Ongeveer negen jaar lang heb ik klarinetles gehad bij het Centrum voor de Kunsten in Meppel. Het was dé muziekschool in de regio en er werden ook zang-, dans- en kunstlessen gegeven. Aan de achteruitgang zat de bieb vastgeplakt. Het was in mijn jeugd een gesubsidieerd walhalla aan mogelijkheden tot verrijking en zelfontplooiing. Regelmatig zat ik als kind (en tiener) verlekkerd door het cursusaanbod te scrollen terwijl ik me voorstelde hoe het zou zijn om te kunnen pottenbakken of te djembéën.
Naast de klarinetles, speelde ik jarenlang bij het dorpsorkest waar ik naast oude Drentse knarren met hun tuba’s zat. Het Drentse jeugdorkest kwam ook eens per maand samen. Samen muziek maken in een orkest is een ervaring die niet te beschrijven valt – je moet het meemaken om te weten hoe het voelt. Toen ik uit huis ging, ben ik uit praktische overwegingen gestopt met muziek maken, want alles wordt duur als je het zelf moet betalen. En in Wageningen is er geen centrum voor de kunsten en al helemaal niks gericht op studenten. In tegenstelling tot Wageningen hebben de meeste studentensteden wél een cultureel centrum voor studenten. In Groningen is er bijvoorbeeld de USVA, en Amsterdam heeft CREA. Mijn interesse in betaalbaar kleien en keramieken werd in 2019 zo groot dat ik elke vrijdagmiddag naar Amsterdam ging met de trein om daar voor de helft van de prijs een cursus te volgen in hun cultureel studentencentrum.
In tegenstelling tot Wageningen hebben de meeste studentensteden wél een cultureel centrum voor studenten
Eind maart van dit jaar is het cultureel centrum in Meppel, waar ik een groot aantal uren van mijn jeugd heb doorgebracht, failliet gegaan. De omringende gemeenten weigerden de subsidie voort te zetten. Daarmee ontnemen ze duizenden kinderen en volwassenen in de regio de kans om hun leven te verrijken met muziek en kunst. Privélessen zijn er vast, maar die zijn vaak duurder en voor ‘exotische’ instrumenten kun je niet meer in de buurt terecht. Hetzelfde in Wageningen: als je iets anders dan piano, zang of gitaar wilt leren, moet je al snel uitwijken naar Arnhem of Nijmegen.
De kunsten moeten er niet alleen voor kinderen en volwassenen die het kunnen betalen zijn, maar ook voor studenten. Aangezien het succes en de grote diversiteit aan cursussen die bij instituten zoals CREA en de USVA aan studenten worden gegeven, is het eigenlijk een schande dat er in Wageningen niet iets soortgelijks bestaat. Waarschijnlijk neemt men aan dat studenten in de levenswetenschappen en ‘bètavakken’ geen interesse hebben in de kunsten, maar niets is minder waar. Kijk naar het kunstmagazine Uitwaaien, of de verscheidenheid aan appgroepen waarin Wageningse studenten hun kunstige dingen met elkaar delen. Er zijn zelfs twee orkesten – maar een cultureel centrum om een cursus te volgen en jezelf te ontplooien naast de studie is er niet. Zelfs de klassieke bètanerds in Wageningen verdienen het om zich creatief te kunnen ontwikkelen. Ik denk dat er behoefte is aan een centrum waarin studenten hun leven kunnen verrijken met kunst en cultuur.
Ilja Bouwknegt is 24, bachelorstudent Bos- en Natuurbeheer, is actief bij studievereniging WSBV Sylvatica en doet ’s nachts wel eens vleermuizenonderzoek.