Na ruim een half jaar van relatieve rust werd vorige week weer vogelgriep aangetroffen op een Nederlands pluimveebedrijf. Analyse van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) wees uit dat het om een variant van het hoogpathogene H5N1-vogelgriepvirus gaat die nog niet eerder is vastgesteld bij pluimveebedrijven. Het betreft het zogenoemde BB-genotype, dat momenteel veel sterfte veroorzaakt onder kokmeeuwen.
Ook bijzonder aan deze uitbraak is de locatie ervan: het besmette bedrijf, een biologisch legbedrijf in Biddinghuizen, bevindt zich niet ver van de faciliteiten van WBVR. De WBVR-locatie aan de Houtribweg in Lelystad valt net buiten de straal van 10 kilometer rond het besmette bedrijf waarin een vervoersverbod geldt.
Het aangetroffen virus wordt aangeduid als genotype BB. Dit virus circuleert momenteel met name onder kokmeeuwen in Nederland en Europa en veroorzaakt veel sterfte bij deze vogels. ‘De besmetting van het legbedrijf in Biddinghuizen laat zien dat deze variant van het vogelgriepvirus ook pluimvee kan infecteren. Eerder werd in Italië experimenteel al aangetoond dat de meeuwenvariant van het vogelgriepvirus ook kan leiden tot infecties bij pluimvee’, aldus Nancy Beerens, hoofd van het nationaal referentielaboratorium Aviaire Influenza.
Bioveiligheid
De besmetting in Biddinghuizen is de eerste sinds het ministerie begin juli de ophokplicht introk in de meeste Nederlandse regio’s. Vooralsnog wordt die niet direct weer ingevoerd. Wel hamert het ministerie van Landbouw op het grote belang dat pluimveebedrijven de bestaande bioveiligheidsmaatregelen goed blijven naleven, door bijvoorbeeld extra alert te zijn op ‘insleep’ van het virus via muizen of ratten. In een interview met Trouw wees WBVR-expert Armin Elders op de optie om met laserstralen wilde watervogels uit de buurt van pluimveebedrijven te houden en zo het risico op besmetting verder te reduceren. Zijn onderzoek wees uit dat die methode effect sorteert.