WUR heeft een nieuwe gedragscode sociale veiligheid. Eentje die beoogt ‘te zorgen voor een eenduidige definitie van ongewenst gedrag’ en ‘houvast te geven aan medewerkers en studenten’. De gedragscode moet uitgaan van hoe het gedrag overkomt en niet van hoe het is bedoeld. De hamvraag: slaagt de gedragscode daarin?
Wat is grensoverschrijdend gedrag precies? Wanneer begeef je je in de schemerzone en wanneer zit je ronduit fout? WUR’s vorige gedragscode gaf niet echt antwoord op die vragen, omdat het vooral de ideaalsituatie beschreef. De werkgroep Sociale Veiligheid wilde daarom een nieuwe versie, die duidelijker aangeeft wat wel en vooral ook niet kan, en welke consequenties grensoverschrijdend gedrag heeft.
Die nieuwe code is er sinds kort, opgesteld met input van medewerkers en studenten. In gesprek met hen bleek het bij nader inzien toch niet haalbaar om voor de gedragscode ondiscutabele ondergrenzen van gedrag te formuleren – dan kom je al gauw uit bij de wettelijke kaders en ook die zijn niet altijd waardenvrij. In de gedragscode zijn daarom toch wat multi-interpretabele begrippen te vinden: termen zoals ‘kwaadaardig roddelen’, mensen onder ‘onacceptabele druk’ zetten of ‘opzettelijk staren’. Het onderstreept dat grensoverschrijdend gedrag niet zwart-wit is, maar vaak contextafhankelijk is en dus meerdere tinten grijs kent.
Gekanteld perspectief
Wat wel standhield, is dat deze gedragscode nadrukkelijk de perceptie van gedrag als ijkpunt neemt, in plaats van de intentie. Anders gezegd: het gaat om hoe gedrag overkomt en niet zozeer om hoe het is bedoeld. ‘Als iemand aangeeft dat je over zijn of haar grens bent gegaan, dan zul je je dat moeten aantrekken en er op z’n minst over in gesprek gaan’, vat programmamanager Joyce van der Velde de strekking samen. Wegkomen met grensoverschrijdend gedrag onder het mom van ‘het was maar een grapje’ of ‘ik bedoelde het niet zo’ moet verleden tijd zijn.
Wegkomen met grensoverschrijdend gedrag onder het mom van ‘het was maar een grapje’ moet verleden tijd zijn
WUR is niet de enige die kiest voor dit nieuwe ijkpunt. Eerder deed onder anderen regeringscommissaris Mariëtte Hamer hetzelfde. Zij definieert grensoverschrijdend gedrag als ‘gedrag dat de ander niet wil’. Er klinkt ook kritiek op die keuze, bijvoorbeeld van de Nijmeegse hoogleraar bestuurskunde Michiel de Vries, gespecialiseerd in integriteitsonderzoek: ‘Dus de ander bepaalt: nu overschrijd je mijn grenzen. Dat vind ik problematisch. Je kunt niet altijd weten of een ander zich er prettig bij voelt’, stelde hij onlangs in een interview met de Volkskrant.
Recente voorbeelden in de Nederlandse politiek – de beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag aan het adres van Nilüfer Gündoğan, Gijs van Dijk en Khadija Arib – lijken zijn punt te onderstrepen: als perceptie leidend wordt bij de beoordeling van gedrag, liggen vage verdachtmakingen op de loer. Anderzijds zijn er ook legio voorbeelden – de academische wereld allerminst uitgezonderd – van hoe bescherming tegen grensoverschrijdend gedrag tekortschiet als de definitie ervan te rigide is. Zoals de recent opgestapte Delftse planeetwetenschapper Daphne Stam verklaarde over het aanhoudende grensoverschrijdende gedrag binnen haar faculteit: ‘Het zijn vaak dingen die niet netjes zijn, maar die niet direct tegen de regels ingaan. Voor veel dingen bestaan namelijk helemaal geen harde regels.’
