Wie: Gerrit van den Heuvel (58 jaar)
Wat: KNVB arbitragedocent
Waarom: het arbitragevirus doorgeven
Loon: gemiddeld bruto €400 per maand (sterk variërend)
Niet alleen studenten klussen bij, ook WUR-medewerkers hebben bijbanen. Het dubbelleven van Gerrit van den Heuvel (58), medewerker van het Facilitair Bedrijf IT, speelt zich af op het voetbalveld. Een paar uur per week leert hij aankomend scheidsrechters fluiten.
‘Ik werk al 32 jaar bij WUR, waarvan 15 jaar in mijn huidige IT-functie bij het facilitair bedrijf. In ons team zorgen we voor voldoende opslag- en servercapaciteit. Bijvoorbeeld voor het opslaan van onderzoeksdata en het op peil houden van de rekencapaciteit. Ook moeten de systemen onderhouden worden. Mijn bijbaan is heel anders: ik leid scheidsrechters en rapporteurs op in het veldvoetbal.
Op mijn 36e ben ik geïnfecteerd geraakt met het arbitragevirus. Als docent is het ontzettend leuk om de cursisten in de loop van de tijd uit hun schulp te zien kruipen. In moeilijke tijden, bijvoorbeeld toen mijn ouders overleden, hebben de cursussen me erdoorheen gesleept.’
Schop hem plat!’ kun je niet voorbij laten gaan’
‘Elke groep is anders. Er zitten heel gemotiveerde cursisten bij die voor de KNVB willen fluiten, die leerlingen zijn heel leuk om te bedienen. Maar er vallen ook vaak deelnemers af: soms beschikt iemand niet over de juiste vaardigheden. Of de cursus is anders dan ze hadden verwacht. Het scheidsrechtersvak is prachtig, maar het heeft ook moeilijke kanten. Er worden weleens lelijke dingen geroepen en er kunnen spanningen zijn op een voetbalveld. Social media is ook een onderwerp in de cursus. Voor de geïnteresseerden is er de module mentale weerbaarheid. Het is cruciaal om op het veld de regie te houden. Korte lijnen. Vroegtijdig anticiperen. Spelers bij elkaar zetten als dat nodig is. ‘Schop hem plat!’ kun je niet voorbij laten gaan, ook niet als het vanaf de bank komt. En formuleer altijd zorgvuldig: ‘Ik heb gezien dat…’ Zo houd je het heel feitelijk.
Ik ben van de afdeling niet lullen maar poetsen. Soms loop ik ergens tegenaan, en realiseer ik me dat ik dat ook wel van te voren had kunnen bedenken. Ik leer mijn cursisten: er zijn vier fasen: waarnemen, interpreteren, beslissen en toepassen. In mijn functie voor WUR en in mijn dagelijks leven heb ik de neiging om iets te snel naar toepassen te gaan.’