Promovendi zijn de werkpaarden van de universiteit. WUR heeft 2428 (peildatum november) van die werkpaarden. Ze zorgen samen voor het overgrote deel van de wetenschappelijke output van WUR. Maar niet elke promovendus krijgt daar goed voor betaald. Sterker nog, honderden promovendi verdienen nog minder dan het minimumloon in Nederland.
Het gaat hier met name om de internationale beurspromovendi, onderzoekers die op een beurs werken aan hun promotieonderzoek. De grootste groep onder die beurspromovendi is Chinees en wordt betaald door de Chinese Scholarship Council (CSC). Een beurs van de CSC bedraagt 1.350 euro per maand, een bedrag dat bij een 40-urige werkweek neerkomt op 8,5 euro per uur. Dat bedrag ligt niet alleen onder het minimum inkomen in Nederland, maar door de sterk gestegen inflatie van de laatste jaren ook onder de door de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) gehanteerde norm voor een verblijfsvergunning.
Werkdruk
‘Bizar’, zegt docent Lennart Beun. ‘Ik kwam daar pas onlangs achter in een gesprek met collega’s. Dit slaat nergens op. Ze doen hetzelfde werk als promovendi die wel in dienst zijn en krijgen daar minder dan het Nederlandse minimumloon voor. De werkdruk en werkstress is al zo hoog en dan heb je er ook nog die financiële stress bij. Dit gaat tot ongelukken leiden.’ Beun ging in gesprek met de leiding van zijn leerstoelgroep Physical Chemistry & Soft Matter. Ze erkenden volgens hem het probleem, maar kunnen niks doen. ‘Juridisch schijnt het complex te zijn om bij te springen. Het heeft ook met tenure track te maken, was de – eerlijke – reactie. Soms kun je op een andere manier geen promovendus aantrekken. En je moet toch publiceren, dus dan maar een goedkope CSC’er.’
Het aantal Chinese promovendi dat jaarlijks bij WUR instroomt, is het afgelopen decennium meer dan verdubbeld tot 71 vorig jaar. In totaal telt WUR 401 (peildatum november) Chinese promovendi. Dat is 17 procent van het totale aantal PhD’ers en een kwart van alle internationale promovendi. Alleen de groep Nederlanders (35 procent) is groter. Die groei is deels een gevolg van een paar grote onderzoeksprogramma’s die WUR is aangegaan met de China Academy of Agricultural Sciences (CAAS) en de China Agricultural University (CAU).
China is een kolossaal land met grote landbouwkundige vraagstukken. Wetenschappelijk gezien is het voor WUR interessant om daar inzicht in te krijgen. Maar de grote groei bij Chinese promovendi zit ‘m vooral in de individuele beurzen die de CSC verstrekt. De Chinese overheidsinstelling geeft jaarlijks zo’n 9.000 beurzen aan landgenoten die aan een buitenlandse universiteit willen promoveren. Wageningen is, als beste landbouwuniversiteit in de wereld, voor de CSC interessant. Met name de voedings- en plantenwetenschappen trekken veel Chinese promovendi.
De druk om te presteren en te leveren is groot en daarmee ook de prikkel om een promovendus binnen te halen
Anonieme ingewijde
Daar komt bij dat WUR voor elke afgeleverde promovendus ongeveer 80 duizend euro krijgt van de Nederlandse staat. Dat geld vloeit in Wageningen grotendeels rechtstreeks naar de leerstoelgroep van de promovendus. ‘Wageningen heeft een output-gestuurd model’, zegt een ingewijde, die anoniem wil blijven. ‘De druk om te presteren en te leveren is groot en daarmee ook de prikkel om een promovendus binnen te halen. Een Chinese beurspromovendus is een makkelijke manier om dat te doen. Zo ontstaat vanzelf opportunisme. De PhD-organisatie is een enorme melkkoe.’ Daarbij wordt voor lief genomen dat de CSC categorisch weigert om naast de beurs ook de zogeheten bench-fee te betalen. Dat is een bedrag (1.000 euro) dat PhD’ers die niet in dienst van WUR zijn maandelijks moeten betalen voor de opleiding. Naar schatting 80 procent van de Chinese promovendi betaalt geen bench-fee. Door die weigering loopt WUR maandelijks tonnen mis aan inkomsten.
