Tekst Anne van Kessel
Ze maakt zich grote zorgen over de achteruitgang van de biodiversiteit, maar hoogleraar Liesje Mommer blijft optimistisch. ‘Ik heb twee kinderen. Als ik de moed verlies; wat moeten zij dan?’
‘Het gaat heel erg slecht met de biodiversiteit.’ Hoogleraar Ondergrondse Interacties Liesje Mommer valt met de deur in huis. ‘Biodiversiteit gaat over al het leven op onze planeet. Het is de variatie in alle organismen; van microbe in de bodem tot blauwe vinvis in de zee. We hebben het hele ecosysteem nodig voor schoon water, schone lucht, een vruchtbare bodem en voor voedsel. Om te leven dus. Als de afname zo doorgaat, wordt de planeet onleefbaar’, zegt Mommer, die ook leider is van het Wageningen Biodiversiteits Initiatief. ‘Mensen weten wel dat het slecht gaat met het klimaat, maar beseffen niet hoe erg het met de biodiversiteit is gesteld. Terwijl klimaat en biodiversiteit twee kanten van dezelfde medaille zijn.’
Hoe verhouden die twee kanten zich tot elkaar?
‘Het Amazonegebied is een gigantische koolstofspons die een aanzienlijk deel van de koolstof op aarde opslaat. Door ontbossing komt er nu in delen van de Amazone meer koolstof vrij dan wordt opgenomen. Die uitstoot versterkt klimaatverandering. En dat zorgt ervoor dat nog meer soorten uitsterven en dat de bodem minder vruchtbaar wordt. Zo komen we in een negatieve spiraal. De twee kanten versterken elkaar.
Ik denk dat onze verantwoordelijkheden als wetenschapper veranderen
Maar dat kan ook op een positieve manier. Als het goed gaat met de biodiversiteit, gaat het beter met het klimaat. Daarom is op de laatste VN-top over biodiversiteit in Montreal de 30 by 30-regel afgesproken: tegen 2030 moet wereldwijd 30 procent van de natuur op land en op zee beschermd zijn.’
Jouw eigen onderzoek richt zich voornamelijk op de bodem. Wat leerde je uit dat onderzoek voor je werk voor het Biodiversiteits Initiatief?
‘Toen ik als postdoc begon, wilde ik aan iets relevants werken. Destijds startten de eerste onderzoeken naar de rol van biodiversiteit in het functioneren van ecosystemen. Ik wilde daar iets mee, iets wat niemand anders al deed. Omdat iedereen zich op het leven boven de grond richtte, besloot ik me op de bodem te richten. Ik zag dat planten beter functioneren als er veel verschillende soorten planten zijn. De productie is hoger, er wordt meer koolstof in de bodem opgeslagen en ze zijn beter opgewassen tegen ziekten. Van planten leerde ik: ‘samen ben je beter’. Les 1.’
‘Daarnaast leerde ik het belang van mycorrhiza-schimmels; die schimmels geven voedingsstoffen aan de plant in ruil voor suikers. Er is ondergronds een heel groot netwerk gaande, dat je niet ziet, maar dat wel belangrijk is voor het functioneren van plantengemeenschappen. Les 2.’
‘Die twee principes gebruik ik nu bij het Biodiversiteits Initiatief. We staan sterker als we de perspectieven van alle science groups meenemen. En het initiatief is zoals mycorrhiza-schimmels: de verbinder, het netwerk onder de grond.’
Toen je 3,5 jaar geleden het Ipbes-rapport (Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten) las met daarin de waarschuwing dat een miljoen soorten dreigen te verdwijnen als gevolg van menselijk handelen, ontstond het idee voor het Biodiversiteits Initiatief. Waarom greep dat rapport je zo aan?
‘Ik dacht Oh my God, ik heb twee tieners, in wat voor wereld groeien die op? Ik kon twee dingen doen; depressief worden of alles doen wat ik kan voor een betere wereld. Mijn kinderen hadden over het rapport op het Jeugdjournaal gehoord en mijn zoon zei: Mama, je werkt bij de beste universiteit ter wereld. Doe iets!’
Hoe ga je dat doen?
‘We moeten het biodiversiteitsverlies omkeren. Nu zitten we op een sterk dalende lijn en we moeten die grafiek weer ombuigen. Dat kan door betere natuurbescherming, door duurzaam te produceren en door duurzaam te eten. Die laatste twee zijn unieke en sterke punten van het Wageningse onderzoek.’
‘Ik wil dat WUR bij elk onderzoeksproject nadenkt of het bijdraagt aan een natuurinclusieve wereld. Ik wil ook dat iedere student die hier afstudeert, bekend is met de biodiversiteitscrisis en handelingsperspectief heeft om er iets tegen te doen.’
Was je als kind al zo met de natuur begaan?
‘Ja. Ik kom uit Zuid-Limburg en we gingen ieder weekend wandelen. Ik plukte bloemen en maakte daar zelf een herbarium van. Met een flora determineerde ik ze. Die liefde voor wandelen is gebleven. Altijd als ik ga wandelen heb ik het idee dat ik iets dichter bij Moeder Aarde ben, ik kan er opladen.’
Wat voel je dan?
‘Rust. Ik geniet van de schoonheid. Van de kleuren van de bloemen, van een eekhoorn die rond hupt of van een specht die zit te hakken in een boom. Van slapen onder de sterren in de bergen. Het is troostend en moedigt me aan. Als mens en dus ook in mijn werk. Kunst heeft datzelfde effect.’
Wat voor kunst?
