Veel beurspromovendi bij WUR hebben deze maand een financiële meevaller. Met terugwerkende kracht tot 1 juli is hun maandelijkse beurs aangevuld tot 1508 euro. Met die aanvulling geeft WUR hen meer armslag om in hun levensonderhoud te voorzien.
Die 1508 euro is de zogeheten IND-norm, het minimale bedrag dat een buitenlandse onderzoeker moet verdienen om voor een visum in aanmerking te komen. Door de sterk gestegen kosten van levensonderhoud voldoen veel beurspromovendi hier niet aan. Zij zijn niet in vaste dienst van de universiteit, maar leven van een beurs die ze meekrijgen uit het land van herkomst.
Tweede ronde
WUR telt meer dan 500 beurspromovendi uit voornamelijk China, Indonesië, Afrika en Latijns-Amerika. Iets minder dan de helft van hen (234) voldoet aan de criteria en krijgt geld. Hoe hoog dat bedrag is, hangt af van de hoogte van hun huidige beurs. Het aantal uitkeringen zal overigens nog hoger uitvallen: begin januari volgt een tweede ronde voor promovendi die afgelopen halfjaar zijn begonnen bij WUR.
Inflatiecorrectie
De aanvulling op de beurs loopt maximaal vier jaar door. Dat is de normale duur van een promotietraject. De steunregeling geldt niet voor beurspromovendi die in het nieuwe jaar aan hun promotie beginnen. WUR eist van de verstrekkers van de beurzen dat die minimaal gelijklopen met de IND-norm, inclusief de inflatiecorrectie. Ook de aanvulling volgt die halfjaarlijkse ophoging van de IND-norm.