Bench-fee’s
Die weigering om bench-fee’s te betalen, is de onderzoeksscholen een doorn in het oog. Dat blijkt uit een interne evaluatie van die scholen over de samenwerking met China. ‘China is een rijk land’, zegt Johan Feenstra, secretaris van onderzoeksschool WIMEK (milieuwetenschap) en een van de opstellers van de evaluatie. ‘Waarom zouden zij dat geld niet betalen en anderen wel, is de klacht.’ Aan die ongelijkheid wordt overigens inmiddels op landelijk niveau gewerkt. Uitgangspunt daarbij is dat de CSC met ingang van volgend jaar per promovendus een bench-fee gaat betalen van 10 duizend euro per jaar. Maar of dat gaat lukken is nog maar zeer de vraag. China is berucht lastig om geld van los te peuteren. Binnen de programma’s met CAAS en de CAU is door stevig onderhandelen de betaling van bench-fee’s overigens inmiddels wel geregeld.
Sterke groei
Los van geldzaken is de samenwerking met China om meer redenen problematisch, constateert de evaluatie. Door de sterke groei is het aandeel Chinese promovendi wel erg groot aan het worden. Feenstra: ‘Er zijn zorgen geuit over een ongezonde mix aan nationaliteiten en het totale aantal Chinese promovendi. Daar wordt overigens divers over gedacht. Bij de meeste leerstoelgroepen en PhD-klassen is die mix er wel, maar niet overal. Een goede balans is cruciaal voor integratie en samenwerking en vormt de basis voor een divers en inclusief academisch milieu.’ In de evaluatie wordt daarom opgeroepen criteria vast te leggen over wat zo’n gezonde mix is.
China is de olifant in de kamer
Esther Roquas, secretaris onderzoeksschool WASS
Daarnaast wordt de vinger gelegd op de lange arm van China. In de evaluatie wordt gerept van geruchten, incidenten en verhalen binnen de onderzoeksscholen over onderlinge controle en de rol die de Chinese ambassade daarbij speelt. ‘Zulke controlemechanismen bestaan misschien, maar kennis en inzicht zijn moeilijk te krijgen als PhD’ers niet vrij zijn om hun ervaringen te delen’, schrijven Feenstra en zijn collega Esther Roquas van onderzoeksschool WASS (sociale wetenschap). In de media zijn de afgelopen maanden regelmatig verhalen verschenen over die controle en de plicht van Chinese promovendi om te rapporteren over elkaar en hun omgeving. ‘Wij voelen in de onderzoeksscholen dat er dingen niet goed zijn’, zegt Roquas erover. ‘Maar we willen er niet over praten. Dat vind ik het erge. Dat is wat mij motiveerde om deze evaluatie te doen. China is de olifant in de kamer. Ik vraag me af hoe lang wij in Wageningen nog doorgaan met het hebben van een hele grote groep studenten en PhD’ers, die academisch en sociaal niet vrij zijn. Die bang zijn en zich niet kunnen uitspreken. Als er incidenten zijn, kunnen we dat niet uitzoeken en kunnen we er niet over praten. Er spelen zich dingen af in de expat-gemeenschappen die we niet moeten negeren. Ik wil daarbij vooropstellen dat we leuke en intelligente Chinese PhD-kandidaten hebben. Daar is niks mis mee. Velen doen het goed en maken mooie proefschriften. Maar er zijn zoveel incidenten die je niet kunt negeren. En dat gebeurt vaak wel.’