‘Muziek vooral. Het allermooiste vind ik a capella koormuziek. Ik heb zangles maar zing niet in een koor. Toch is samen zingen een van de meest helende dingen die we als mens kunnen doen. Vroeger speelde ik dwarsfluit in de harmonie van het dorp. Dan zat ik daar en hoorde de warme klanken van de hoorn achter me. Daar leerde ik dat je allemaal je eigen stuk kunt spelen, maar met zijn allen komt daar nog iets veel mooiers uit.’
Heb je de liefde voor de natuur van je familie meegekregen?
‘Niet per se denk ik. Mijn moeder komt uit een boerenfamilie. Op vakantie kampeerden wij in het weiland van een van mijn familieleden. Ik zag met eigen ogen hoe die bedrijven steeds groter en efficiënter werden.’
Was daar weleens discussie over?
‘Zeker. Als je als meisje van acht aan de koffietafel zit, krijg je de gesprekken mee. Door die ervaringen begrijp ik de zorgen van boeren. Ze zijn niet kwaadwillend. Ze hebben hun best gedaan om het goed te doen binnen de kaders die ze hadden.
We moeten veel beter luisteren naar jongeren; zij hebben vaak onorthodoxe oplossingen
Nu worden ze ineens gedwongen het roer radicaal om te gooien, maar verandering heeft tijd nodig. Sommige bedrijven in mijn familie hebben die omslag al gemaakt. Eén heeft bijvoorbeeld nu een voedselbos.’
Zie je jezelf nu als wetenschapper of als activist?
‘Dat is een interessante vraag. Ik ben zeker nog wetenschapper en ik heb een eigen onderzoekslijn. Ik denk wel dat onze verantwoordelijkheid als wetenschapper verandert. Er is zoveel desinformatie en lobby vanuit bedrijven. Wij moeten met de feiten komen, scenario’s schetsen en duiden.’
De wereld verbeteren klinkt vrij activistisch.
Ons leven als mensheid is in gevaar. Het is code rood. Maar ik zal me niet vastlijmen aan een talkshowtafel of schilderij. Mijn aanpak is anders, ik werk liever onder de grond. Dat levert bovengronds soms de beste resultaten.’
‘Onrechtstreeks plegen we zelfmoord’, zei VN-secretaris-generaal António Guterres tijdens de VN-top over biodiversiteit in december. ‘Deze conferentie is onze kans om deze orgie van uitroeiing te stoppen.’
‘Hij heeft helemaal gelijk. Het feit dat wij hier nu nadenken over bosbranden, dat Texel misschien wel zal verdwijnen; dat is toch verschrikkelijk?! En we laten het gewoon gebeuren. Ik snap niet dat onze eigen politici zo blijven dralen.’
Hoe blijf je hoopvol?
‘Ik heb thuis twee kinderen aan tafel. Als ik de moed verlies; wat moeten zij dan?’
Gaan we die 30 by 30-afspraak van de VN-top halen?
‘Het is het minimale dat we moeten doen om een catastrofe te voorkomen.’
Het klimaatakkoord van Parijs spreekt over maximaal 1,5 graad opwarming. Daar zit Nederland al ruim overheen.
‘Toch voel ik de plicht optimistisch te blijven. De VN-top was in december. Die doelen zijn voor mij de Noorderster aan de hemel. Daar moeten we op koersen. Nu hebben we alleen nog drie wijzen nodig die ons daarheen loodsen.’
Wie moeten die drie wijzen zijn?
‘De Europese Commissie heeft echt goede plannen. Nu moet ze de rug recht houden en de plannen door het Parlement loodsen. WUR kan helpen door inzichtelijk te maken wat we weten en waar nog meer onderzoek nodig is. Als derde denk ik aan een jongerenraad – de nieuwe generatie. We moeten veel beter luisteren naar hun onorthodoxe oplossingen. Daar zit voor mij de hoop.’
Hoe gaat WUR de omslag naar een duurzamere landbouw maken?
‘Er zijn schitterende projecten gaande. Een voorbeeld is CropMix, een consortium met de basis in Wageningen. Daarin zitten dertig boeren en zij zijn in de lead.
Ik snap niet dat onze politici zo blijven dralen
Zij stellen de vragen over de transitie naar een duurzame landbouw en wij helpen antwoorden vinden. Bestuursvoorzitter Sjoukje Heimovaara koos afgelopen jaar Planetary Boundaries als thema van het academisch jaar. Het onderwerp leeft.’
Toen jij twee jaar geleden in Trouw zei dat de Wageningen Universiteit klaar was voor een groene omslag, was de raad van bestuur daar niet zo blij mee.
‘Dat klopt. Dit soort dingen kost tijd en ik ging misschien iets harder dan de rest. Maar inmiddels kunnen we elkaar goed vinden. We hebben een immense uitdaging als mensheid, maar we hebben de groene wind op de campus mee en dat gaat helpen.’
CV
2021-heden
Leider Wageningen Biodiversity Initiative
2015-heden
Hoogleraar Ondergrondse Interacties, PEN en FEM, Wageningen University
2005-2015
Postdoc en universitair hoofddocent, Wageningen University
2000-2005
PhD, Radboud Universiteit Nijmegen
1995-2000
Studie Biologie, Wageningen University
De periode 22 mei t/m 1 juli staat bij WUR in het teken van biodiversiteit. De gehele periode zijn er lezingen en excursies, georganiseerd door het Wageningen Biodiversiteits Initiatief.
22 mei was Biodiversity Day: die dag startte WUR samen met zestien andere universiteiten een challenge waarin de vraag is welke universiteit in de periode tot 1 juli de meeste soorten kan tellen op de campus.
Op 1 juli is heel Wageningen en omgeving welkom op de campus om van alles te leren over wat er leeft in een stedelijke omgeving; hoe je wildcamera’s gebruikt en te luisteren naar diverse lezingen. Mommer: ‘Als je niet weet wat er leeft, kun je er niet van houden.’