Niet iedereen bleef tevreden achter na de eerste sessie van de Let’s Explore: Collaboration with the fossil fuel industry. Voor deel twee waren de verwachtingen dus hoog gespannen. WUR organiseert de dialoogsessies maandelijks om kritische studenten en medewerkers een platform tot gesprek te geven. Studentredacteur Felix Landsman was opnieuw ter plaatse en doet verslag.
Tekst Felix Landsman
De middag op donderdag 13 april begon rommelig toen bleek dat er een limiet aan genodigden was. Alleen met een beperkte groep zou het ‘deep democracy’-idee (een communicatieve methode voor “inclusieve besluitvorming en conflicthantering”), ontplooid kunnen worden. Na wat ge-heen-en-weer tussen studenten en de organisatie werd toch besloten iedereen binnen te laten; dan maar staan.
In tegenstelling tot de vorige keer – toen de groep voor het overgrote deel uit studenten bestond en er minder dan tien medewerkers aanwezig waren – werd WUR nu beter door medewerkers vertegenwoordigd. De groep was het erover eens dat dit een gezonder gesprek opleverde dan de eerste sessie.
Er waren zo’n twintig medewerkers aanwezig die elkaar konden bijstaan met onderbouwingen en voorbeelden. Bovendien ging het ook minder om medewerkers tegen studenten. Inhoudelijk vervolgde het gesprek op dezelfde tred als de eerste Let’s Explore: met argumenten om niet direct alle banden te verbreken, die beantwoord werden door uiteenzettingen waarom de fossiele industrie geen plek meer heeft op de planeet. De inzichten van de aanwezige medewerkers gaven een extra dimensie aan het gesprek. Zo werd de kwestie van “bedrijf versus NGO (niet-gouvernementele organisatie, red.)” aangekaart. Een aantal medewerkers was het er stellig over eens dat de NGO’s dikwijls nog veel agenda-bepalender zijn dan grote bedrijven. Er werden voorbeelden gegeven van NGO’s die beloofden pas onderzoeksgeld te geven als ze wisten welke conclusie uit het onderzoek kwam.
Niet naïef zijn over het doel van dit soort bedrijven
Verder waarschuwden enkele onderzoekers tegen de naïviteit die wetenschap heeft als het om belangen van bedrijven gaat, en dat de objectiviteit van wetenschappers niet misbruikt moet worden. Wetenschappers kunnen zich moeilijk verzetten tegen een institutie met een onderzoeksagenda, als ze zelf in hun rol als wetenschapper objectief moeten zijn. Hoewel de meeste medewerkers niet standvastig waren over het verbreken van de banden, waren er twee jongere onderzoekers die expliciet van mening waren zo snel mogelijk alle contacten met de fossiele business te beëindigen. Een aanwezige student: ‘Fijn om te zien dat een paar helden zich durven te uiten. Als ik met mijn professoren hierover in gesprek ga, merk ik dat ze ook een sterke mening tegen de fossiele industrie hebben, alleen voelen ze zich niet comfortabel om zich er over uit te spreken.’
De grote vraag blijft of er iets met deze sessies gedaan wordt. Hoewel directeur Corporate Communicatie & Marketing Inge Wallage liet weten dat dit geen deel is van een ‘officieel proces’, waren de gemoederen optimistischer dan de eerste sessie. In kleine groepjes bleven de aanwezigen nog lang doorpraten over de indeling van het derde deel in de Let’s Explore-serie, en hoe dit uiteindelijk tot actie zou kunnen leiden. Misschien toch een lichtpuntje aan de oliezwarte hemel.