Evaluatie
De evaluatie – op basis van gesprekken met onder meer alle directeuren van de onderzoeksscholen – concludeert dat een brede discussie over de samenwerking met China onontkoombaar is. Daarbij spelen ook zaken mee als de (te) grote financiële afhankelijkheid van WUR van CSC, geopolitiek en de politieke discussie in Nederland over China. Die discussie is er – in enge zin – binnenskamers overigens wel geweest. Dat blijkt uit de hernieuwde China-strategie die in december werd vastgesteld door de raad van bestuur (RvB) van WUR. Aan de bestaande academische samenwerking, zo stelt de RvB, hoeft niet gesleuteld te worden: ‘Onze houding ten opzichte van China is niet fundamenteel anders dan die tot andere landen met waardesystemen die sterk verschillen van de onze.’ Aan de controle van promovendi (en studenten) door de Chinese overheid wordt niet te zwaar getild. Wel is het zaak erop toe te zien dat de wetenschappelijke data voor iedereen toegankelijk en vrijelijk beschikbaar zijn. Maar juist aan die toegankelijkheid ontbreekt het bij met name sociaal-wetenschappelijk onderzoek nogal eens, zeggen de onderzoeksscholen. Bij sommige onderwerpen bijvoorbeeld is het moeilijk betrouwbare en controleerbare data te krijgen, of zijn sommige data voor de begeleiders niet toegankelijk.
Als universiteit misbruik je de promotiebonus om Chinese wetenschappers op te leiden
Lennart Beun, docent Physical Chemistry & Soft Matter
Wat de Chinese beurspromovendi betreft is er intussen een sprankje hoop op verbetering van hun financiën. WUR onderzoekt of financieel bijspringen mogelijk en betaalbaar is. Voor Lennart Beun is dat onvoldoende. Hij heeft besloten hoe dan ook zijn baan op te zeggen. ‘Ik heb hier altijd met veel plezier gewerkt. Er is respect voor elkaar en de communicatie is open en eerlijk. Ik heb altijd waardering ervaren voor mijn werk. Maar ook mijn leerstoelgroep heeft CSC-promovendi en doet dus mee aan het systeem. En daar ben ik heel teleurgesteld over. Goedkope beurspromovendi zijn een verdienmodel. De promotiebonus is bedoeld om van Nederland een kenniseconomie te maken. Als universiteit misbruik je de promotiebonus om Chinese wetenschappers op te leiden. De Nederlandse belastingbetaler laat je zo meebetalen aan het opleiden van de Chinese bevolking. Juridisch mag het, maar ik vind het misbruik.’
Halen, niet brengen
Wageningen Research heeft de samenwerking met China op een lager pitje gezet, blijkt uit de hernieuwde China-strategie. Volgens die update is de afgelopen jaren veel kennis gedeeld met China, maar kwam de beloofde samenwerking niet van de grond. ‘We hadden er meer van verwacht’, zegt directeur Strategie en Accounts Ron Mazier. ‘Dat heeft ook te maken met de complexiteit van het zaken doen met China. De moeite die je moet doen om contracten op te stellen en het geld te krijgen dat daarmee is gemoeid, weegt niet op tegen de opbrengsten.’
Concreet betekent een en ander dat Wageningen Research de inspanningen in China heeft afgebouwd. Mazier: ‘We gaan er niet langer proactief tijd in steken. Voor de helft van de tijd die je investeert in een project in China, kun je mogelijk elders in Azië hetzelfde rendement realiseren.’ Voor het China-office van WUR in China betekent dit concreet een halvering van de bemensing.
#StopStigmatizingChinesePhDs
Let me summarize the essay in this way: it provides justifications for promoting a new form of racism against Chinese individuals. It appears that the author lacks Chinese friends and, therefore, has made little effort to learn about the work and daily lives of Chinese PhDs, resulting in an essay full of stereotypes, prejudice, and unfounded claims. Although my research is not sponsored by CSC, I am Chinese and have many wonderful and hardworking Chinese friends whose scholarships are from CSC. Therefore, I must respond to this essay, which is riddled with baseless allegations.
The essay begins by asserting that CSC-sponsored PhDs earn lower salaries despite having the same workload, but then curiously shifts its focus to questioning why they are not paying bench fees. The reality is that CSC-sponsored PhD students are not expected to engage in any teaching activities beyond their research since the funding does not come from the university or the supervisors. They are only expected to conduct research activities related to their thesis. However, as many colleagues are aware, a significant portion of CSC-sponsored PhDs are forced to engage in excessive teaching activities, even against their wishes, due to the demands of their supervisors. What do we call this phenomenon – exploitation or a new form of slavery? Obviously, the author appears unaware that the University of Groningen offers additional funding to CSC-sponsored PhDs to ensure that they receive the same salary while carrying out similar teaching and research duties as other university-funded PhDs. Rather than compensating doctoral researchers for their teaching duties, which is what they deserve, the author blames them for not paying bench fees. This perspective from the author is quite eye-opening in the year 2023!
