Column Steven: Is er leven na studeren? Deel V

Hoe bevalt het werkend bestaan onze columnist/masterstudent? Deel IV: Stage afgerond.
Steven Snijders

‘Is er leven na de dood?’ Dat houdt sommige studenten bezig, maar die vraag is abstract en theoretisch. ‘Is er leven na het studeren’, is een meer relevante vraag. Als je je studentikoze vrijheid en blijheid inruilt voor een 9 tot 5 in de kantoortuin, ben je dan nog wel echt aan het leven? Dat ontdek ik tijdens mijn stage. Met in dit laatste deel: de balans

Ik zit in mijn laatste week van mijn stage. Het stageverslag is geschreven. Deze eerste verkenning van het kantoorleven is me al met al goed bevallen. Eerder stelde ik vast: de kantoortuin is op zichzelf heel handig, de kantoorhumor moet zich nog bewijzen, bureaucratie is verschrikkelijk irritant en de positie van een stagair is zo gek nog niet. Maar toch, de angst voor een sleur in een werkzaam kantoorleven, die blijft op de achtergrond doorsudderen.

Het kantoorleven brengt het er in mijn vergelijking met het studentenleven aardig goed vanaf. Heel belangrijk daarin is de voldoening die het geeft om met de echte wereld bezig te zijn, en actief iets te veranderen.

Niet verkeerd, die echte wereld

Een gemiddelde dag in mijn studententijd: ‘s ochtends word ik bij een vak als mens gereduceerd tot een sommetje, waarbij we allemaal doen alsof mensen op de achtergrond hun utility curve (hoeveel extra geluk krijg je bij het kopen van producten) met wiskundige precisie maximaliseren. Waarmee je kan achterhalen of je bijvoorbeeld een extra paar mooie schoenen wel of niet zal kopen. ’s Middags, bij het andere vak, ga ik het gedrag van groepen mensen helemaal uitpakken, afpellen en interpreteren. Daarmee kan ik achterhalen waarom ik überhaupt waarde zou kunnen hechten aan een extra paar mooie schoenen. Ik vraag mij af: wie in deze wereld – buiten de academische – heeft behoefte aan welke vorm van theoretiseren dan ook en waarom?

Ik vraag me inmiddels ook af waarom die verschillende leerstoelgroepen die samen mijn bachelor vormden, die vraag nooit eens openlijk gesteld hebben en waarom ze zelfs weinig aanzet tot een antwoord gegeven hebben. Ik werk nog aan een masterplan waarin ik mijn voormalige docenten een keer een essayopdracht kan geven.

Weg met die verzonnen schoenen. Gewoon aan iets werken wat iemand anders gaat gebruiken

Deze stage betekende minder theoretische abstracties waarvan je niet overziet waar ze je heen kunnen brengen. Weg met die verzonnen schoenen. Nee, gewoon aan iets werken, iets creëren, iets wat iemand anders gaat gebruiken. En zelfs bereid is voor te betalen. Ik krijg dan misschien zelf maar drie euro per uur, er zit een hoop meer waarde achter mijn dagelijkse bezigheden. Zowel voor mijzelf, als monetair. Wellicht lonkt de academische verdieping ooit weer. Maar voor nu: niet verkeerd, die echte wereld.

De cirkel van deze serie columns ‘is er leven na… studeren’ over mijn stage, is rond. Mijn toekomstplan na deze week is echter nog zo rond als een driehoek. Wordt vervolgd.

Steven (25) doet een master Economie en Beleid en loopt (liep) stage bij een onderzoeksinstelling op economisch gebied. Hij slaat graag van zich af op de squashbaan en staat altijd open voor een potje squash en een goed gesprek. Je kan hem hier mailen.

Meer columns:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.