR met fossiele bedrijven.
‘Je herinnert je wellicht de protesten en discussies die onlangs plaatsvonden over de relatie tussen WUR en de fossiele industrie. De raad van bestuur heeft een adviesraad in het leven geroepen met als opdracht een kader te formuleren waarmee de potentiële voor- en nadelen van samenwerking met de fossiele industrie op het niveau van onderzoeksprojecten kunnen worden gewogen tegen het klimaat-commitment van een bedrijf.
Als je een voortrekkersrol op je neemt, krijg je ook veel kritiek
Ik ben de enige student van de tien leden tellende raad. Ik werd uitgenodigd om deel te nemen om de bezorgde studenten een stem te geven. Tijdens de Let’s Explore-sessies was ik redelijk uitgesproken, en daarnaast ben ik betrokken bij de Green Office en het Green Active Network. De laatste maanden bestond het werk voornamelijk uit enkele vergaderingen en de voorbereiding daarop. Om het kader te formuleren, spreken we met verschillende raden, groepen en relevante personen. Tijdens de vergaderingen draag ik veel bij in de vorm van vragen en suggesties. We proberen in de adviesraad tot overeenstemming te komen. We hebben een conceptvoorstel dat we nu verder aanscherpen op basis van feedback vanuit de WUR-gemeenschap. We hopen voor de kerst een definitief advies te kunnen uitbrengen aan de raad van bestuur.
‘Ik houd van communitybuilding en het creëren van samenwerkingen. Ergens voor staan geeft energie, maar als je een voortrekkersrol op je neemt, krijg je ook veel kritiek. Binnen mijn master specialiseer ik mij in diplomatie en ik kan die kennis toepassen in deze bijbaan. Het is belangrijk te leren om verschillende perspectieven te begrijpen. Als student ervaar ik geen beperkingen in het geven van mijn mening, maar de andere raadsleden zijn wat minder geneigd hun mening te geven dan ik. Voor WUR-medewerkers in bepaalde posities kan dat lastiger zijn. Toen ik dat begreep, realiseerde ik me ook dat we binnen de raad waarschijnlijk meer overeenstemming hebben dan aanvankelijk het geval leek. Hierdoor werd het samenwerken makkelijker.’