Additionally, the essay heavily implies that Chinese PhD students funded by the China Scholarship Council (CSC) are controlled by the Chinese government. This insinuation is ridiculous and insulting. Have Dutch researchers ever received funding from NWO or other Dutch organizations? Of course, they have and they continue to have. Using the same flawed logic, one could claim that Dutch researchers lack academic freedom and independence simply because their funding comes from sources other than their own salaries. The author fails to acknowledge that CSC-sponsored PhDs are chosen based on their academic merit and potential, not their political affiliations. Moreover, the author provides no evidence of CSC intervention in the research of its sponsored PhDs. Instead, they insinuate that such intervention must occur and thus avoid interviewing CSC-sponsored Chinese PhDs about their research and academic experiences. This self-reinforcing reasoning loop is both unproductive and offensive!
The most absurd aspect of this article is the attempt to use “diversity and inclusion” as an excuse to cease recruiting Chinese PhDs, simply because there are already many of them and it supposedly hinders integration. It’s quite astonishing! I am now eagerly anticipating the author’s next article proposing to stop hiring male tenured-track professors because WUR has a disproportionate number of male professors (75%), which, following the author’s flawed logic, would be a more significant impediment to achieving diversity and inclusion.
Last but not least, a major issue with the article is its failure to acknowledge the academic contributions and research output of Chinese PhDs. Instead, the author chooses to focus on their country of origin, which is entirely beyond their control. By making unfounded claims about Chinese PhDs, who are individual researchers having individual stories and experiences, the author seems to be pushing a biased and discriminatory agenda against this group. It is worth considering whether the author would make similar claims about PhDs or researchers funded by institutions from other countries, such as the United States or African countries, who are doing research in the Netherlands. The author’s emphasis on the Chinese nationality of the researchers is reminiscent of a troubling historical precedent, which raises serious concerns.
#StopStigmatizingChinesePhDs
Afgelopen zaterdag werden vier Aziatische mensen, waaronder ik, in Wageningen met waterpistolen bekogeld door drie Nederlandse mensen die lachten en “Ching chong” riepen. Dit is het algemene racisme en de pesterijen die wij (Aziatische) mensen altijd krijgen. Nu hebben we dankzij Resource “Resource Racisme”! Opwindend!
Ik ben een CSC PhD-student. Ik vind de titel en inhoud beledigend. De titel impliceert dat Chinese PhD-studenten een probleem zijn dat moet worden aangepakt. Het is niet alleen respectloos, maar ook volledig in strijd met wat JEDI voorstaat en versterkt negatieve stereotypen en de bestaande ongelijkheden en discriminatie waarmee Chinese studenten worden geconfronteerd.
Ik ben het eens met het gedeelte over “werkstress” en ik geloof dat dit probleem moet worden aangepakt. Werknemende PhD-studenten hebben vaste werktijden per dag en kunnen hun contract verlengen, terwijl wij slechts een vierjarig contract hebben met CSC, wat betekent dat we extra hard moeten werken om ons PhD-traject binnen vier jaar af te ronden, inclusief weekenden. Maar waarom wordt er nu pas over lage salarissen en het ontbreken van bankkosten gesproken, terwijl dit al jaren bestaat?
Ik wil ook benadrukken dat het essay de bijdragen die Chinese PhD-studenten leveren aan WUR niet erkent. We zijn niet alleen ontvangers van kennis en middelen, maar leveren ook aanzienlijke bijdragen aan WUR. Bijvoorbeeld, ik geef les, begeleid verschillende MSc-studenten, publiceer artikelen voor WUR en draag veel bij aan WUR. Met de bijdragen van veel “Ik”-personen kan WUR worden gerangschikt als een van de topuniversiteiten ter wereld. Toch lijkt het essay zich alleen te richten op de negatieve aspecten, terwijl het de positieve bijdragen van Chinese PhD-studenten negeert.
Bovendien bevat het essay ongefundeerde beweringen over Chinese PhD-studenten die elkaar en degenen met wie ze omgaan moeten rapporteren. Dit is niet waar en dergelijke uitspraken dragen alleen maar bij aan vooroordelen en stereotypen over Chinese studenten.
