De lammergier die vorige week Nederland aandeed, eindigde dood naast een spoorlijn: geraakt door een trein. Dierecoloog Hugh Jansman onderzocht de vogel, geassisteerd door onderzoeker en roofvogelliefhebber Ralph Buij. ‘Het blijft indrukwekkend. Een lammergier is echt een knoeperd van een vogel.’
Vogelspottend Nederland is eind april in rep en roer: er is een lammergier gesignaleerd in Nederland! Met een maximale spanwijdte van zo’n 2,80 meter is het de grootste vogelsoort van Europa. Dit keer betreft het een dier dat in het wild uit het ei is gekropen; een primeur. De twee lammergieren die zich eerder lieten zien in Nederland – een ervan overleefde dat niet vanwege een botsing met een windturbine – waren uitgezet vanuit een herintroductieprogramma.
De vreugde blijkt van korte duur. Ruim een etmaal na de eerste waarneming in Nederland registreert de accelerometer in de gps-zender op de rug van het dier een zogenoemde flatline: geen beweging meer. De locatie, vlak langs de spoorlijn bij natuurgebied de Oostvaardersplassen, belooft weinig goeds. Hans Pohlmann, voorzitter van de Vulture Conservation Foundation, gaat op zoek en treft de roofvogel inderdaad dood aan. ‘Op basis van de wolk veertjes die er ligt, is ze geraakt door een trein en circa 20 meter weggeslingerd’, concludeert hij.
Enorme klap
Hij brengt het dier naar Wageningen, waar Hugh Jansman, dierecoloog bij Wageningen Environmental Research, post-mortem onderzoek doet. Zijn collega Ralph Buij, nauw betrokken bij roofvogelprojecten in Nederland en oostelijk Afrika, assisteert. Hun bevindingen onderschrijven Pohlmanns aanname dat de vogel is omgekomen door een botsing met een trein. ‘De schedel, de vleugels, de poten: echt álles was gebroken. Het moet een enorme klap zijn geweest’, vertelt Buij.
Als zo’n grote roofvogel het loodje legt, moet je er snel bij zijn om het lichaam veilig te stellen voor onderzoek
Onderzoeker Ralph Buij
Een andere ontdekking is dat het verenkleed van het dier beschadigingen vertoont die kunnen duiden op een beschieting met hagel. Dat nieuwtje haalt de pers. Buij kan de verdenking inmiddels ontkrachten. ‘Mijn collega Sander Moonen en ik hebben de vogel later door de röntgen gehaald. Daarop was maar één hagelfragmentje te zien, en op een dusdanige positie in het lichaam dat het waarschijnlijk is dat de gier de hagel via voedsel heeft binnengekregen.’
Hertenpoot
Tijdens het post-mortem treffen de onderzoekers nog iets bijzonders aan. Een blijkbaar net verorberd stuk hertenpoot, dat door de kracht van de botsing de huid van de gier heeft doorboord. Als Jansman het voorzichtig naar buiten heeft gewurmd (Omroep Gelderland filmde het) blijkt de hertenpoot vrijwel volledig intact – de vacht en het hoefje zijn nog gaaf – en indrukwekkend groot: 43 centimeter lang. ‘We waren met z’n allen verbaasd om zo’n enorm stuk aan te treffen.’
Een groot deel van het dieet van lammergieren bestaat uit botten, licht de ecoloog toe. ‘Hun fysiek is daar ook op afgestemd, en niet alleen in de vorm van hun enorme snavel of zure maagsap. Anders dan bijvoorbeeld vale gieren, die meestal zittend op of bij kadavers hun kostje bijeen plukken, hebben lammergieren klauwen die iets kunnen vastgrijpen. Treft een lammergier iets dat te groot is om te eten, bijvoorbeeld een ribbenkast van een gems, dan grijpen ze dat vast en vliegen ze ermee op, om het van grote hoogte stuk te laten vallen.’
Early warning system
Orgaanbemonstering, onder meer van lever en nieren, moet later uitwijzen of deze lammergier nog meer verrassingen in petto heeft. ‘Dit soort grote roofvogels staat aan de top van de voedselketen. Gifstoffen stapelen zich op in hun lichaam. Dat maakt roofvogels razend interessant voor ecologisch onderzoek’, legt Buij uit. ‘Ze zijn een soort early warning system. Wat we aantreffen in hun lichaam, zegt veel over het hele ecosysteem: welke soorten chemische vervuiling zijn er, en in welke mate?’ Als het slecht gaat met de roofvogelstand, is er lager in de voedselketen iets aan de hand. Denk maar aan de DDT-crisis in de jaren 60 en 70.’
Het is een buitenkans om zo’n grote roofvogel te kunnen onderzoeken, vindt hij. ‘Het is heel waardevol dat de GPS-zenders ook meer inzicht bieden in wáár sterfte optreedt. De meeste grote vogels sterven natuurlijk anoniem. En het is zeker niet de eerste roofvogel die sneuvelt op dit traject, dat om deze reden eind jaren 90 al omstreden was. Eerder stierf hier ook al een zeldzame monniksgier. Als zo’n grote roofvogel het loodje legt, moet je er snel bij zijn om het lichaam veilig te stellen voor onderzoek.’
Knoeperd
Het is niet de eerste keer dat een lammergier op de Wageningse onderzoekstafel belandt. Jansman en consorten onderzochten in 2021 ook het windturbine-slachtoffer. Maar het blijft indrukwekkend, beaamt Buij: ‘Een lammergier is echt een knoeperd van een vogel.’
Of deze vogel straks in opgezette vorm in een museum te zien zal zijn, net zoals de windturbine-dode, is nog niet bekend. ‘Maar Hugh heeft het onderzoek bewust heel netjes aangepakt: het is goed mogelijk om deze vogel op te zetten. En Naturalis mailde al. Dus wie weet.’
Mojo, Angèle en Eglazine: ‘Nederland is eigenlijk te vol voor lammergieren’
De dood naast de spoorlijn aangetroffen lammergier staat bij de Vulture Conservation Foundation bekend als Mojo. Het is een vrouwelijk dier dat in februari 2022 is geboren in het Mercantour National Park (Franse Alpen), een gebied waar lammergieren intensief gemonitord worden en jonge lammergieren zo mogelijk al in het nest een GPS-tag krijgen.
De enige lammergier tot nu toe die ongeschonden Nederland aandeed en weer verliet – mannetje Angèle stierf in 2021 bij een windturbine – staat bekend als Eglazine, een vrouwelijk dier dat in het voorjaar van 2020 vanuit een herintroductieprogramma werd uitgezet in de buurt van Montpellier (Frankrijk). In 2021 liet ze zich voor het eerst zien in ons land. Vorig jaar verbleef ze opnieuw in Nederland, vooral op en rond de Hoge Veluwe. Of ze hier opnieuw veilig kan verblijven, betwijfelt Buij. ‘Nederland is eigenlijk te vol voor lammergieren. In de berggebieden waar ze broeden, zonder spoorlijnen, windmolens en hoogspanningsverbindingen, zijn ze veiliger.’