Waterdicht
Van der Velde beaamt dat afbakening van grensoverschrijdend gedrag een lastige kwestie is. ‘Maar ik denk wel dat we door de omdraaiing meer met elkaar in gesprek raken over wat wenselijk en onwenselijk is dan wanneer we het houden zoals het is. Want dan verandert er gewoonweg te weinig’, reageert ze. ‘Daarnaast is de gedragscode ook niet bedoeld in de zin van: als je je hieraan houdt, dan gaat alles geheid goed. Een juridisch waterdicht document is het evenmin. De code moet vooral bijdragen aan een gesprek over sociale veiligheid.’ Zo’n gesprek is misschien even wennen, kan ze zich voorstellen. ‘Vooral voor degenen die nooit eerder zijn aangesproken op hun gedrag.’ Daarom moet zo’n gesprek veilig zijn voor álle partijen, benadrukt ze. Want het kan best pijnlijk zijn om geconfronteerd worden met hoe je gedrag overkomt, bedoeld of onbedoeld.
Pootje lichten
Bang voor misbruik van het nieuwe ‘perceptie-perspectief’, bijvoorbeeld door ervaringen met grensoverschrijdend gedrag te veinzen om een impopulaire collega pootje te lichten, is Van der Velde niet. ‘De code doet niet aan waarheidsvinding. Die zegt alleen: maak kenbaar wanneer je gedrag als ongewenst ervaart en ga daarover in gesprek. Vaak komen mensen er dan samen uit. Zo niet, dan kun je anderen inschakelen door een melding te doen of een klacht in te dienen. Die worden uiteraard zorgvuldig en integer opgepakt, met een gedegen onderzoek en hoor- en wederhoor.’
Ook met de kritiek ‘dat er tegenwoordig niks meer kan’ maakt Van der Velde korte metten. ‘Het enige wat niet meer kan, is gedachteloos iets doen – zonder oog voor iemands grenzen. Diegene heeft alle recht om dat aan te kaarten als het toch gebeurt. Het is niet aan een ander om te stellen: ‘Nee hoor, ik heb jouw grenzen niet overschreden’. Dat bepaal je nog altijd zelf.’
GEDRAGSCODE-QUIZ
In gedachten verzonken staar je minutenlang voor je uit. Degene tegenover je zegt zich bekeken te voelen. Ben je grensoverschrijdend bezig?
a. Nee, je staart zomaar in de verte
b. Ja, dat zegt je overbuurman/vrouw toch?
c. Dat hangt ervan af
Je hebt een stomme fout gemaakt. Lachend noemt een collega of mede-student je in het bijzijn van iedereen ‘een oliedomme koe’. Grensoverschrijdend?
a. Ja, ik word voor schut gezet
b. Nee, het is maar een grapje
c. Dat hangt ervan af
‘We zijn oké, toch?’, vraagt iemand met wie je een conflict hebt, terwijl diegene je stevig bij je schouders beetpakt en doordringend aankijkt. Grensoverschrijdend?
a. Ja, het is bedreigend
b. Nee, het is hooguit onprettig
c. Dat hangt ervan af
Een collega of mede-student fluistert in je oor dat je er geweldig lekker uitziet in de outfit die je vandaag draagt. Is diegene grensoverschrijdend bezig?
a. Nee, het is een compliment
b. Ja, het is seksuele intimidatie
c. Dat hangt ervan af
Uitslag
Het juiste antwoord valt nog niet zo makkelijk aan te wijzen. De gedragscode kent een aantal zero tolerance gedragingen, zoals verbale en fysieke agressie, stalking, bedreiging, seksuele intimidatie en discriminatie. Staren, schelden, een aanraking of opmerking, zoals beschreven in de voorbeelden, kan volgens de code zeker ook worden beschouwd als grensoverschrijdend gedrag. Al stelt de code ook: ‘Het is voor iedereen verschillend waar de grens ligt tussen gewenst en ongewenst gedrag. Er zal altijd op zorgvuldige en objectieve wijze moeten worden vastgesteld of er daadwerkelijk sprake is van onacceptabel gedrag.’ De Gedragscode is te raadplegen via wur.nl.
Reageren op dit artikel of ervaringen delen? Mail naar resource@wur.nl.