Foto Roelof Kleis Voor de tweede keer in korte tijd organiseert WUR het Groot Nederlands Studenten Kampioenschap. In jubileumjaar 2018 (100 jaar WUR) was Wageningen ook al gastheer. Eigenlijk zou Nijmegen het sportfeest dit jaar organiseren, maar dat ging niet door. Henri ten Klooster, hoofd van SCB, sprong daarop in de bres.
In korte tijd kreeg Ten Klooster het samen met de sportverenigingen en Studentensport Nederland (SSN) voor elkaar dat dit weekeinde 1300 sporters verdeeld over 14 sporten met elkaar in de slag gaan. Naast de traditionele GNSK-teamsporten als basketbal, handbal en volleybal staan ook turnen en -een primeur- e-sports op het menu.
Waarom heb jij je opgeworpen om het GNSK te organiseren?
‘Toen ik in december hoorde dat Nijmegen niet doorging, dacht ik: dit gaat ons niet gebeuren. Door corona zijn de edities van 2020 en 2021 vervallen. Vorig jaar werd het evenement verdeeld over Delft en Den Haag georganiseerd. Van de negen mensen in de organisatie had er maar eentje een GNSK meegemaakt. Als het nu weer niet doorgaat, weet straks niemand meer wat een GNSK is. Daarop heb ik de raad van bestuur gevraagd of wij het in onze accommodatie mochten organiseren.’
Zonder commissie en met weinig middelen?
‘Ja. Voor een commissie was het te kort dag. Samen met SSN is besloten het op regiebasis te doen. We besteden het werk dus uit; de studentensportverenigingen zijn verantwoordelijk voor de toernooien. In 2018 hadden we 40.000 euro subsidie; nu maar een fractie van dat bedrag. Maar als je niks hebt, word je noodgedwongen ook inventief. We hebben slimme oplossingen bedacht. En samen met de collega’s van de andere universiteiten dragen we het eventueel tekort. Maar uiteraard proberen we break even te draaien.’
Noem eens een slimme oplossing?
‘Voor het powerliften huurden we de vorige keer een grote tent. Dat kost 12.000 euro. Dat hoeft nu niet, omdat we de fitnessruimte kunnen gebruiken. Die wordt gerenoveerd, waarvoor alles eruit moet. Door dat slim te plannen, is de ruimte vanaf morgen leeg. Die tent is dus niet meer nodig. Dat scheelt.’
Het programma omvat 14 sporten. Geen atletiek?
‘Het GSNK telt acht vaste sporten: badminton, basketbal, volleybal, handbal, voetbal, schermen, squashen en tennis. Voor een aantal sporten bestaat een eigen NSK. Afgelopen weekeinde hebben we hier nog het NSK Meerkamp georganiseerd. Aan die acht vaste disciplines kunnen keuze-sporten worden toegevoegd. In 2018 was dat bijvoorbeeld triatlon. Daar is nu vanaf gezien, omdat je daar veel vrijwilligers voor nodig hebt. Wielrennen zit er nu wel bij, en ook turnen, tafeltennis, beachvolleybal, powerlifting en e-sports zijn toegevoegd.’
Is e-sports een sport?
‘Dat is een discussiepunt. De definitie van sport die het SCB hanteert is dat sport een fysieke activiteit moet zijn. Schaken, dammen en bridgen zitten dus niet in ons sportprogramma. E-sports dus ook niet. Maar je kunt er niet omheen dat het erg in opkomst is. Met name de technische universiteiten in Eindhoven en Delft halen die sporters naar het sportcentrum. Daarmee boren ze een heel nieuwe doelgroep aan. Wij bieden het daarom op dit GNSK ook aan.’
Misschien is het de start van e-sports in Wageningen
Henri ten Klooster, directeur Sportcentrum De Bongerd
Maakt dit de weg vrij voor een andere koers?
‘Misschien is het de start van e-sports in Wageningen. Misschien ontstaat er zo een platform voor een aantal nieuwe sporten in ons aanbod. Maar dat betekent dan wel dat we onze definitie van sport moeten veranderen. En zover zijn we nog niet.’
Hoeveel Wageningse studenten doe er mee?
‘Ik schat tussen de 180-200 studenten. Dat is best veel op een totaal van 1300 deelnemers. Het accent ligt op de teamsporten. Vooral basketbal, volleybal en beachvolleybal trekken veel deelnemers.’
Het wordt 28 graden dit weekeinde. Is dat een probleem?
‘Voor het voetbal, dat op het terrein van VV Bennekom wordt gehouden, is 28 graden wel iets te warm. We zullen een hitteprotocol moeten hebben met extra drinkpauzes. Wielrennen, op de baan in Ede, is bij die temperatuur goed te doen. De andere sporten zijn binnen. Het begint vrijdag pas echt warm te worden en dat merk je pas zondagmiddag in de sporthallen. Dat komt mooi uit, want dan zijn we al klaar. En voor de camping en het feest bij Ceres is het weer geweldig.’
