Een mislukte proef, een afgewezen artikel: in de wetenschap wordt het al gauw bestempeld als falen. En erover praten? Dacht het niet. In deze rubriek doen collega’s dat wel. Want falen is nuttig. Dit keer de kersverse hoogleraar Levensmiddelentechnologie: Kasper Hettinga.
‘Na mijn masterstudie deed ik wat veel levensmiddelentechnologen niet doen: promoveren. Na twee jaar onderzoek had ik niets. Geen data, geen publicaties en vooral geen vertrouwen meer in het project. Achteraf gezien had ik oogkleppen op: ik keek niet buiten mijn vakgebied en vertrouwde blindelings op de hypothese van mijn professor.
Tijdens mijn promotieonderzoek werkte ik met apparatuur die aan melk ‘ruikt’ en de kwaliteit en veiligheid ervan beoordeelt. Met die techniek zouden melkfabrieken hun melk dan kunnen keuren voordat ze die in grote silo’s pompen. Dat was het onderzoeksplan van de professor die me aanstelde.
Tegenwoordig bedenk ik experimenten om hypothesen te ontkrachten
Maar de technologie bleek niet te werken. De apparatuur detecteerde besmette of slechte melk niet. Na twee jaar was ik ervan overtuigd dat het onderzoek nergens toe zou leiden. Maandenlang zat ik in een diep dal en ik begon langzaamaan uit te kijken naar een nieuwe baan.
Alles veranderde toen iemand uit mijn begeleidingscommissie voorstelde om de apparatuur te gebruiken om de gezondheid van koeien te meten, in plaats van de kwaliteit van de melk. Daarbij laat je de melk een tijd staan, zodat bacteriën de kans krijgen om te groeien. Die luxe heeft de melkbranche niet. Maar toen kon ik wél geurstoffen in slechte melk meten en achterhalen welke koeien bijvoorbeeld uierontsteking hadden. Ik liet mijn oorspronkelijke hypothese en onderzoeksplan los en rondde in anderhalf jaar tijd mijn promotieonderzoek af.
Tegenwoordig houd ik altijd in gedachten dat een hypothese fout kan zijn en bedenk ik experimenten om hypothesen te ontkrachten. Ook dat hoort bij wetenschap, maar het wordt vaak vergeten. Ik zie het ook bij mijn masterstudenten en promovendi: als hun resultaten niet overeenkomen met de verwachtingen, gaan ze ervan uit dat het experiment is misgegaan. Ik leer ze open te staan voor nieuwe perspectieven en mogelijkheden, zelfs als het betekent dat je moet afwijken van je oorspronkelijke plan. Soms liggen de beste oplossingen buiten het directe zichtveld.’