Ik hoop dat Resource in de toekomst voorzichtig zal zijn met hun taalgebruik en boodschappen over gemarginaliseerde gemeenschappen.
Suppose to be a good article that addresses the underpayment issue for international PhDs receiving scholardship from their home countries (espcially Chinese students). However, this article throws itself off the track when it talked about the bench fees. Is non-paid bench fees has anything to do with the underpayment? The tone starting from this part becomes discriminatory and biased on China. It’s unfair and groudnless to state “Chinese students and PHDs lack academic and social freedom”, from the “feeling” of an employee at graduate school. Have you ever interviewed any Chinese PhD or student? NO. You didn’t even specify what the problem is. In fact, the problem like non-payment bench fees, diversity of working atmosphere, research independence mentioned can occur between WUR and any other countries (or even within the Netherlands). So why China? It’s worrying to see Resource publish such an article irresponsibly, and even terrifying to see the misleading and discriminatory texts were publicy present by an journal of an university, which may lead to hatred and racism on China and Chinese students. The article suppose to protect the rights of students, instead, it becomes a weapon, intentionally or unintentionally.
Dit zou een goed artikel moeten zijn over het probleem van onderbetaling voor internationale promovendi die een beurs van hun thuisland krijgen (vooral Chinese studenten). Dit artikel raakt echter van het spoor wanneer het gaat over de bench fees. Heeft het niet betalen van collegegeld iets te maken met onderbetaling? De toon vanaf dit deel wordt discriminerend en bevooroordeeld over China. Het is oneerlijk en ongegrond om te stellen dat “Chinese studenten en PHD’s academische en sociale vrijheid ontberen”, vanuit het “gevoel” van een medewerker van een graduaatschool. Heb je ooit een Chinese doctorandus of student geïnterviewd? NEE. Je hebt niet eens gespecificeerd wat het probleem is. In feite kan het genoemde probleem, zoals het niet betalen van bench fees, diversiteit van werksfeer, onafhankelijkheid van onderzoek zich voordoen tussen WUR en elk ander land (of zelfs binnen Nederland). Dus waarom China? Het is verontrustend dat Resource een dergelijk artikel onverantwoordelijk publiceert, en zelfs beangstigend dat een tijdschrift van een universiteit misleidende en discriminerende teksten publiceert, die kunnen leiden tot haat en racisme tegen China en Chinese studenten. Het artikel wordt verondersteld de rechten van studenten te beschermen, maar in plaats daarvan wordt het een wapen, bedoeld of onbedoeld.
At first glance, this article seems to be discussing and addressing the issue of low income and inequality faced by international (especially Chinese) scholarship PhD students.
However, suddenly and without any supporting evidence, the article shifts its focus to portraying a “Chinese academic threat.” What does it mean by “Chinese students and PhDs lack academic and social freedom?” Has the author ever considered interviewing some Chinese PhDs to find out the facts? What about other international scholarship PhDs? Have Dutch researchers ever received funding from NWO or other Dutch organizations? Of course, they have and they continue to have. According to the author’s simplistic and crude logic, one could claim that these researchers lack academic freedom and independence as well. So, do you see what’s happening here? This is just creating division. It’s truly shameful and infuriating to see an article full of unfounded speculation and biased values published on the cover of a university journal. As the Chinese saying goes, “If you want to accuse someone, there’s no lack of evidence.
Nederland polariseert, met dank met name aan de social media. Blijkbaar vindt Resource Online dat ze hier niet bij achter kan blijven. Het enige dat nog ontbreekt aan dit ongenuanceerde, stigmatiserende en op veel plaatsen slecht onderbouwde artikel is de slotzin: “Wat willen we, meer of minder…?”
Shocking to see such an article full of ridiculous logic, and extremely humiliating illustrations on the cover of impacting WUR magazine @resource. Can anyone accept that the flag of their nationality is printed on the big ass of a kneeling elephant????
