Een studentenkamer: we hebben er allemaal wel eens van gehoord. Sommigen van ons hebben er zelfs eentje, boffen zeg. Ze zijn er in alle soorten en maten, de klassieke ‘ik ben een international dus een chille kamer boeit me niet’- Ikea-kamer, inclusief de Glöbbenplörk, Snüzzelwümpf en Plörkensnörk; de ‘Rutger ouwe’ (zoek maar op YouTube) met troep bezaaide verenigings-/stoners-kamer met een beschimmelde kapsalon en condooms in de hoek, waarmee vergeleken Tjernobyl eigenlijk wel meeviel; de kamer van die vriend van je die in Afrika is geweest en waarin daardoor allerlei inheemse vlaggen en artefacten (die erg diepe betekenis voor deze persoon hebben) rondslingeren; de ‘ik ben te alternatief voor kapitalistische bedrijven als Ikea dus ik maak alles zelf’-artsy-kamer waarin alles na twee keer aanraken uit elkaar valt; en natuurlijk de ‘stofmoleculen vind ik echt te ranzig’- steriele ziekenhuiskamer voor de schoonmaakneuroten onder ons, vaak met een zak medicijnen en antibiotica in het nachtkastje.
Als laatste wil ik nog even een minuut stilte voor alle onbespeelde instrumenten die we in onze kamers hebben liggen om creatief en interessant te lijken.
Hier zal je waarschijnlijk je ergste katers slijten, je slechtste essays schrijven
Kortom, je hebt net als mensen studentenkamers in alle soorten en maten. Misschien herken je deze kamerstereotypen wel, misschien ben je ook wel de typisch Wageningse student die ‘echt niet in een hokje te plaatsen is’, ook al heeft Idealis dat letterlijk gedaan. Hoe je het ook wendt of keert, met deze tien tot twintig vierkante meter (of zes voor de verenigingsfeuten onder ons) zul je het voorlopig wel moeten doen en dat is niet altijd even relaxed. Hier zal je waarschijnlijk je ergste katers slijten, je slechtste essays schrijven en je meest afwijsbare appjes sturen. Zo vergaat het mij althans. Als ik me klote voel, is het namelijk vaak hier, in mijn kamer.
Door de soms lastige relatie die ik met mijn persoonlijk kubus heb, is het niet altijd een even groot feest om thuis te komen. Als jij net als ik ook last hebt van deze ‘kamermelancholie’ (ongetwijfeld het Van Dale Woord van het Jaar 2024 – het gaat nog wel een jaartje duren voordat het aanslaat), kan ik je adviseren om eens je comfortzone te verlaten en alles wat meer buitenshuis te zoeken. Ga lekker kamperen ofzo. In het bos is ruimte zat en wat er ook op je af zal vliegen, het zullen geen muren zijn.
Resource-studentredacteur Felix Landsman (22) is vast-ooit-afgestudeerd masterstudent Environmental Sciences en ambiërend avonturier. Hij is vaak op zoek naar iets.