Met de komst van Ronald Pierik heeft de leerstoelgroep Moleculaire Biologie een nieuwe leerstoelhouder. Pierik verruilt na twintig jaar Universiteit Utrecht voor Wageningen. Dat is goed nieuws voor het milieu: Pierik woont al jaren in Bennekom. Resource sprak hem op zijn eerste werkdag.
Je bent opgegroeid in Heelsum, maar koos voor een studie biologie in Nijmegen. Waarom niet Wageningen?
‘Net als veel jongeren wist ik eigenlijk niet zo goed wat ik wilde studeren. Ik schreef me aanvankelijk in voor scheikunde, maar het werd uiteindelijk biologie. Het werd niet Wageningen, omdat ik het idee had dat die studie erg op de landbouw was gefocust. Ik wilde meer de medisch-moleculaire hoek in. Stiekem speelde denk ik ook wel mee dat Wageningen wel heel dichtbij was. Daar ging ik vaak uit. Ik wilde wel eens verder kijken. In Nijmegen ben ik ook gepromoveerd.’
Waar ging het proefschrift over?
‘De titel is: Ethylene and plant-neighbor detection. Het gaat over competitie tussen planten en hoe ze elkaar waarnemen. Ik ontdekte dat planten het vluchtige plantenhormoon ethyleen als signaalstof gebruiken. Op een lab in Engeland ontdekte ik vervolgens dat die stof ook een rol speelt in het vertalen van lichtsignalen naar groeiaanpassingen van de plant.’
Op het gebied van plantenbiologie is hier zoveel aanwezig, dat vind je nergens anders in Nederland
Ronald Pierik, leerstoelhouder Moleculaire Biologie
Op dat spoor ben je verdergegaan?
‘Die kennis kwam me goed van pas toen ik als postdoc naar Utrecht ging. Daar heb ik gaandeweg mijn eigen groep Fotobiologie kunnen opbouwen en ben ik leerstoelhouder Plant Environment Signaling geworden. En zo zijn we nu twintig jaar verder.’
Waarom dan nu toch Wageningen?
‘Vooropgesteld, ik was heel tevreden in Utrecht. Toen kwam deze vacature voorbij en die zette me aan het denken. Ga ik nog twintig jaar in Utrecht werken? Ik realiseerde me dat het voor mij en mijn onderzoek misschien goed was om mezelf opnieuw uit te dagen. Verandering op zijn tijd is goed, maar je wilt niet op een mindere plek terechtkomen. Voor mij is Wageningen dan een geweldige optie. Op het gebied van plantenbiologie is hier zoveel aanwezig, dat vind je nergens anders in Nederland.’
Heeft de oprichting van het nieuwe fotosynthese-instituut met die keuze te maken?
‘Fotobiologie is niet hetzelfde als fotosynthese. Fotobiologie gaat over hoe licht door planten wordt waargenomen en gebruikt om zich aan te passen aan de omgeving. Maar er zijn zeker raakvlakken met fotosynthese. Fotobiologie heeft grote effecten op de fotosynthese. Die raakvlakken hoop ik uit te bouwen. Het is natuurlijk vreemd dat je twee aparte onderzoeksvelden hebt bij planten, die allebei met licht te maken hebben maar nauwelijks samenwerken. Die brug wil ik heel graag slaan. Ik werk daarom ook al een tijdje samen met onderzoekers van WUR, VU en Michigan State University in het fotosynthese-consortium van NWO.’
Fotobiologie heeft grote effecten op de fotosynthese. Die raakvlakken hoop ik uit te bouwen
Ronald Pierik, leerstoelhouder Moleculaire Biologie
Wordt fotobiologie een nieuwe tak binnen de Wageningse Moleculaire Biologie?
‘Ja, er was hier in de leerstoelgroep nog niemand die aan dit soort processen werkt. Van mijn groep in Utrecht komen een aantal tijdelijke mensen en staflid Andrés Romanowski mee, die onderzoek doet naar circadiane (dag-nacht, RK) ritmes bij planten en hoe ze die klok aan het licht aanpassen. Het onderzoek in de leerstoelgroep is heel divers. Van stikstoffixatie tot samenwerking van planten met schimmels en van embryo-ontwikkeling tot de samenhang tussen oogstopbrengst en de vertakking van granen. De rode draad is wat de moleculaire netwerken zijn die de ontwikkeling van planten sturen, met de nadruk op interacties met de omgeving.’
Komen er ook nieuwe vakken bij?
‘Dat kan ik op mijn eerste werkdag nog niet zeggen. Moleculaire Biologie zit samen met Celbiologie in een cluster. Die cluster geeft al veel onderwijs binnen verschillende opleidingen. Ik hoop nieuw onderwijs te kunnen toevoegen over bijvoorbeeld fotobiologie. Het curriculum van een aantal opleidingen is flink in beweging, dus dit zou een goed moment kunnen zijn.’