Vleesvervangers blijken niet het ei van Columbus als het gaat om het eten van minder dierlijke en meer plantaardige eiwitten. Vleesvervangervervangers lijken wel de oplossing. Een nieuw instituut van WUR gaat daar de komende tien jaar met een flink startkapitaal onderzoek naar doen.
Promovendus bij Food Process Engineering Inge Wortel is teleurgesteld. Ze heeft onlangs haar promotietraject afgerond waarin ze de structuur van vlees nagenoeg benaderde met ingrediënten die prima passen in een vegetarisch dieet. En die ook nog eens betaalbaar zijn.
Het onderzoek wordt ondergebracht in een nieuw instituut
Maar al tijdens haar promotie verschenen er steeds meer studies dat consumenten niet massaal aan de vleesvervangers willen. ‘Ik had het gevoel dat ik aan een dood paard aan het trekken was.’ Wortel waarschuwde haar promotor, die na lang ‘de kop in het zand steken’ ook wel inzag dat hier een dood paard achter de wagen werd gespannen. ‘We zijn naar de raad van bestuur gestapt met een stevig voorstel om te gaan werken aan vleesvervangervervangers. Toen ging het balletje snel rollen. Het past natuurlijk ook perfect binnen de eiwittransitie.’
Ook financiers waren snel gevonden en ondanks de 9 procent salarisverhoging bij WU en een eindejaarscompensatie bij WR, waarvoor de organisatie diep in de buidel moet tasten, deed ook WUR een duit in het zakje. Het onderzoek wordt ondergebracht in een nieuw instituut – Van WUR tot bord – dat in januari van start moet gaan. Wortel is zich inmiddels volop aan het voorbereiden op haar nieuwe werkomgeving, het Voedselbos aan de Droevendaalseweg. ‘Er komen veel notenbomen en er wordt ruimte vrijgemaakt om te experimenteren met allerlei soorten groenten. We willen kijken of we met de vleesvervangervervangers mensen van het vlees af kunnen krijgen. Ik verwacht binnen een jaar de eerste resultaten.’