Glyfosaat is de werkzame stof in veel onkruidbestrijdingsmiddelen. Eind deze week moet Europa er een belangrijke knoop over doorhakken (UPDATE 13/10: er is geen ‘gekwalificeerde meerderheid’ voor of tegen verlenging; medio november waarschijnlijk opnieuw stemming). Minister Anema meldde dinsdag dat Nederland zich van stemming onthoudt. Voor wie de draad kwijt is: hoe zat het ook alweer met glyfosaat?
1. Welke knoop moet Europa doorhakken?
De EU moet voor 15 december 2023 definitief beslissen of glyfosaat verboden wordt. Voor consumenten geldt al sinds juli 2017 een verbod op gebruik van glyfosaat. Akkerbouwers mogen het nog wel gebruiken op hun akkers. De Europese lidstaten beslissen vrijdag 13 oktober of dat zo blijft. Alleen als een ruime meerderheid van vijftien lidstaten met voldoende inwoners de verlenging afwijst, komt er een verbod. Als er geen Europees verbod komt, dan mogen boeren het middel nog tien jaar lang gebruiken. Landen kunnen eventueel wel beperkingen opleggen of, met goede argumentatie, een (deel)verbod opleggen (Hanna Schebesta van de leerstoelgroep Recht concludeerde dat al eerder).
UPDATE 13/10: De stemming in de zogenoemde SCOPAFF leverde niet de vereiste ruime meerderheid op voor (of tegen) verlenging. De volgende stap is een besluit door het Appeal Committee, waarschijnlijk in de eerste helft van november. Zie deze persinformatie van de EU.
2. Is Nederland voor of tegen een verbod?
De Tweede Kamer heeft via een motie demissionair minister Adema opgeroepen om tegen verlenging van de toelating te stemmen. Hij liet gisteren (dinsdag 10 oktober) weten daar geen gehoor aan te geven. In plaats daarvan onthoudt Nederland zich vrijdag van stemming. Dat komt voort uit een ‘afweging tussen wetenschappelijke adviezen en zorgen uit de samenleving’, zei hij daarover. Hoe de andere landen gaan stemmen, staat nog niet vast. Van onder andere Duitsland, Frankrijk en Luxemburg is wel bekend dat ze bedenkingen hebben over glyfosaat.
3. Heeft WUR een standpunt over een glyfosaat-verbod?
Wel en niet. Er bestaat consensus over het uitgangspunt dat gebruik van glyfosaat zoveel mogelijk moet worden teruggedrongen. Maar over de definitie daarvan – welk gebruik is acceptabel, tot wanneer? – zijn de meningen binnen WUR bijna net zo verdeeld als daarbuiten. Sommigen vinden dat gebruik nu al nihil zou moeten zijn, terwijl anderen van mening zijn dat er eerst betere alternatieven moeten komen.
4. Wat zijn argumenten tegen een totaalverbod?
Volgens de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (Efsa) zijn er geen ‘kritieke zorgpunten’ die een hernieuwde goedkeuring van glyfosaat in de weg staan. En bij WUR zijn bijvoorbeeld Richard Harrison (directeur Plant Sciences Group) en Pieter de Wolf (landbouwonderzoeker) tegen een totaalverbod op korte termijn, uit vrees dat de alternatieven slechter zijn. ‘We begrijpen de zorgen rond glyfosaat en vinden dat die zorgvuldig moeten worden onderzocht. We vrezen echter dat een volledig Europees verbod averechts zal uitpakken, zowel voor mens en milieu, als voor bodemleven en het klimaat. En we vragen ons oprecht af of iedereen zich daar voldoende bewust van is’, schreven ze vorige week in een opinie-artikel in De Volkskrant. Dat standpunt klinkt ook in het wetenschappelijk perspectief dat Harrison opstelde voor de Tweede Kamer. ‘Door een totaalverbod (…) zullen telers in eerste instantie overstappen op andere bestaande chemische alternatieven, die landbouwkundig minder effectief zijn en daarom intensiever gebruikt zullen worden. Daarmee bereiken we het tegenovergestelde van wat we maatschappelijk willen, namelijk minder middeleninzet.’
5. Wat zijn argumenten tegen verlenging van de goedkeuring?
Violette Geissen (hoogleraar bodemdegradatie en landbeheer) noemde verlenging al in 2017 ‘niet verstandig’. Ze is nog steeds heel kritisch: ze stelt dat verlenging ‘haaks staat op het voorzorgsbeginsel’. Belangrijke blootstellingsroutes en -risico’s zijn volgens haar niet meegenomen in de EU-beoordeling. Daarbij speelt mee dat Geissen begin dit jaar vaststelde dat glyfosaat de stof is die het meest is aangetroffen, en in de grootste hoeveelheden, in de Nederlandse monsters van het SPRINT-onderzoek. Dat meet in tien Europese landen, plus Argentinië, welke resten van bestrijdingsmiddelen in welke hoeveelheid terug te vinden zijn in het milieu, in dieren en in mensen. ‘Het gevaar van glyfosaat voor de menselijke gezondheid en ecosystemen kan niet worden ingeschat en daarom moet het voorzorgsprincipe van toepassing zijn’, betoogt ze in haar wetenschappelijke reflectie voor de Tweede Kamer. Een andere bekende tegenstander, weliswaar niet van WUR, is Radboud-hoogleraar Neurologie Bas Bloem. Hij meent dat glyfosaat neurotoxische effecten heeft en vermoedt een relatie met de ziekte van Parkinson. Minister Adema gaf het RIVM in juni opdracht daar nader onderzoek naar te doen.
Leestip:
Meer over de voors en tegens van gewasbeschermingsmiddelen zoals glyfosaat in Resource’s ‘Van Twee Kanten’ uit juni 2023 : een (nog zeer actueel) dubbelinterview met eerdergenoemde hoogleraar Violette Geissen en Corné Kempenaar, senior onderzoeker geïntegreerde gewasbescherming en precisielandbouw bij Agrosysteemkunde en collegelid bij het Ctgb, de Nederlandse toelatingsautoriteit van gewasbeschermingsmiddelen.