De auteur citeerde de uitspraak van Lennart: “Universiteiten misbruiken de promotiebonus om Chinese wetenschappers op te leiden. Op deze manier helpt de Nederlandse belastingbetaler mee het onderwijs van Chinezen te bekostigen”. Volgens het bericht van Lennart op het intranet was de oorspronkelijke bedoeling van deze opmerking blijkbaar om kritiek te uiten op het bedrijfsmodel van de WUR van het CSC-doctoraatsprogramma, aangezien de universiteit verklaarde dat beurspromovendi studenten zijn in plaats van werknemers, om hun onderbetaalde situatie min of meer te rechtvaardigen. Wat in het artikel werd gepresenteerd, was echter inderdaad een eenzijdig, uit de context gehaald, populistisch argument dat haat opriep.
Het artikel zei dat de investering in China niet de verwachte voordelen opleverde. Hoe wordt dit voordeel gedefinieerd en gekwantificeerd? De onbetaalde onderwijsactiviteiten van CSC-promovendi, de besparingen in personele kosten, de waarde van hun onderzoeksresultaten en de reputatie die ze aan de universiteit geven, en de verschillende samenwerkingsmogelijkheden die ze na hun afstuderen initiëren, lijken opzettelijk te worden genegeerd. Om nog maar te zwijgen van het feit dat het artikel niet voldoende alle WUR-professoren en wetenschappers die met China hebben gewerkt, heeft geïnterviewd en verzameld. We zijn ook benieuwd waarom, na meer dan tien jaar samenwerking tussen WUR en CSC, er een plotselinge verandering van standpunt is te midden van de toenemende wereldwijde technologische spanningen en geïntensiveerde geopolitiek. Wordt Resource achter de schermen gemanipuleerd door de lange armen van enkele sinofobiegroepen?
Chinese studenten zien als technologiedieven is een ander bekrompen, nationalistisch en populistisch argument. Eigenlijk is elke CSC-promovendus verplicht om vooraf een overeenkomst met WUR te tekenen dat de onderzoeksresultaten en patenten volledig en duurzaam eigendom worden van WUR. Het rapport dat bij CSC wordt ingediend, is bedoeld als een korte voortgangsupdate, CSC stelt geen eisen aan lengte, data en technische details en moet voor het inleveren worden ondertekend en goedgekeurd door de WUR-toezichthouders. We hebben ernstige twijfels over de ondoorzichtige onderzoeksgegevens en de gedragsrapportage die in het artikel worden genoemd. Dit is hoogst twijfelachtig met een sterke smaak van politieke vooringenomenheid en samenzwering, en zeker niet representatief, althans niet bij WUR. Letterlijk wat echt bij de CSC-studenten hoort, is het wetenschappelijke idee en de filosofie die ze van dit programma kunnen leren, maar als hun academische omgeving vol polarisatie, wetenschappelijke politiek en populistische spraak is, zijn hun leerervaring en resultaten hoogst twijfelachtig en bezorgd.
Het artikel is niet alleen stigmatiserend voor Chinese promovendi (‘academisch en sociaal niet vrij, bang en zich niet durven uitspreken’), maar ook voor hun begeleiders (‘gebruiken promovendi als werkpaarden en misbruiken Nederlands belastinggeld voor het opleiden van de Chinese bevolking’). Niet alleen is er geen enkele Chinese promovendus geïnterviewd voor dit verhaal, ook geen van hun begeleiders komt aan het woord. Voor zover ik kan nagaan heeft geen van de drie in het artikel aangehaalde personen zelf één of meer Chinese PhDs begeleid. Zelf heb ik wel een flink aantal CSC PhDs en twee Chinese AIOs begeleid, en ik herken me totáál niet in dit verhaal. En dit geldt ongetwijfeld ook voor andere begeleiders van Chinese PhDs in Wageningen die ik ken en waar ik mee samenwerk. Deze twee groepen die (tegen alle beginselen van goede journalistiek in) niet aan het woord komen alsnog interviewen heeft weinig zin. Het kwaad is allang geschied. Het kan hoogstens een hele bescheiden bijdrage leveren aan damage control.
Notwithstanding the remarks about stigmatisation and sinofobie, on which I don’t feel qualified to comment, my takeaway from this article is that there’s unequal pay for equal work happening at WUR!
Some PhD’s who add as much value to the organisation and society, are paid less than their colleagues. To add; they may be burdened with into education duties for which they are not compensated. How’s that fair?