Monitor vrouwelijke hoogleraren 2022: grootste toename in Wageningen

Landelijk vertraagt toename vrouwelijke hoogleraren: groeipercentage laagste in acht jaar.
Vorig jaar was de helft van de nieuw benoemde hoogleraren aan Wageningen Universiteit een vrouw. Vorig jaar was de helft van de nieuw benoemde hoogleraren aan Wageningen Universiteit een vrouw. Foto: Tim Mossholder via Unsplash

Van alle Nederlandse universiteiten heeft Wageningen vorig jaar de grootste toename bereikt in het aandeel vrouwelijke hoogleraren. Terwijl die groei bij andere universiteiten afvlakte of zelfs uitbleef, maakte WU een sprong van 3,4 procentpunt. ­Dat blijkt uit de nieuwste monitor van het Landelijke Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH).

Volgens die monitor stond het Wageningse aandeel vrouwelijke hoogleraren ultimo 2022 op 25,2 procent, tegen 21,9 in het jaar ervoor. Belangrijke kanttekening is dat deze monitor uitgaat van de cijfers van Universiteiten NL. Dat houdt in dat de Wageningse score alleen betrekking heeft op hoogleraren van Wageningen Universiteit; de groep hoogleraren met een aanstelling bij Wageningen Research blijft buiten beschouwing.

Die WR-hoogleraren staan wel in het openbare hoogleraren-overzicht op wur.nl. De versie van januari 2023 (niet meer online, maar nog wel in het bezit van Resource) liet WUR-breed een aandeel vrouwelijke hoogleraren zien van 21,8 procent. Op ongeveer hetzelfde moment als de peildatum van de monitor (ultimo 2022) was de WUR-brede m/v-verdeling dus onevenrediger.

Evenwicht pas in 2045

Landelijk bedroeg het aandeel vrouwelijke hoogleraren vorig jaar 27,6 procent. Ten opzichte van het jaar ervoor komt dat neer op een toename van slechts 0,9 procentpunt. Het LNVH laat de alarmbellen rinkelen over deze ontwikkeling: ‘We constateren het laagste groeipercentage in acht jaar. Uitgaande van het groeitempo van de afgelopen twee jaar zal het nog tot 2045 duren voordat er onder hoogleraren een evenredige man-vrouwverdeling is bereikt.’

Bij WU ging de ontwikkeling een stuk voortvarender. Vorig jaar was de helft van de benoemde hoogleraren een vrouw. In dat tempo is de zelf gestelde doelstelling van 30 procent vrouwelijke hoogleraren per 2025 makkelijk haalbaar. Sterker: met dat tempo is op die ijkdatum zelfs een aandeel van 35 procent haalbaar. Het is echter de vraag of WUR de voortvarendheid van vorig jaar weet vast te houden. Het meest actuele hooglerarenoverzicht (september 2023) telt namelijk maar vijf vrouwen meer dan het overzicht van januari 2023, een toename van 2,25 procent. Wel is Hannah van Zanten recent nog benoemd tot hoogleraar – en mogelijk volgen dit kalenderjaar nog meer benoemingen van vrouwen.

Internationale herkomst

De nieuwe LNVH-monitor staat voor het tweede jaar op rij ook stil bij de herkomst van het wetenschappelijk personeel van de Nederlandse universiteiten. Het aandeel internationals blijkt in 2022 in alle functiecategorieën licht gestegen. Wel geldt, net als bij de m/v-verhouding: hoe hoger op de hiërarchische ladder, hoe kleiner de diversiteit. Zo is van de promovendi 55 procent van internationale afkomst, terwijl dat bij hoogleraren maar geldt voor 22,9 procent. Dat effect is nog sterker als je kijkt naar niet-Europese herkomst. Landelijk gezien is dat van toepassing op 25,4 procent van de promovendi en slechts 3,5 procent van de hoogleraren. Van de hoogleraren van niet-Europese herkomst zijn er overigens iets meer vrouw (3,9 procent) dan man (3,2 procent).

In de nieuwe editie van de monitor zijn nog meer details te vinden over de diversiteit van het wetenschappelijke personeel aan de Nederlandse universiteiten.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.