Je bent jong en je wilt wat, en ik wilde naar China. Na het behalen van mijn middelbareschooldiploma verruilde ik de sleur van de onderwijsfabriek (zo voelde het soms) voor het backpackers bestaan. Vier maanden lang trok ik door Azië, waarvan een maand door het midden van China. Gebruikmakend van het grootste hogesnelheidslijnennetwerk ter wereld, verkende ik bruisende metropolen, natuurgebieden met bizarre landschappen en adembenemende glazen skywalks en kleine gehuchten waar misschien nog nooit een witte buitenlander geweest was.
Ondergedompeld in een totaal andere cultuur, ervaarde ik een van de meest verrijkende, interessante en leukste maanden van mijn leven. De overweldigende gastvrijheid maakte van het Grote Onbekende een warm bad. Wildvreemden snelden aan met een zakdoekje wanneer ik niesde in het park, of betaalden mijn buskaartje wanneer ik niet kon voldoen aan de vereiste gepaste betaling. Chinese studenten en scholieren, jarenlang geploeterd op de Engelse taal, zagen in mij een uitgelezen kans hun Engels een keer toe te passen op een ‘echte buitenlander’. Het interessante contact met de lokale bevolking zorgde ervoor dat ik mij een wereldreiziger voelde, in plaats van een toerist. Zij maakten indruk op mij met hun (meer) op het collectief gerichte mindset, ik maakte indruk op hen door zonder handen te kunnen fietsen. Als dat geen culturele uitwisseling is!
Zij maakten indruk op mij met hun (meer) op het collectief gerichte mindset, ik maakte indruk op hen door zonder handen te kunnen fietsen
In een hostel in Chongquing, een stad met 9 miljoen inwoners, ontmoette ik de Chinese jongen Adrian. We verkenden samen de stad, terwijl we zonder duidelijke doelen of agenda’s allerhande onderwerpen bespraken. ‘Democratie, wat denk je daar eigenlijk van?’ vroeg hij. Hij vertelde dat hij op school had geleerd dat (een liberale) democratie tot chaos leidt en dus niet in het belang is van het volk. Chaos en gedoe: ik vond het een sterk kritiekpunt. Maar natuurlijk had ik ook goede argumenten vóór democratie. Het waren ongedwongen gesprekken. En comfortabel consequentieloos: na die paar dagen scheidden onze wegen weer. Open en eerlijke gesprekken, gebaseerd op wederzijds respect en oprechte interesse in elkaars zienswijze. En deze twee ingrediënten voor een goed gesprek, zijn ook nodig in de huidige discussie over ‘WUR en China’.
De aanleiding om wat van mijn ervaringen te delen, is het artikel van Resource en de ophef die dat veroorzaakte. De discussie is uit de bocht gevlogen. Resource erkende dat een onzorgvuldige formulering anders had gemoeten en heeft dat gelukkig rechtgezet. Anderzijds zijn de aangesneden onderwerpen te belangrijk om zomaar aan de kant te schuiven: de huidige situatie wordt door een hoop actoren als problematisch ervaren. In reacties (vanuit zowel de Chinese als de niet-Chinese gemeenschap) worden genoemde zorgen en bezwaren gebagatelliseerd of ontkend. Asian hate en racisme bestaan en zijn belangrijke thema’s om over te praten. Tegelijkertijd moet kritiek op de huidige omgang met CSC-promovendi natuurlijk gewoon inhoudelijk besproken kunnen worden.
Kritiek op de huidige omgang met CSC-promovendi moet gewoon inhoudelijk besproken kunnen worden
Nog even een greep uit belangrijke zorgen die leven binnen WUR. Ten eerste: is het wel wenselijk dat er een groep PhD’ers (ver) onder het minimumloon betaald krijgt? Ten tweede: WUR betaalt de Chinese CSC-PhD’ers niet, maar strijkt wel de promotiebonus op van de Nederlandse overheid. Sommigen zien dat als misbruik van het systeem, omdat de ‘promotiebonus’ bedoeld is om de Nederlandse kenniseconomie te versterken terwijl deze doctoren Nederland vaak weer verlaten. Ten derde is het de vraag hoe gradaties van onvrijheid (het vermijden van bepaalde onderwerpen, zelfcensuur, etc.) in China, ook in Wageningen doorsijpelen. Een Zweedse universiteit is na een incident volledig gestopt met het aannemen van CSC-studenten. Is actief beleid van WUR op dit onderwerp op zijn plaats? Zijn er ook promovendi, medewerkers of studenten uit andere landen bij wie dit een rol kan spelen?
Ik hoop dat het genoemde ‘talk with us, not about us’ van de grond komt en een plek krijgt in een volgende editie van het blad
Terug naar een constructief gesprek. De genoemde zorgen in het artikel betreffen de beleidsbepalers, niet de goede en gewilde Chinese promovendi die een bijdrage leveren aan de wetenschap. Ondanks dat de kritiek dus niet gericht is aan individuele promovendi, is er – gezien de heftige reacties – duidelijk behoefte aan het naar voren brengen van hun perspectief. Ik hoop dat het genoemde ‘talk with us, not about us’ van de grond komt en een plek krijgt in een volgende editie van het blad. Het comfort van de ongedwongenheid van mijn eigen gesprekken als reiziger in China, is in deze omstandigheid afwezig, maar gewoon een constructief gesprek, dat moet vast lukken.
Steven (25) doet een master Economie en Beleid en slaat graag van zich af op de squashbaan. Hij staat altijd open voor een potje squash en een goed gesprek. Je kan hem hier mailen.