Tekst Youssef el Khattabi
Het Voedselbos Droevendaal bestaat vijf jaar. Dat werd ruim een week geleden gevierd met lezingen, excursies en proeverijen. Studentredacteur Youssef el Khattabi nam een kijkje.
Het regent flink bij aankomst in het voedselbos. De schoenen van de bezoekers zakken weg in de vochtige grond. Het voedselbos is groter dan je zou denken: wat van buiten een klein stukje land langs de provincieweg lijkt, voelt – als je er middenin staat – als een uitgestrekt bos. Overal om je heen is het groen. Groen in allerlei tinten; de natuur bloeit hier volop.
Een groep bezoekers wordt door docent Biologische Landbouw en Permacultuur Kees van Veluw het bos in geleid. In de zomermaanden, van juni tot augustus, biedt het bos een rijkdom aan fruit, maar ook nu nog zijn er vruchten te vinden. Hij wijst hij op frambozen die glinsterend van de regendruppels tussen de struiken doorpiepen. Bezoekers plukken en eten ze. En er valt meer te eten in dit bos: iemand pakt berenklauw en proeft ervan. ’Het heeft een frisse nasmaak’, merkt hij op. Iemand anders informeert naar de aanwezigheid van paddenstoelen. Van Veluw antwoordt: ‘Er zijn plannen om paddenstoelen te kweken.’ Hij wijst naar een pruimenboom en zegt: ’Alles wat bloeit boven de drie meter, is voornamelijk voor de vogels. Maar alles daaronder is voor ons.’
Boomklimmen
Onderweg vertelt Van Veluw over de basisschoolkinderen die het voedselbos regelmatig bezoeken. ‘Dat is fantastisch om te zien’, zegt hij enthousiast. ‘Ze verkennen met zoveel plezier dit bos. Een van de kinderen heeft bijvoorbeeld een speciale band met een hoge boom. Hij klimt er in en gaat dan op een tak zitten terwijl hij vertelt wat hij ziet.’
De docent wijst vervolgens naar een oude, fragiele appelboom. ‘Ook deze boom,’ zegt hij, ‘heeft zijn waarde in ons ecosysteem.’ De boom, hoewel bijna dood, is een toevluchtsoord voor insecten, schimmels en andere organismen. Het rottende hout voedt de bodem en biedt ruimte voor nieuw leven. ‘Elk element in dit bos, levend, stervend of dood, draagt bij aan het geheel.’
Elk element in dit bos, levend, stervend of dood, draagt bij aan het geheel
Kees van Veluw, docent Biologische Landbouw en Permacultuur
Na de excursie komt de groep samen voor de lunch. Terwijl iedereen geniet van vers brood en kruidige soep, schuiven Anna den Hartog, masterstudent Milieuwetenschappen en Lorenzo Honer, masterstudent Biologie aan, twee studenten die betrokken zijn bij het voedselbos. Den Hartog heeft er een film over gemaakt: ’De film toont de schoonheid en het belang van dit bos’, zegt ze trots. ‘Ik hoop dat de film bijdraagt aan de bekendheid ervan, want ik merk dat veel studenten in Wageningen het niet kennen, terwijl het zo dichtbij de campus is en het zo veel kan bijdragen aan agrarische oplossingen. Zelf ontdekte ik het ook pas tegen het einde van mijn studie.’
Koken
Lorenzo Honer, die onderzoek deed naar de biodiversiteit in het voedselbos, deelt zijn inzichten bij de poster die hij maakte: ‘Het bos herbergt nu 143 wilde-plantensoorten, veel meer dan eerst.’ Dat aantal benadrukt volgens hem de waarde van voedselbossen voor de toekomst. ‘En koken met wilde planten uit dit bos is een culinaire belevenis.’
Van Veluw: ‘We oogsten nu appels, bessen, wilde groenten een paar noten en eikels. Maar je moet geduld hebben als je een voedselbos begint. Bomen produceren pas na tien jaar echt goed, maar als je het voedselbos goed ontworpen hebt, blijven ze dat honderd jaar doen zonder dat je er veel werk aan hebt. Dat is de kracht van de natuur, hebben we de afgelopen vijf jaar geleerd. Alle ervaringen en inzichten opgedaan in dit voedselbos, worden gebruikt om vijf pilots op te zetten met grondeigenaren en jonge voedselbos-ondernemers. Droevendaal is ons living lab en studenten zijn van harte uitgenodigd mee te werken in het bos zelf of aan het ontwerpen en monitoren van de pilots.’